Verteerd door liefdesverdriet dronk een man zich ooit dood op de vulkaan Popocatépetl. Eindhovense studenten vonden dat zo’n romantisch verhaal, dat ze hun woning aan de Hoogstraat vernoemden naar deze vulkaan. In de gezamenlijke eetruimte van het studentenhuis Popocat hangt nog steeds een oud krantenknipsel met een verbleekte foto van het gebied. De vulkaan is tevens herkenbaar in het huislogo dat de studenten gebruiken.
Geerte van der Steen, Bouwkunde-studente, haalt een glas uit de kast waarop het logo staat afgebeeld. “Die glazen lieten we maken voor ons laatste huisfeest. Alle gasten kregen er eentje.” Voor dat jaarlijkse feest snoeien de studenten hun verwilderde tuin, die nu vol staat met afwaswater minnende brandnetels. Vanuit het eetkamerraam zijn groene pallets te zien die ooit functioneerden als danspodia.
De eetkamer van Popocat is geschilderd in geel, rood en donkerblauw. Aan het plafond hangen tientallen plastic speeltjes, afkomstig uit verrassingseieren. Ze passen perfect bij het kneuterige oude huisje, waarvan de kleinste ruimten grote verrassingen bevatten. Wie bijvoorbeeld het toilet bezoekt, kan er onderuitgezakt staren naar een klein televisiescherm dat automatisch aanspringt als de lamp aangaat. Links van de kijker hangt een oude telefoon, en een origineel winkelwagenslot houdt ongeduldige bezoekers buiten. Pas wel op, want voor onervaren toiletgebruikers heeft dit slot een vervelende surprise in petto: bij het sluiten springt de gulden uit de gleuf. Met een beetje pech rolt de munt van de aflopende vloer onder de deur door naar buiten en valt er niets anders te doen dan al zappend te wachten op een verlosser. Het overkwam de vader van Bo Budé, studente Technische Bedrijfskunde. Hij was niet het enige slachtoffer. “Tijdens ons tuinfeest kregen we zo nu en dan een telefoontje van iemand die vastzat op de wc”, gniffelt Geerte. Mede daarom installeerde Bouwkunde-student Joost van der Zanden een bouwlamp in de hal, die aanspringt als er iemand op de wc zit.
Vrolijk gekleurde vlaggetjes en drogende kledingstukken geven de hal van Popocat een carnavalesk aanzien. Het wasrek valt volgens een ingenieuze constructie via een katrol omhoog en omlaag te takelen. Als de studenten het voordoen, knapt voor het eerst in vele jaren het touw. Het versleten touw getuigt van de drie decennia dat het huis al door studenten wordt bewoond. Ook andere curieuze attributen zijn achtergebleven sporen van lang vervlogen studententijden. Aan de achterdeur hangt bijvoorbeeld een verkeersbord met een bokkenkop. “Ooit leefde er een bok in de tuin”, legt huisoudste Joost uit. “Die stond met zijn pootjes vaak tegen de achterdeur, vandaar dat bord.” Van andere voorwerpen is de herkomst onbekend. In een oude notenboom hangt bijvoorbeeld een groot anker, waaraan de studenten ‘s zomers hun tentzeil vastbinden. Als iets kan bijdragen aan een geslaagd tuinfeest, zal de herkomst de studenten een worst wezen.


Foto’s: Bart van Overbeeke