TU/e-history

Verwarring zaaien

Met verbeten gezichten kijken de mannen naar de stelling op het schaakbord voor hun neus. Dertig heren en jongens aan tafels in een kring. Voor hen het geblokte slagveld waarop ze strijden. In het midden van de kring: prof.dr. Max Euwe, een lange man, lijzig postuur en een reputatie die deelnemers aan de simultaanwedstrijd aan de Technische Hogeschool deed huiveren. Het is 1965 en hier staat de oud-wereldkampioen schaak; de enige die Nederland ooit heeft voortgebracht.

Euwe was die dag, ruim veertig jaar geleden, 64 jaar oud. Dertig jaar eerder, in 1935, deed hij mee aan het wereldkampioenschap schaken en won hij op 15 december 1935 na tachtig dagen, dertig partijen en dertien steden van de regerend wereldkampioen Alexander Aljechin. Twee jaar later verloor hij de titel weer aan Aljechin, al bleek uit analyses dat Euwe in die tweekamp beter speelde dan in het jaar dat hij de titel won.
Eens een wereldkampioen schaak, altijd een held. De wereld van het schaken heeft een lang geheugen. En een schaker blijft tot op hoge leeftijd een geduchte tegenstander. Dus een 64-jarige Euwe was nog altijd een tegenstander om naar uit te kijken. Dit wordt bevestigd door ir. Loet Versfeld, oud-student en oud-medewerker van de TU/e. Hij speelt schaak vanaf zijn veertiende en kan tot op heden -hij is nu 74- nog steeds mee met de besten van de regio Eindhoven. Hij wint zeker niet altijd, maar het is ook lang niet altijd verlies.
De toen 31-jarige Versfeld speelde die dag in oktober tegen Euwe. Hij was één van de dertig uitdagers. Hij had zich onlangs bij de Eindhovense Schaak Vereniging aangemeld, vandaar dat hij er niet zat als vertegenwoordiger van Basileia, de schaakvereniging van de TH.
Na drie kwartier viel de eerste tegenstander van Euwe uit. Na zeven kwartier gaven de volgende twee op. Na twee uur had de professor al zes partijen gewonnen. Na het volgende halfuur nog eens zeven. Zo slachtte Euwe alles wat voor zijn neus kwam. Op vier tegenstanders na. Eén sleepte er een remise uit. De drie anderen wonnen, onder wie Versfeld. De stelling die er stond toen Euwe opgaf, was een ingewikkelde, weet hij nog. “Als je de kans krijgt, moet je verwarring zaaien. Zelfs iemand van zo’n niveau kan dan in de problemen komen.” Het was niet de eerste keer dat Versfeld tegen Euwe speelde: “Ongeveer twintig jaar eerder heb ik al remise tegen hem gemaakt. Ik heb ook in een simultaan gespeeld tegen de Rus Mikhail Botvinnik (de zesde wereldkampioen in de jaren 1948-1957, 1958-1960, 1961-1963 - red.). Die heb ik ook gewonnen”.
Versfeld de reuzendoder? “Ik heb ook gespeeld tegen Donner, Timman en Larssen. Die partijen verloor ik allemaal.”