Achtergrond

Basisbeurs op: meer werken, meer lenen of bezuinigen?

Studiefinanciering/ Ivo Jongsma
Foto’s/ Irene Wouters
Illustraties/Paul Weehuizen

Ongeveer een op de zeven studenten aan de TU/e heeft geen studiefinanciering meer; de vijf jaren basisbeurs zijn op. Nou is die beurs met zo’n 250 euro per maand weliswaar geen vetpot, maar het wegvallen ervan schopt bij vrijwel alle studenten een flinke deuk in het budget. Wat ondernemen ze om dit gat te vullen? Vier financiële portretten van studenten zonder basisbeurs, waarin ze vertellen hoe ze rondkomen.

Nu werken kost uiteindelijk meer dan het oplevert

Alexander van Dam (25), afstudeerder bij de verkorte opleiding Technische Informatica, koos er bij aanvang van zijn studie aan de TU/e heel bewust voor om te stoppen met werken. Tijdens zijn hts-opleiding Elektrotechniek werkte hij nog wel, zo’n tien uur per week. “De hts ben ik heel gemakkelijk doorgekomen. Maar ik wist dat het op mijn tenen lopen zou worden aan de TU/e. Dat ik de volle week bezig zou moeten zijn om zessen en zevens te halen. En dat blijkt een goede inschatting te zijn. Ik kom niet uit de informatica, dus mis ik een hoop basiskennis.”
Bovendien wilde Alexander niet beknibbelen op zijn idealen: de lokale politiek. Hij is mede-oprichter en oud-voorzitter van de SP-afdeling Oosterhout, die sinds 2003 bestaat. Dat kostte natuurlijk ook de nodige tijd, maar in tegenstelling tot regulier werk viel dit veelal flexibel te regelen. “In de politiek kan ik van alles tussendoor doen, door af en toe even een telefoontje te plegen. Met een baantje kan dat niet.”
Een tweede afweging om niet te gaan werken, is het feit dat Alexander denkt dat een bijbaantje hem uiteindelijk meer geld zou kosten dan het oplevert. “Met een bijbaantje zou ik er minstens een jaar langer over doen.” Met andere woorden: hij zou dan pas een jaar later het mooie salaris van een afgestudeerd informaticus krijgen.
Daarom leent Alexander al enige jaren zijn gehele inkomen van de Informatie Beheer Groep (IBG). Het maximale leenbedrag wordt maandelijks vanuit Groningen op zijn rekening gestort - nu circa achthonderd euro. Dat lijkt misschien wat veel voor iemand die nog bij zijn ouders woont en geen kost en inwoning hoeft te betalen. Maar de IT-student keek de afgelopen jaren tegen enkele buitengewone kosten aan, doordat zijn vriendin een ernstige spierziekte had. “Er was bij haar ziekte 25 procent kans dat het alleen maar erger zou worden. Dus hebben we de ruimte genomen om leuke dingen te doen.” Daarnaast was hij veel geld kwijt aan vervoer en ging een deel van zijn inkomen naar zijn vriendin. Gelukkig is ze inmiddels genezen. Alexander is nu intern aan het afstuderen, wat zo’n 250 euro per maand oplevert. Tijd dus om het niveau van de studielening flink terug te draaien.
Toen hij enkele jaren terug nog een bijbaan had, gaf Alexander veel sneller geld uit. Sinds hij aan de TU/e zit en niet meer werkt, heeft hij daar de rem op moeten zetten. “Ik kocht vroeger heel makkelijk cd’s of dvd’s. Nu doe ik dat veel minder. Het is best puzzelen af en toe om de touwtjes aan elkaar te knopen. Als in één maand je schoenen kapot gaan en je een set nieuwe broeken nodig hebt, dat is best moeilijk.” Zijn grootste kostenpost: de ziektekostenverzekering. “Nu is dat 115 euro per maand. Toen ik begon met studeren was dat nog 33 gulden.” En de nummer twee op lijst: de lunch uit de kantine. Weliswaar slechts enkele euro’s per dag, maar toch. “Dat is het enige wat me nog niet gelukt is qua bezuinigingen: zelf mijn lunches meenemen.”

Niet werken zou een vreemd gevoel geven

Inge Wijgerse (24), masterstudente Sustainable Energy Technology, denkt dat haar budget over de afgelopen jaren ongeveer duizend euro per maand was. Maar ze weet het niet helemaal zeker. De oorzaak: de financiën van de zesdejaars studente lopen dusdanig op rolletjes, dat er zelden de noodzaak was om er uitgebreid bij stil te staan. Ze heeft altijd al gewerkt, en aan de TU/e doet ze sinds haar tweede studiejaar student-assistentschappen. “Als je altijd werkt, staat er ook altijd geld op je rekening”, is haar ervaring. Momenteel heeft Inge twee assistentschappen, goed voor zo’n tien uur werk per week en vierhonderd euro per maand. En ze staat nog een derde keer op de loonlijst van de universiteit: als studievoorlichter. Zodra het financieel krap wordt, gaat ze daar meer uren draaien.
Student-assistent worden is volgens haar de meest voor de hand liggende keuze als student. “Dat doen de meeste mensen die ik ken, want het betaalt het beste.” Lenen is wat Inge betreft nooit een optie geweest - zelfs haar lopende rekening kan niet onder nul. Als ze geld tekort zou komen, dan zou ze eerder met haar ouders gaan praten, die al hebben aangegeven ook geen voorstander te zijn van lenen bij de IBG.
Mogelijk dat het tijdens haar afstuderen zover komt, want Inge weet niet of ze dan nog de tijd heeft voor een bijbaan als student-assistent. Maar ze sluit niet uit dat ze ook dan nog blijft werken. “Ik vind het een vreemd gevoel om niet te werken”, aldus de zesdejaars studente. “Ik heb nooit over lenen hoeven na te denken, want ik heb het nooit financieel moeilijk gehad.”
Ook de uitgavenkant van Inge Wijgerse ziet er redelijk zorgeloos uit. Eén aspect springt eruit: ze bespaart op de huisvesting door samen te wonen. Drie jaar terug ruilde ze haar kamer van 270 euro exclusief in voor een woning die op de slooplijst stond. Samen met een vriendin was ze daar per persoon slechts 180 euro inclusief aan kwijt. De truc: huurtoeslag - voorheen ‘huursubsidie’ geheten. “Door de huurtoeslag zou die woning zelfs in mijn eentje nog goedkoper zijn.” Sinds kort woont ze in een ‘echt’ huis, samen met haar vriend, en ook dat blijkt nog goedkoper dan de kamer die ze had. Verder werkt Inge tijdens de zomervakantie. Niet zozeer om de kas te spekken, maar om te voorkomen dat ze geld uitgeeft. Over andere ‘bezuinigingen’ moet ze lang nadenken. Ja, pas kleding kopen wanneer er geld is. Maar een biertje of een feestje overslaan? Liever niet.

Niet lenen als het niet hoeft

Astrid (23), zesdejaars Technische Natuurkunde (TN), verwacht na haar studie ongeveer zeventig euro per maand kwijt te zijn aan de lasten van haar studieschuld. “Dat is niet veel op wat je straks gaat verdienen”, beseft ze. Toch wil ze die toekomstige last zo klein mogelijk houden. Sinds het begin van dit collegejaar is haar basisbeurs op. Ze had ervoor kunnen kiezen om meer te gaan lenen -ze leent al enkele jaren honderd euro per maand van de IBG- maar dat zag ze niet zitten. “Ik heb gekeken wat de extra last zou zijn na mijn studie, en dat was eigenlijk bijna niks. Maar voor mijn gevoel wilde ik het niet.”
Astrid is sindsdien student-assistent. Ze heeft daardoor nu twee banen, want ze werkt op zaterdagen ook nog bij de infobalie van de Albert Heijn. “Ik wilde iets in mijn vakgebied gaan doen”, vertelt ze over de keuze voor het student-assistentschap. “Werken bij AH is wel leuk, maar niet echt leerzaam.” Bovendien is de drempel om student-assistent te worden laag. “Er hangen bij TN vacatures op prikborden waar je dagelijks langsloopt. En je kent de mensen die ze aanbieden.” De afgelopen maanden deed de natuurkundestudente studievoorlichting voor haar opleiding. Werkzaamheden: onder meer het begeleiden van workshops voor vwo’ers en rondleidingen geven. Vanaf april gaat Astrid stage lopen, daarna gaat ze afstuderen. Dan zal er geen tijd meer zijn voor het student-assistentschap. Een financiële bedreiging is dat echter niet. “Bijna ieder bedrijf geeft wel een afstudeervergoeding”, aldus de studente.
De zes uur per week die de 23-jarige zich als student-assistent inzet voor de universiteit compenseren ongeveer het verlies van de basisbeurs. Met het inkomen van Albert Heijn (zo’n 350 euro), steun van haar ouders (100 euro per maand) en de lening komt ze uit op een besteedbaar inkomen van zo’n 800 euro per maand. Daar betaalt ze -op de ziektekostenpremie na- alles zelf van. Inclusief haar kamer in het centrum, van 290 euro per maand. Rondkomen gaat haar niet moeilijk af. “Ik heb mijn uitgaven ooit allemaal bijgehouden. Maar dat doe ik niet meer.” Alleen december kan soms een moeilijke maand zijn. “Dan leen ik wel eens wat extra van de IBG. Dat gaat dan maar om eenmalig 50 euro ofzo.”
Ongeveer zeven jaar zal Astrid uiteindelijk over haar studie doen. Korter was toch niet gelukt, denkt ze. “Ik kan geen zestig uur per week studeren. Dus is werk een welkome afleiding. Bovendien wil ik ook dingen naast mijn studie kunnen doen. Ik heb bijvoorbeeld de Van der Waals-studiereis mee georganiseerd.

Als je nu in je onderhoud kunt voorzien, kun je het later ook

Mark van der Burgt (26) kreeg medio 2003 voor het laatst basisbeurs. Maar dat had bij lange na niet zo’n impact als het wegvallen van de IBG-lening en de bijbehorende OV-kaart, vertelt de student Bouwkunde. Na acht studiejaren draait Groningen de laatste geldkraan dicht, namelijk die van de lening. Dat moment bereikte Mark, die na de hts nu aan de TU/e de verkorte opleiding doet, afgelopen zomer.
De drie jaren dat hij kon lenen van de IBG, bestond zijn inkomen uit een combinatie van lenen en werken. Eerst rond de twintig uur per week, als een soort privéchauffeur op afroepbasis. Later ook als verkoper in een herenkledingzaak, omdat er niet altijd chauffeurswerk was. Het aantal werkuren liep daarbij wel terug naar ongeveer twaalf. “Architectuur is heel arbeidsintensief door de projecten. En die worden lastiger naarmate de studie verder vordert”, aldus de architectuurstudent. Maar hij wilde wel een besteedbaar inkomen van negenhonderd tot duizend euro houden, dus schroefde hij de lening op naar het maximale niveau - toen zo’n 750 euro per maand.
Sinds die lening is stopgezet, komt Marks budget louter en alleen uit werk. Lenen bij een bank, aankloppen bij zijn ouders, dat waren voor hem geen opties. Hij wil het zelf doen. En: “Met een baan verdien je een bepaald bedrag en dat geef je ook uit. Die balans, dat vind ik een prettig gevoel”, licht de 26-jarige student zijn keuze toe. “Als je nu in je onderhoud kunt voorzien, dan kun je dat later waarschijnlijk ook.”
Voor achttien uur per week staat Mark op de loonlijst van een consultancybureau; een baan die hij vond via werkbemiddelingsbureau Integrand. Hij doet er facility-management-projecten. Zo rolde er al een overall onderhoudsplanning voor een kleine honderd basisscholen uit zijn pen en boog hij zich over de gezamenlijke inkoop van schoonmaakwerk voor een groep basisscholen. Het verdient goed -ongeveer 950 euro per maand- en het is inhoudelijk ook nog eens interessant.
Het is een behoorlijk inkomen, in vergelijking met andere studenten. Toch gaat het allemaal op. Oorzaak: er zijn een aantal zaken waar Mark niet op wil bezuinigen. Lekker eten bijvoorbeeld, bellen (tot honderd euro per maand) en cafébezoek. “Ik zit bij een actief hockeyteam dat vaak in de kroeg staat. Daar gaat stiekem veel geld in zitten.” Dat kan oplopen tot boven de tweehonderd euro per maand. “Ik hecht meer waarde aan een goed gesprek in de kroeg, dan aan een dikke stereo”, vertelt de Bouwkunde-student. Het kroegbezoek heeft overigens afgelopen jaar deels plaatsgemaakt voor een andere stevige kostenpost: een vriendin in Zweden, die hij tijdens een stage leerde kennen. Hij vliegt er gemiddeld een keer per maand naartoe. En Mark zag in Zweden iets dat hij in Nederland op de markt wil gaan brengen, waarvoor hij inmiddels een bedrijf heeft opgericht, Free4students. Wat dat bedrijf gaat doen, dat wil hij nog niet prijsgeven. Wel dat het voorlopig alleen maar geld kost.

De cijfers
Van de zevenduizend voltijds-studenten die de TU/e vorig collegejaar telde, hadden slechts zo’n zesduizend een basisbeurs. Ongeveer duizend TU/e-studenten moeten het dus zonder stellen.
Nederland telt in totaal een klein half miljoen hoger-onderwijs-studenten. Hoeveel daarvan door de vijf jaren basisbeurs heen zijn, kan de Informatie Beheer Groep (IBG) niet zeggen. Wel dat 53.000 studenten alleen nog een lening hebben - dus geen basisbeurs. Gemiddeld lenen studenten uit deze groep een behoorlijk bedrag van de IBG: 620 euro per maand. Dat suggereert dat een behoorlijk deel van de studenten die door hun basisbeursjaren heen zijn, voor inkomsten vooral naar Groningen kijkt.
Een van de meest geliefde manieren om geld te verdienen is het student-assistentschap. Het verdient goed en het is nog interessant werk ook. Maar er is zeker geen eindeloos aanbod. In totaal staan momenteel ongeveer 440 assistenten op de payroll van Euflex, de TU/e-dochter die de salarisverwerking van de student-assistenten voor rekening neemt. Bovendien is het werk voor het overgrote deel slechts een bijverdienste, doordat het aantal uren beperkt is. Euflex schat dat minder dan tien procent van alles assistenten meer dan tien uur per week werkt.