Samenwerking KUB en TUE moet van onderaf komen

door Fred Gaasendam
Intensievere samenwerking tussen de KUB en de TUE dient niet bovenaf opgelegd te worden, maar moet gestalte krijgen ‘van onderop’ door middel van concrete samenwerkingsprojecten. Dat is de uitkomst van het overleg dat de CvB’s van de KUB en de TUE met elkaar gevoerd hebben aangaande de samenwerking tussen beide universiteiten. Beide besturen kwamen tevens tot de conclusie ‘dat een perspectief van strategische bestuurlijke samenwerking thans niet aan de orde is.’
Een en ander is te lezen in een schriftelijke mededeling die het CvB bekendmaakte in de vergadering van de universiteitsraad van afgelopen maandag. Dat beide CvB’s met elkaar in gesprek raakten over dit onderwerp heeft te maken met twee moties van beide raden van mei vorig jaar. In die moties dringen de raden er bij de colleges van bestuur op aan om nader te onderzoeken op welke terreinen de samenwerking tussen beide universiteiten kan worden geïntensiveerd.
De aanpak ‘van onderop’ heeft geresulteerd in een lijst met voorstellen op de gebieden onderwijs, onderzoek en dienstverlening. De rectoren van de TUE en de KUB bereiden een gezamenlijk overleg voor van de colleges van decanen, waar deze voorstellen besproken zullen worden. Voor bespreking van de voorstellen op het gebied van de dienstverlening zullen de beide secretarissen en de betrokken portefeuillehouders zorgdragen. Tot de voorstellen die bekeken gaan worden behoren onder andere samenwerking op de gebieden stages en afstudeeropdrachten, duurzame ontwikkeling en gerontechnologie. Het Centrum voor Taal en Techniek van de TUE en het Talencentrum van de KUB zouden elkaar in bepaalde opzichten kunnen aanvullen, wat ook geldt voor de beide diensten Studium Generale. Verder is er samenwerking mogelijk op het gebied van trainingen, reisverkeer en het uitgeven van proefschriften.