Achtergrond

Cultuur in de steigers

Theaters/Monique van de Ven
Foto's/Bart van Overbeeke
Illustraties/ Architecten-en-en

‘Eindhoven, voorop in technologie', zo profileert de stad zich gretig. De combinatie van kennis, techniek en handel onderscheidt Eindhoven van vergelijkbare steden in Europa, stelt de gemeente op haar site. Maar ook op cultureel gebied is de stad maar wat graag toonaangevend. Want: ‘kunst en cultuur zijn drijvende krachten in de stad, en een motor voor stedelijke ontwikkeling van een stad met een innovatieve, technologische en internationale uitstraling', aldus een gemeentelijke cultuurvisie uit 2004. Zoals het een vooruitstrevende stad betaamt, wordt er ook gretig gesloopt, gerenoveerd en nieuwgebouwd - doorgaans niet zonder gemeentepolitieke slag of stoot. Theater Plaza Futura zit, nadat de Lichttoren afviel als nieuwbouwlocatie, nog tot over zijn oren in dat politieke proces; De Effenaar en de Stadsschouwburg hebben het achter de rug. De eerste opende afgelopen maand de deuren van zijn nieuwbouw; de schouwburg bouwt er nog driftig op los en hoopt de uitbreiding plus renovatie eind 2006 volledig af te ronden. Cursor nam een kijkje bij de laatste twee.

 

Schouwburg maakt ruimte voor vernieuwend theater

Flexibel en multifunctioneel; dat zijn de sleutelwoorden van de nieuwe theaterzaal van de Stadsschouwburg, tezamen straks Parktheater Eindhoven geheten. Ontwerper is het Eindhovense bureau Architecten-en-en, bekend van onder meer het Twinning Center op het TU/e-terrein en de renovatie van het Eindhovense stadhuis. Het bureau wordt gevormd door ir. Arie van Rangelrooij, ir. Harald Krijger en ir. Theo Timmers, allen alumni van de TU/e-faculteit Bouwkunde.

De eerste serieuze gedachten over de toekomst van de schouwburg gaan terug naar begin jaren negentig. In 1999 benaderde theaterdirecteur Fons Bruins Architecten-en-en met het verzoek hun visie te geven op renovatie van het theater, dat dateert uit 1964. Bruins' eigenlijke wens tot nieuwbouw stond op dat moment in de ijskast, omdat de gemeente destijds weinig bereidwillig leek en liever nog aan andere locaties dacht dan aan iets nieuws op de huidige plek.
Hoewel het architectenbureau zich netjes over het gevraagde renovatieplan boog, was volgens Van Rangelrooij al snel duidelijk dat de schouwburg méér nodig had dan dat. Vooral de Globezaal, de kleine zaal in de ‘kelder' van de schouwburg, bleek een probleem: “Veertig jaar geleden was het vast iets prachtigs en moderns, maar anno nu is het gewoon een slecht functionerende zaal. Het viel wel te renoveren, maar qua investeringen is dat hetzelfde als water naar de zee dragen”.
Vooral logistieke en technische beperkingen, de beperkte hoogte en de weinig ideale zichtlijnen spelen de zaal parten, zegt ook Mons de Goede, hoofd van de afdeling bijzondere activiteiten van de schouwburg. “In de jaren zestig was het een prima zaal, zeker gezien de beoogde intimiteit, maar theatermakers van nu kunnen er geen kant mee op. Het theater is flink in ontwikkeling en heeft onder meer steeds meer ruimte nodig.”
Op verzoek van Bruins maakte Architecten-en-en, behalve een renovatieplan, een visie op uitbreiding van de schouwburg, gevolgd door een voorlopig ontwerp. Uitgangspunt hierbij was het Teatro Central in Sevilla -in 1992 gebouwd voor de wereldtentoonstelling-, dat de bezoekende Eindhovense delegatie eerder tot groot enthousiasme had gestemd. Tegen de verwachtingen van velen in, kozen Van Rangelrooij en zijn collega's voor een aanbouw aan de kant van het Stadswandelpark en níet voor een uitbreiding op het royale grasveld aan de Stratumsedijk. De architect wijst onder meer op de monumentale bomen op dit veld, die voor nieuwbouw zouden moeten wijken of waarmee in elk geval rekening gehouden zou moeten worden. “Maar het is vooral ook logischer om het theater te richten op het párk, kijkend naar de culturele activiteiten en evenementen die er regelmatig plaatsvinden.”

Waterhoofd
Op het voorlopig ontwerp volgde in het najaar van 2002 het definitief ontwerp. In 2003 gaf de gemeente groen licht voor de nieuwbouw die uiteindelijk in mei 2004 van start ging. De nieuwe zaal is een opvallend vierkant betonnen blok met een hoogte van twintig meter. “De Globezaal lag als het ware in de moederschoot van de schouwburg; dit is eigenlijk, zonder het negatief te bedoelen, een beetje een kindje met een waterhoofd”, stelt de architect. De Philipszaal, zoals de nieuwe zaal van het toekomstige Park-theater heet, is over de volle lengte en breedte even hoog en het hele plafond is voorzien van de nodige technische faciliteiten. Theatermakers kunnen daardoor met de nieuwe zaal, letterlijk en figuurlijk, alle kanten op, stelt Ruud van der Woerd, manager techniek van de schouwburg. “Wil je hier een bos? Een grote ijsbaan of zandvlakte? Geen probleem”, zegt hij. In de zaal kan in alle gewenste richtingen worden gespeeld, want de tribune kan worden verplaatst of, indien gewenst, in elkaar worden geschoven. De toneelvloer bestaat uit drie beweegbare vloerdelen, die bijvoorbeeld kunnen zakken ten behoeve van een orkestbak of juist op vloerniveau gezet kunnen worden zodat één grote vlakke vloer ontstaat. Ook openluchttheater behoort, dankzij een gigantische glazen schuifpui aan de kant van het Stadswandelpark -het ‘toneelraam'- tot de mogelijkheden.
In de zaal kan zowel lijsttheater -de meer klassieke opstelling- als vlakke-vloertheater worden gespeeld. Die flexibiliteit en multifunctionaliteit maken de nieuwe zaal volgens de schouwburgheren vooralsnog uniek in Nederland. Vooralsnog, want onder meer in Amsterdam en Groningen zitten vergelijkbare theaterzalen in de planning. Hoewel theater het uitgangspunt blijft, zo benadrukt De Goede, gaan de mogelijkheden van de zaal veel verder dan dat. De ruimte kan bijvoorbeeld ook worden gebruikt voor commerciële doeleinden zoals verhuur voor bedrijfspresentaties, voor modeshows en grote feesten.
In akoestisch opzicht is de nieuwe zaal volledig gescheiden van de huidige schouwburg. Overlast zoals die er nu soms is in de Globezaal, door luide muziek vanuit de Grote Zaal een verdieping hoger, is daarmee verleden tijd. Rondom de nieuwe zaal komen de foyers, onder de zaal komen onder meer het theaterrestaurant en de kantoren. Opvallend is het zogenoemde Intermezzo, de met een glasdak overdekte metershoge ruimte tussen de wanden van de oud- en nieuwbouw. Andere eyecatchers zijn de bewegende lichtkunstwerken van beeldend kunstenaar Herman Kuijer, die straks zowel de binnen- als de buitenkant van de nieuwbouw sieren. Verder wordt de betonnen wand van de nieuwbouw opgesierd met een soort strikjes en wordt de glazen ‘ceintuur' eronder voorzien van glas met groen motief.

Vernieuwend
Met de Philipszaal -die, net als de Globezaal, plaats biedt aan vijfhonderd mensen-, mikt de schouwburg nadrukkelijk op vernieuwende vormen van theater. “Onze uitdaging is om theatermakers en gezelschappen te zoeken die ook écht gebruik gaan maken van alle mogelijkheden. In de originele Grote Zaal moeten, beleidsmatig bekeken, de centjes worden verdiend”, zegt De Goede. Twee gezelschappen die hun nieuwe producties momenteel afstemmen op de nieuwe zaal, zijn Het Zuidelijk Toneel en Echt Eindhoven.
Ook hoopt de schouwburg straks, als Parktheater, een breder publiek te trekken. Vooral jongeren tussen de twintig en dertig jaar verdienen aandacht, stelt De Goede. Want Theo Maassen en andere cabaretiers scoren altijd wel, maar verder is het volgens hem een ‘proces van opvoeden' en de jeugd, met zelfontwikkelde educatieve programma's, tijdig zien te interesseren. Zit er ook enige sponsoring in voor de doorsnee student die toch al nauwelijks rondkomt van zijn studiefinanciering? De Goede lacht. “Een avondje theater hoeft helemaal niet duur te zijn. Als je wilt, zit je voor negen euro bij ‘The Beauty and the Beast', bijvoorbeeld als een andere bezoeker door ziekte last-minute heeft afgebeld.”
Het Zuidelijk Toneel is half december de eerste gebruiker van de Philipszaal. In januari is de nieuwbouw helemaal klaar. Het nieuwe Parktheater in zijn geheel is naar verwachting overigens pas eind 2006 voltooid. Vanaf januari aanstaande wordt de huidige Stadsschouwburg namelijk grotendeels gerenoveerd. De grootste veranderingen zijn technisch en logistiek van aard; de uitstraling van de oudbouw, het zogenoemde ‘jaren-zestig-pluche', blijft in grote lijnen hetzelfde als nu.
Tijdens de renovatie wordt de Grote Zaal niet gebruikt. Het toneel van de Grote Zaal blijft wél in bedrijf, maar het publiek komt tijdelijk aan de andere kant ervan te zitten, op de plek waar nu het achtertoneel is. De totale capaciteit is daarmee tijdelijk beperkt, zegt De Goede; waar de Grote Zaal normaliter plaats biedt aan negenhonderd mensen, is in het tijdelijke ‘Toneelhuis' maar ruimte voor zo'n 280 bezoekers. De huidige Globezaal waarom het allemaal begon, gaat straks functioneren als ontmoetingsruimte. Het gebruik ervan kan variëren van vergaderingen en symposia tot de ontvangst van grote groepen en als uitbreiding van het Theatercafé. De huidige foyers van het theater, zowel boven als in de kelder, blijven hetzelfde./.

Op zoek naar het Effenaar-gevoel in nieuwbouw

‘Het Effenaar-gevoel blijft levend!', beloofde het Eindhovense poppodium eerder zelfverzekerd in een hippe brochure -verpakt in de kartonnen versie van een sardientjesblik- over de nieuwbouw. Veel vaste bezoekers hadden er hun bedenkingen bij, maar, zo zegt Patrick Clerkx, hoofd marketing en pr: “De eerste reacties zijn eigenlijk alleen maar positief. Zelfs de sceptici erkennen dat het Effenaar-gevoel er ook hier gewoon nog is”.

Heel vreemd was de vrees van veel vaste bezoekers niet. Want typische Effenaar-trekjes als rauw, open, heftig en ietwat alternatief komen in een bouwvallige voormalige linnenfabriek waarschijnlijk toch anders tot uitdrukking dan in de gigantische hypermoderne blokkendoos waar het poppodium onlangs naartoe verkaste. Niet dat De Effenaar veel keuze had: het poppodium was in de oude fabriek aan de Dommelstraat, waar het zich in 1971 als open jongerencentrum gevestigd had, danig uit haar versleten jasje gegroeid. “We kónden daar gewoon niet verder; het gebouw zakte letterlijk de Dommel in”, zegt Clerkx. “De popmuziek wordt bovendien meer en meer een business waarin we, hoe toonaangevend we ook willen zijn, in de oudbouw niet meer konden meekomen.”

Strijp-S
De eerste plannen voor nieuwbouw voor De Effenaar dateren van begin jaren negentig. In 2000 werd het voorlopig ontwerp, gemaakt door het Rotterdamse architectenbureau MVRDV, goedgekeurd door de gemeente. Door langdurig gesoebat over onder meer de locatie en financiën, bleef het plan echter nog een aantal jaren ‘hangen', aldus Clerkx. Zo was Strijp-S een poos in beeld als alternatieve locatie voor de nieuwe Effenaar, maar dat zag het poppodium op z'n zachtst gezegd niet zitten. “Je kunt geen poppodium runnen in een buitenwijk. Je zit daar weliswaar vlakbij station Beukenlaan, maar het werkt niet om bezoekers uit het hele land te laten komen en gaan met een stoptrein, waarvan de laatste bij wijze van spreken om elf uur 's avonds al vertrekt.”
Begin 2004 kwam er eindelijk groen licht voor een nieuwe Effenaar aan de voor haar vertrouwde Dommelstraat, waarna halverwege dat jaar de eerste spade de grond in kon. Hoewel een deel van de oudbouw toen al was gesloopt, bleef het poppodium in bedrijf. Clerkx: “Anders waren we ruim een jaar uit de running geweest en hadden we onze naam daarna weer helemaal opnieuw moeten opbouwen”. In februari 2005 bereikte de nieuwbouw het hoogste punt op en sindsdien ging het hard. Afgelopen mei werd met een groots feest afscheid genomen van de oude Effenaar, in het eerste weekend van oktober begon de programmering in het nieuwe pand.
Voor wie geen kans had de housewarming begin deze maand te bezoeken: in het hart van de nieuwe Effenaar is de grote zaal gevestigd, die plaats biedt aan dertienhonderd mensen. Op de begane grond zijn onder meer de kassa's, het theatercafé en de kleine zaal met vierhonderd plaatsen gevestigd. Alle ‘rand-faciliteiten', zoals kantoren en werkplaatsen, zitten aan de buitenkant van het gebouw (boven, onder, links en rechts van de grote zaal). Elk van deze ruimten kreeg een eigen kleur. Deze kleuren zijn in het donker vanaf de buitenkant goed te zien, waardoor het gebouw 's avonds pas echt gaat leven, aldus Clerkx.

Grote namen
Niet alleen het fysieke onderkomen, ook de organisatie en invulling van de nieuwe Effenaar zijn aangepakt. Het aangeboden programma blijft volgens de pr-man ‘veelzijdig en eigenzinnig', met pop van reggae tot hardcore punk én met de befaamde seventies- en eighties-feesten. Wel kan De Effenaar, dankzij een verdubbeling van de capaciteit in de grote zaal, grotere namen strikken dan voorheen. “Acts als dEUS, Bloodhound Gang en The Rasmus waren eerder te groot voor De Effenaar”, aldus het marketinghoofd. Tegelijkertijd wil De Effenaar in haar nieuwe kleine zaal op de begane grond vooral ‘spannende, experimentele' acts programmeren, evenals beginnende bands uit de eigen regio, waarvoor de oude Effenaar juist weer iets te groot was. Voor het ‘commerciële stampwerk', zoals Clerkx omschrijft, is de bezoeker aan de Dommelstraat 2 nog altijd aan het verkeerde adres. De Haagse popband Di-rect, die zondag 16 oktober het poppodium betreedt, lijkt wat dat betreft één van de ‘grensgevallen' in het programma.
Een vergelijking met popcentrum 013 in Tilburg is, zeker met de onlangs geopende nieuwbouw, natuurlijk snel gemaakt. Er is zeker sprake van enige overlap in de programmering van beide, erkent Clerkx, en de twee houden elkaar dan ook scherp in de gaten. “Maar Marco Borsato, om maar iemand te noemen, zul je bij ons nooit op de planken zien, terwijl die een paar jaar terug wel eens in 013 heeft gestaan.” Wat De Effenaar volgens hem bovendien nadrukkelijk anders maakt, is het totaalconcept van eten, drinken, exposities, optredens en dansen, terwijl 013 vooral als concertpodium fungeert.

Eco-park
Hoewel het programma van De Effenaar weer draait en de eerste concerten en feesten al achter de rug zijn -onder andere van Eindhovens trots Peter Pan Speedrock-, zijn de werkzaamheden aan de Dommelstraat voorlopig nog niet voorbij. Aan de westkant van het gebouw wordt momenteel hard gewerkt aan het voorplein waar onder meer de fietsenstalling komt. Aan de oostkant komt in de loop van 2006 een openbaar eco-park./.