Sportcentrum begint bedrijfsfitness voor medewerkers

door Jan Ummels
Medewerkers krijgen binnenkort de kans om gericht aan hun conditieverbetering te werken. Met ingang van het collegejaar ‘96-’97 begint het sportcentrum met lessen bedrijfsfitness. In april start een testcursus. De universiteit wil hiermee een bijdrage leveren aan een verhoogd welzijn van de medewerkers. Deelnemers aan de TUE-bedrijfssport kunnen kiezen uit twee trainingsvormen: fitness met gewichten en cardio-fitness. De lessen worden begeleid door sportleraar-fysiotherapeut Frits Niemans van het sportcentrum. De staf van het centrum zorgt ook voor ondersteuning van het project.
Is bedrijfsfitness zinnig voor de werknemers van de TUE? De Dienst Personeel en Organisatie en de Bedrijfsgeneeskundige Dienst kregen deze vraag in 1994 van het college van bestuur voorgelegd. De vraag werd doorgespeeld aan het sportcentrum. Daar kreeg men het verzoek om na te gaan welke mogelijkheden er waren om bedrijfsfitness en bedrijfssport binnen het voorzieningenpakket van de TUE te brengen. Gevraagd werd ook om hier een notitie over te schrijven.
Bij het sportcentrum ging Edo Storm, stafmedewerker, ermee aan de slag. Hij had al enkele jaren eerder het Verslag bedrijfsfitness TUE en Bedrijfssport geschreven. In een latere fase werd ook drs. Hans van Wijk, staffunctionaris DPO, hierbij betrokken. Ook in het georganiseerd overleg is het onderwerp bedrijfsfitness aan de orde geweest. Het CvB had immers voorgesteld om de voor de uitvoering benodigde financiële middelen te bekostigen uit de decentrale arbeidsmiddelen. Half februari is het OPTUE hiermee akkoord gegaan. De universiteit koopt de uren als het ware van zichzelf. Overigens moeten de deelnemers zelf ook een bijdrage betalen. Meedoen aan het bedrijfsfitness-programma kost 90 gulden per jaar. Deelnemers aan de testcursus, die loopt van april tot en met juni, betalen 25 gulden.
Het fenomeen bedrijfsfitness zoals de TUE dit nu aan de medewerkers biedt, houdt in enge zin in: het aanbod van trainings- en oefenprogramma’s voor verbetering van de lichamelijke conditie. Dat betekent in dit geval ook dat de universiteit de faciliteiten biedt om de fysieke situatie te verbeteren of optimaal te houden. Storm wijst hierbij op het verschil tussen bedrijfsfitness en bedrijfsport. Zegt: ‘Bij bedrijfssport is het verbeteren van de lichamelijke conditie ondergeschikt aan het lekker met elkaar sporten. De doelstelling is meer gericht op algemeen welbevinden. Overigens bestaat er op de TUE al een vorm van bedrijfssport. Zo is er het programma ‘Bewegen Op Muziek’. Storm: ‘Dat functioneert al enkele jaren drie maal per week heel goed. Het is eigenlijk bestemd voor studenten, maar wordt ook heel druk bezocht door medewerkers.’
Storm legt uit dat bij bedrijfsfitness zoals nu wordt aangeboden de belasting in de loop van het programma zal toenemen. Die belasting is dan ook vaak zwaarder dan bij de bedrijfssport. Bij bedrijfsfitness worden conditiedoelen vastgesteld. Regelmatig wordt gemeten of die worden gehaald. En verder is als gevolg van de toenemende fysieke belasting bij bedrijfsfitness, een medische keuring vooraf en begeleiding tijdens de training ook mogelijk. Hetgeen bij de cursus op de TUE ook het geval is.

Commercieel en ideëel
Wat is de achterliggende doelstelling van bedrijfsfitness? Van Wijk geeft aan dat dit zowel commercieel als ideëel kan zijn. ‘Bij een commerciële doelstelling is het een investering, waarbij wordt aangenomen dat deze zichzelf terugbetaalt in een hogere produktie.’ De gedachte hierbij is dat gezonde werknemers minder verzuimen wegens ziekte. Ook is de aanname dat het leidt tot meer werk-tevredenheid en een hogere betrokkenheid, die eveneens leiden tot een hogere produktie. Verder kan bedrijfsfitness ook invloed hebben op de fysieke en mentale weerbaarheid van werknemers in hun werkzaamheden.
Bij de ideële doelstelling gaat het om de verantwoordelijkheid die een bedrijf voelt voor de werknemers. Ze worden gezond in dienst genomen en moeten dan ook weer gezond de universiteit kunnen verlaten. Storm en Van Wijk delen mee dat er vraagtekens gezet kunnen worden bij de commerciële doelstelling om een hogere produktie te realiseren met fittere werknemers. Uit allerlei hoeken komen er geluiden dat de steeds hogere belasting van werknemers een steeds hogere tol eist. Er zijn nog maar weinig werknemers die pas op hun pensioengerechtigde leeftijd het bedrijf verlaten. Hun vraag is dan ook of het huidige personeelsbeleid op weg is naar een survival-of-the-fittest? Toch zijn ze tevreden met de keuze die de TUE heeft gedaan: Een keuze voor bedrijfsfitness in enge zin met een ideële doelstelling.

Aanloopperiode
Alle voorbereidingen voor de start van de fitness-lessen zijn rond. ‘Organisatorisch kunnen we het ook aan’, vertelt Storm. ‘De eerste cursus is een testcursus. We willen eerst een aanloopperiode om te zien hoe de medewerkers hierop reageren.’ En Van Wijk: ‘We starten met 16 personen. Vier weken lang iedere week één les van een uur. De groep gaat daarna individueel verder met ieder een eigen schema. Vervolgens komt er dan weer een nieuwe groep van 16 mensen aan bod.’ Nog onderzocht wordt wat de meest geschikte tijd is voor de lessen. ‘We hebben twee tijden in gedachten. ‘s Morgens van 7.30 tot 8.30 uur en ‘s avonds van 16.30 tot 17.30 uur. Het voorstel om de lessen voor aanvang van de werktijd af te werken, is afkomstig van rector Van Lint. Die heeft met dat tijdstip zelf goede ervaringen. Voorlopig wordt de testcursus echter gehouden van 16.30 tot 17.30 uur.
‘De eerste les begint op woensdag 3 april’, laat Van Wijk weten. Na een evaluatie van de testcursus wordt in september full speed met de echte cursus begonnen. Dan staan zowel cardio-fitness, als fitness met gewichten op het lesprogramma. Wat wordt met de verschillende trainingsvormen beoogd? ‘Bij cardio-fitness ligt het accent op het hart en de longen. Fitness met gewichten beoogt de spieren te versterken’, legt Storm uit.

Vragenlijst
De deelnemers aan de cursus krijgen eerst een vragenlijst voorgelegd. Die moeten ze invullen en op basis hiervan adviseert de begeleidende fysiotherapeut eventueel dat een deelnemer eerst contact moet opnemen met de bedrijfsarts of met zijn huisarts. Ook wordt uit de antwoorden van de vragenlijst vastgesteld met welke apparaten iemand gaat werken en op welk niveau.
Wat stellen de beide organisatoren zich voor van de cursus? Hoeveel deelnemers worden er bijvoorbeeld op jaarbasis verwacht? Storm is optimistisch en denkt aan 250 personen. Van Wijk zegt tenslotte: ‘Ruim geschat denk ik aan een aantal van honderd mensen. Ja, dat lijkt me reëel.’ De opzet van de cursus is gebaseerd op regelmaat. Storm: ‘Je kunt geen beslag leggen op begeleiders en apparatuur en dan plots zo maar drie weken wegblijven.’ En Van Wijk: ‘Dat zet natuurlijk geen zoden aan de dijk. Welke medewerkers zien ze graag naar de cursussen komen? In koor: ‘We gokken niet op de mensen die toch al veel aan hun conditie doen. We willen diegenen die daar nog haast niets aan doen.’

Sport kort

Binnenkort
NSK Squash
Op 3 en 4 april wordt voor de tweede maal in Rotterdam het NSK Squash georganiseerd. Gespeeld wordt er in het sportcomplex van de Erasmus Universiteit. Naar verwachting zullen zo’n honderd studenten deelnemen, die in speelsterkte variëren van recreant tot topspeler. Meer info: Henk van Aller, tel. 010-4032608.

Basketbaltoernooi Tantalus
Tantalus organiseert 4 en 5 mei voor de 13e maal haar internationale basketbaltoernooi. Deelnemers uit 12 verschillende landen strijden om de hoogste eer. De spelers (m/v) verschillen in niveau van kern tot en met eredivisie. Zaterdagmiddag wordt de traditionele All-Star Game gespeeld, waarin een team met de beste spelers van het toernooi het opneemt tegen een team van oud-internationals van de Nederlandse Basketbalbond.
Zondagmiddag om 15.00 uur starten de finales. De wedstrijden zijn vrij toegankelijk en worden gehouden in het sportcentrum.

Pusphaira 1 speelt gelijk
Pusphaira 1 speelde zondag gelijk tegen het onderaan staande De Bocht ’80. Tot enkele minuten voor tijd stond De Bocht nog met 2-0 voor, maar dankzij doelpunten van Robbert Bakker en Bram van Meel behaalde Pusphaira toch een punt. Het tweede elftal verloor onverdiend van PSV 5 met 1-0. Overige uitslagen: DBS 9-Pusphaira 4: 8-0; Nuenen 7-Pusphaira 5: 4-1.

Tantalus speelt slecht
Tantalus 1 speelde een thuiswedstrijd tegen Manders Premier. In een slech-te wedstrijd ging men met 89-95 ten onder. Het tweede team moest uit tegen hekkesluiter Quo Vadis uit Gemert en wist nipt te winnen met 75-77. Ook Tantalus 3 en 4 konden hun wedstrijden in winst omzetten.
Het eerste vrouwenteam van Tantalus zal door onnodig verlies van OBC het kampioenschap in de Overgangsklasse waarschijnlijk niet meer halen. Met name in de eerste helft tegen OBC werd te weinig gescoord. Een betere tweede helft kon het verlies niet meer voorkomen; einduitslag 39-34 voor OBC. Vrouwen 2 kon met een matige wedstrijd winnen van Yellow Soxs (38-29).


Agenda

Maart
Atletiek 20 Asterix Dommelloop
Badminton 16 Panache Clubkampioenschappen
Snooker 27-28 NSK Snooker Rotterdam