Volgens Els Wardenaar beginnen de TUE als geheel en de betrokken faculteiten zorgvuldig voorbereid aan de operatie. ‘Werktuigbouw-kunde, Elektrotechniek en Wiskunde en Informatica hebben bo-vendien hun handelswijze zoveel mogelijk op elkaar afgestemd.
Binnen de faculteiten is al zoveel mogelijk naar oplossingen gezocht. Daarnaast biedt het mobiliteitscentrum ondersteuning bij het zoeken naar andere mogelijkheden, hetzij intern, hetzij extern. Behalve de selectieve vacaturevervulling die al twee jaar van kracht is, is er een interne ‘vacaturestilte’ ingesteld tot 1 mei aanstaande om alle vacatures op te sparen. Na 1 mei komen zij die met ontslag bedreigd worden bij gebleken geschiktheid het eerst aan bod voor de vervulling van de functies. Bovendien krijgt iemand die deze week slecht nieuws te horen heeft gekregen een maand de tijd om zijn zienswijze te kennen te geven. In die periode moet iemand rustig kunnen nadenken en dan staat je hoofd nog niet echt naar solliciteren. Wanneer er dan vacatures in Cursor verschijnen waarvan je achteraf denkt: had ik maar gesolliciteerd, dan is dat natuurlijk niet goed. Tenslotte moet je de vacaturestilte ook zien als een steunverklaring van de hele TUE.’
Adviezen
Ondanks al deze voorbereidingen zal de houding van betrokkenen, maar ook die van de directe omgeving bepalend zijn voor de sfeer waarin mensen met elkaar omgaan. Hoewel er sprake is van een uitzonderlijke situatie, kan er toch voor sommige medewerkers een vervelende situatie ontstaan en zo ook voor hun naaste collega’s.
Voor hen die het slechte nieuws van een dreigend ontslag hebben gekregen, is het vaak moeilijk om ‘gewoon’ te blijven doen. Dat geldt uiteraard ook voor directe collega’s. Het feit dat een naaste collega misschien ontslagen gaat worden doet de gesprekken stokken wanneer die collega langsloopt. Daardoor voelt die zich weer buitengesloten. Of collega’s gaan juist buitengewoon meelevend om met hun collega, zozeer dat deze liever verschoond blijft van al deze onverwachte en misschien wel ongewilde attenties. Wat is wijsheid in dit soort situaties? DPO geeft een aantal adviezen uit voor hen die met ontslag bedreigd worden en voor degenen uit hun directe omgeving (zie elders op deze pagina). Wardenaar: ‘Hoe moeilijk het ook kan zijn, stop het onderwerp niet weg. Maar blaas het ook niet op. Probeer er met elkaar over te praten. Ga naar diegenen toe waar je je verhaal kwijt wilt: dat kan thuis zijn, bij een collega, maatschappelijk werk of de p-adviseur.’
Een aantal adviezen zijn plausibel, een aantal andere roept toch vragen op. Waarom moet een met ontslag bedreigde medewerker zijn collega’s niet steeds confronteren met de vraag ‘waarom ik’? Het lijkt toch een logische vraag. Wardenaar: ‘Je moet zo’n vraag niet aan je collega’s stellen, omdat die het antwoord toch niet weten. Of erger nog: ze geven het verkeerde antwoord. De directeur beheer heeft de uitleg al in zijn gesprek gegeven en hij is degene die het opnieuw kan toelichten’.
Volgens het advies van DPO is het verstandig om de nieuwe situatie geen invloed te laten hebben op de omgang met collega’s. Dat is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan. Maar als je het niet doet, maak je het jezelf volgens Els Wardenaar alleen maar moeilijker. ‘Probeer je niet te isoleren, hoe moeilijk dat ook kan zijn. Jij als persoon bent niet veranderd! En bovendien: je bent nog niet weg.’ In dezelfde lijn ligt het advies: ga voor zover mogelijk door met je werk.
Wardenaar: ‘Dat geeft houvast. Bovendien ben je dan niet de hele tijd bezig met de problemen die op je afkomen. Het geeft dus ook afleiding.’
Afspraken maken over de overdracht van werk en kennis lijkt niet tot de eerste prioriteit te horen van iemand die met ontslag bedreigd wordt. Als een instelling of bedrijf besluit van iemand afscheid te nemen, gaat het dan niet wat ver om te verwachten dat hij ook zijn werk nog netjes overdraagt, zeker wanneer dat werk toch verdwijnt? Els Wardenaar: ‘Je moet niet vergeten dat het hier om een bezuinigingsoperatie gaat. Primair is dus dat er voor bepaald werk gewoon geen geld meer is. Er zijn keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld aan de activiteiten die in de toekomst zullen worden voortgezet. Dat brengt helaas met zich mee dat functies moeten worden opgeheven of dat medewerkers overtollig worden. Het heeft niets te maken met de kwaliteit van het werk of met het feit dat iemand overbodig werk heeft gedaan. Dat is nu juist niet het geval. Wat iemand gedaan heeft kan juist waardevol zijn.
Daarom is het voor een medewerker, maar ook voor de TUE, belangrijk dat al die kennis die in de loop der jaren is opgebouwd, niet verloren gaat.’
Een advies dat de directe collega’s meekrijgen is ‘huil niet mee met de wolven in het bos’. Dat heeft volgens Els Wardenaar namelijk geen zin: ‘Je moet de feiten niet verdoezelen. Daar help je iemand niet verder mee. Je moet wel begrip tonen en luisteren.’
Een overmatig beroep doen op een vertrekkende collega is niet erg kies, zo mag men uit het zesde advies voor de directe collega’s afleiden. ‘Omdat je de indruk wekt dat je hem eigenlijk niet kunt of wilt missen. En bovendien moet je het straks ook zonder die persoon doen. Bovendien’, zo benadrukt Wardenaar, ‘is iemand die met ontslag bedreigd is, nog niet weg. We doen er juist alles aan om te voorkomen dat er iemand ontslagen wordt.’
De adviezen die DPO heeft opgesteld naar aanleiding van de gesprekken die deze week gevoerd zijn met de medewerkers van de faculteiten Werktuigbouwkunde, Wiskunde en Informatica en Elektrotechniek, luiden als volgt:
Adviezen voor diegenen die met ontslag bedreigd worden
Adviezen voor directe collega’s |