Universiteiten willen zelf over salarissen beslissen

door Jan Ummels & HOP
De universiteiten willen zelf onderhandelen over de salarissen voor hun personeel. Ze hebben met het ministerie van Onderwijs afgesproken te zullen nagaan onder welke voorwaarden dat kan. De samenwerkende universiteiten (VSNU) willen met ingang van 1 januari 1998 hiermee beginnen. Het ministerie wil zich echter nog niet aan een datum binden. Ook de ambtenarenbonden hebben nog bezwaren.
De gezamenlijke universiteiten zullen minister Ritzen ervan moeten overtuigen dat zij in staat zijn de salariskosten in de hand te houden. Ook als zij zelf onderhandelen met de vakbonden. Voordat zij meer bevoegdheden krijgen wil Ritzen ook dat de universiteiten beter gebruik maken van de instrumenten voor personeelsbeleid die zij nu al hebben.

Rapport
De voormalige burgemeester van Eindhoven, dr. Jos van Kemenade heeft over de wenselijke ontwikkelingen over de decentralisatie arbeidsvoorwaardenvorming in de sector onderwijs en wetenschappen een rapport uitgebracht. Minister Ritzen heeft vorig najaar overwogen elke afzonderlijke onderwijssector zelf verantwoordelijk te maken voor alle arbeidsvoorwaarden. Niet alleen de secundaire-, maar ook de primaire arbeidsvoorwaarden. De zogenoemde commissie Van Kemenade diende hem daarvoor van advies. Dit naar aanleiding van een eerste reactie op de gedachte van de minister door de tweede kamer die er niets voor voelde om haar bevoegdheden op dat terrein af te staan. Van Kemenade kon daar in zijn rapport in meegaan. Decentralisatie kan eigenlijk niet. Een essentiële bevoegdheid van het parlement komt hiermee oneigenlijk in het geding, liet hij weten. Het zou in de toekomst onder voorwaarden wel mogelijk kunnen zijn voor het wetenschappelijk- en het hoger beroepsonderwijs, was zijn opvatting. De VSNU heeft inmiddels al commentaar gegeven op het rapport. De bonden moeten dat nog doen. Overigens is de centrale gedachte van de bonden dat zij wel mee kunnen gaan met het advies van Van Kemenade.

Budgetten
Nu bepaalt het ministerie nog in onderhandeling met de vakbonden de salarissen voor al het onderwijspersoneel. Dat geldt ook voor de algemene arbeidsduur. Hier wordt eveneens op het niveau van de hele onderwijssector over onderhandeld. De universiteiten zelf hebben alleen iets in te brengen in de onderhandelingen over de secundaire arbeidsvoorwaarden; dat zijn zaken als aanstellings- en ontslagregelingen, toeslagen, verlof, reiskosten en dergelijke. De VSNU en de vakbonden, zijn onlangs begonnen aan onderhandelingen daarover; die moeten resulteren in de eerste cao voor universiteiten.
De vakbonden hebben nog wel hun bedenkingen. Martin van Gessel, woordvoerder van de bonden in het Overlegorgaan Personeelszaken van de TUE en onderhandelaar namens de CFO in het VSNU-overleg verwoordt dat als volgt. ‘Men wil alleen maar over verdere decentralisatie van bevoegdheden spreken. Te weinig over sluitende arbeidsvoorwaardelijke regelingen.’
Ritzen heeft het standpunt van Van Kemenade echter al overgenomen. In navolging van Van Kemenade stelde hij wel voorwaarden aan de decentralisatie van de zeggenschap over primaire arbeidsvoorwaarden. Zo moeten de universiteiten eerst de al bestaande mogelijkheden voor eigen beloningsbeleid ten volle benutten, met name vormen van individuele beloning. Daar doen zij volgens Ritzen nog te weinig aan. Ook de VSNU wil die kant op in de nu begonnen onderhandelingen met de vakbonden. De bonden zijn er wel voorstander van dat de universiteiten zelf met hen over salarissen en arbeidsduur gaan onderhandelen. ‘Maar,’ zegt Van Gessel. ‘De bonden hebben wel een ander probleem. We vermoeden dat het budget te klein zal zijn. Het wordt dan verdelen van de pijn en de minister ontloopt zijn verantwoordelijkheid.’ Volgens hem willen de bonden eerst goede afspraken over hoe het budget bepaald wordt. Besluit: ‘Daar is de VSNU het met de bonden over eens.’