Onwetendheid
Uit de uitslagen blijkt dat Eindhovense studenten vaak een andere mening zijn toegedaan dan de rest van studerend Nederland. De meest opmerkelijke uitkomst was dat veel van de ondervraagden niet eens van de faciliteiten op de hoogte was. De helft van de studenten wist niet dat de mogelijkheid tot studiebegeleiding bestond in alle jaren van de studie.
Oving: ‘Vijf procent zei gedecideerd dat deze mogelijkheid niet bestond en vijfenveertig procent wist het niet zeker. Landelijk ligt dit percentage ook hoog: veertig procent. Maar het is toch wel schokkend dat Eindhoven hier het slechtst scoort. Veel studenten denken dat studiebegeleiding alleen iets is voor eerstejaars.’
Alhoewel aan de bekendheid van de studiebegeleiders dus nog wel wat mag verbeteren, wordt het werk dat ze doen in Eindhoven goed beoordeeld. ‘Eén van de vragen van de enquête was of de studenten vonden dat de studiebegeleiders zich goed voorbereiden op een bezoek’, vertelt Oving. ‘Daarbij behaalde Eindhoven een heel goed resultaat. Van de studenten die studiebegeleiding hadden gehad, trof 56 procent een goed geprepareerde begeleider aan. In de rest van Nederland vond maar een kwart van de studenten de voorbereiding in orde.’
Lage prioriteit
Dat studiebegeleiding in andere steden soms wat slechter geregeld is, illustreert ook het volgende voorbeeld van Oving: ‘We stelden de vraag aan de studiebegeleiders of ze stappen ondernamen als klachten vaak voorkwamen. Bijvoorbeeld naar het faculteitsbestuur stappen of zo. Daarbij zei maar liefst tien procent van de landelijke begeleiders absoluut niets te doen met frequente klachten. Daar zat gelukkig geen van de zes ondervraagde Eindhovense studieadviseurs bij.’
‘In Eindhoven is het grootste probleem van de studiebegeleiders dat ze te weinig aan PR doen’, aldus Oving. Is dat de enige reden waarom deze dienstverleners zo slecht bekend zijn bij de studenten? Oving voert hier nog een aantal redenen voor aan. ‘Op de TUE hier heerst een vrij nuchtere sfeer. Er wordt vaak geredeneerd in de trant van ‘Dat lossen we zelf wel op’. Bovendien blijkt dat studenten te weinig tijd hebben en dan krijgt het naar de studiebegeleider stappen een lage prioriteit.’
Vraagbaak
Technische studenten moeten ook harder stressen voor hun studie, blijkt uit de enquête. Eindhoven loopt hiermee weer voorop. Van de studenten die aangaven problemen te hebben met het behalen van hun studiepunten (zo’n dertig procent), gaf vijfenveertig procent aan dat dit onder meer kwam door het te volle studieprogramma. In Delft bedroeg dit percentage 31, in Twente 28 en gemiddeld voor Nederland lag het op 25 procent. In Eindhoven lopen de studenten dan ook meer studievertraging op. Bijna de helft zegt meer dan een half jaar achter te lopen. Ter vergelijking: in Twente was dit maar acht procent.
Oving: ‘Je zou dus zeggen dat we in Eindhoven wel wat studiebegeleiding kunnen gebruiken. Bovendien wordt begeleiding in de toekomst steeds belangrijker met zaken als het mogelijk invoeren van een bindend studieadvies en de prestatiebeurs. Ik vind dat studiebegeleiders studenten ook moeten helpen voor februari een keuze te maken of ze doorgaan met hun studie. Als je voor die tijd stopt hoef je nog niet je studiebeurs terug te betalen in verband met het niet halen van je temponorm.’
Een andere reden waarom studiebegeleiding niet zo goed functioneert in Nederland is dat studenten wat anders verwachten van de begeleiding dan de begeleiders zelf. Zo gaf een ruime meerderheid van de studenten in de enquête aan dat zij vooral een vraagbaak willen. Daarna wilden ze iemand die hen actief kon begeleiden en ten slotte wilde nog een enkeling zijn persoonlijke problemen kwijt bij de studieadviseur als vertrouwenspersoon. De studiebegeleiders hadden een heel ander beeld van zichzelf: in de eerste plaats zagen zij zichzelf als vertrouwenspersoon, dan als actief begeleider en pas in de laatste plaats als vraagbaak.
Wie geïnteresseerd is in een uitgebreidere presentatie van de enquêteresultaten kan op dinsdag 19 maart in het bestuursgebouw terecht. Daar is om 16.30 uur in de Dorgelozaal een presentatie van de uitslagen van de enquête. Aaneenvolgend is er een openbare discussie over studiebegeleiding, waarvoor in ieder geval alle Eindhovense studiebegeleiders worden uitgenodigd.
Ten slotte nog een voorbeeld van studiebegeleiding zoals het absoluut niet moet. Bij één instelling ergens in Nederland krijg je als je als student al je studiepunten van dat jaar haalt een voorgedrukt briefje thuisgestuurd: ‘Gefeliciteerd, je studiebegeleider’. Heb je deze prestatie niet gehaald krijg je een blaadje opgestuurd met de tekst: ‘Zet hem op, je studiebegeleider.’