Goed gebouw
De jury van de Archiprix moest kiezen tussen de enorme veelheid van beelden, visies en ontwerpen van conceptuele inzendingen, waaronder ook uit Eindhoven, en de helderheid van concrete inzendingen. De discussie werd (voorlopig) beslist in het voordeel van die laatste. Is haar ontwerp een ‘technisch’ plan? Bierman: ‘Nee, ik denk het niet. Wel ben ik sterk uitgegaan van het vooronderzoek en de analyse. Dat moest ook wel om in een zo vreemde situatie als Mali een verantwoord ontwerp te kunnen maken. Mijn bedoeling was niet om expliciet architectuur, maar om een goed gebouw te maken. Het is mijn manier van werken, dat ik, op een vrij pragmatische wijze, ruimte en programma ontwikkel. De complexiteit van de opgave en de vele randvoorwaarden versterkten de noodzaak van die werkwijze. Zo blijkt toch ook architectuur te kunnen ontstaan.’
In hoeverre dankt ze het winnen van de Archiprix aan het architectuuronderwijs op de TUE? Bierman: ‘De bouwpraktijk is zo gedifferentieerd en gespecialiseerd geworden dat een architect absoluut niet van alle aspecten van het vak alles hoeft en kan afweten. Het leuke van de TUE was dat je in het begin heel veel verschillende kanten van het vak te zien krijgt en daarna je eigen weg maar moet vinden. Ik denk dat onze generatie nog het geluk heeft gehad dat er heel veel mogelijk was, als je er zelf achter aan ging.’ Zo kon Bierman bijvoorbeeld haar eigen begeleiders kiezen, veel projecten doen, veel tijd in leuke vakken steken en lang studeren. Ze vervolgt: ‘Op archi-tectonisch gebied word je heel vrij gelaten en ten opzichte van Delft moet je veel meer op zoek gaan naar jezelf in het ontwerpen, is mijn indruk. Ik heb in de begeleiding van mijn projecten veel steun gehad van Lex Kerssema-kers. Hij staat geloof ik wel een beetje voor de term ‘Eindhovense kwaliteit’ in architectuur: het onderste uit jezelf halen.’
Er spelen nogal wat problemen bij Bouwkunde: wat zou ze willen veranderen? Bierman: ‘Veel docenten en bestuurders denken alleen aan hun eigen hachje en staan niet meer ten dienste van de student. Er wordt niet meer naar elkaar geluisterd. Bekwame docenten en professoren, die voeling met de praktijk en de actualiteit hebben zijn het belangrijkste. Het aanleren van een kritische, wetenschap-pelijke houding is belangrijker dan het oefenen van specifieke methoden of technieken, in een wereld die enorm snel verandert. Het reikt op dit moment te ver om in te gaan op wat er allemaal zou moeten veranderen. Ik hoop dat de discussie hierover binnenkort wordt opengebroken.’
Afrika
Momenteel werkt ze in Dar Es Salaam voor een Nederlands- Engels architectenbureau. Ze maakt werktekeningen voor een ziekenhuis en ontwerpen voor appartementen en winkels. Hoe bevalt dat? Bierman: ‘Je draagt erg veel verantwoordelijkheid, ik ben daar de enige architect en de communicatie met het buitenland is moeilijk en duur. Je hebt dus weinig ruggespraak en moet veel zelf beslissen. Het is wel leerzaam, in Nederland krijg je niet zo snel zo veel verantwoordelijkheid. Ik ben ook niet bang terug te keren op de Nederlandse markt. Ik heb de laatste twee jaar van mijn studie twee dagen per week bij een architectenbureau gewerkt, dus ik heb hier ook wat ervaring. Bovendien kan ik redelijk goed met computers omgaan. Als je er maar vertrouwen in hebt en er helemaal achter gaat staan moet het altijd wel lukken.’ Wat maakt werken in Afrika zo leuk? Bierman: ‘Het werken in een heel andere cultuur vereist een open blik op je eigen werk -en levenswijze ten opzichte van dat van anderen. Je gaat veel bewuster om met aspecten als ontwerpen, uitvoeren, bouwen voor mensen, managen, cultuur, klimaat, politiek, enzovoort. Je moet veel breder werken terwijl je in Nederland veel sneller in een bepaald specialisme wordt gedrukt. Creativiteit in werkwijze en informatievergaring alleen al is heel belangrijk.’
Met dank aan Maud Aarts en Bouwpers.