Schuimbekken

Het was allemaal zo snel gegaan. Drie weken geleden had Bart voor het eerst gehoord dat hij misschien stage zou kunnen lopen in het buitenland. Eigenlijk wilde hij nog helemaal niet op stage. Rustig wat vakjes doen dit trimester, beetje aankloten met de gitaar die hij net gekocht had. Af en toe naar de kroeg met zijn vrienden. En hele zondagen in bed liggen met een fles wijn, de zaterdagcrypto, Telekids op de buis en uren knuffelen met Saskia.
‘Als je naar het buitenland kan, moet je je niet door mij laten tegenhouden’, had Saskia gezegd, de schat. Maar ze kenden elkaar nog maar zo kort, een maandje. Een half jaar naar Brazilië is dan niet echt een duwtje in de rug voor je relatie. Bart had echter genoeg aan zijn kop. Inentingen halen, paspoort in orde maken, een beetje aan voorstudie doen. Een melkfabriek automatiseren. Leuk natuurlijk, maar Bart zag zich meer aan het strand liggen. Of een excursie maken naar de Amazone, of een auto huren en gewoon rond gaan rijden. Buitenlandse vrienden maken, nieuwe werelden ontdekken. Misschien kon hij er een paar maandjes vakantie aanplakken.
‘Wat zit je nou te zeuren, lullo?’, zei Sander fijntjes die woensdagavond in De Schuimkraag. ‘Dat is toch een gouden kans man, die laat je toch niet lopen.’ Bart kon het alleen maar beamen, maar hij begon zich nu al eenzaam te voelen. ‘Wat moet ik in mijn eentje in zo’n vreemd land. Als het me verdomme niet bevalt, zit ik daar wel mooi zes maanden.’ Sander zat hoofdschuddend aan de bar. Hij moest ineens denken aan het Braziliaanse carnaval dat hij eens op teevee had gezien. Hij begon verlekkerd te grijnzen. ‘Carnaval is er al geweest hoor’, zei Bart, die zijn vriend al langer dan vandaag kende. Bart had andere beelden in zijn hoofd. Zuurkool, twee vingers schuim, zeilen in Friesland en naar huis fietsen in de regen. Hij was bang de gekste dingen te zullen missen. Donderdagavond, de laatste avond, was hij met Saskia naar de film geweest. Moest een leuke film zijn ‘Zusje’, maar Bart vond het te Hollands, was er trouwens met zijn kop ook niet bij. Geslapen hadden ze die nacht niet. De laatste keer seks in een half jaar dacht Bart, maar ze waren allebei echt niet in de stemming. Ze hadden elkaar omhelsd en elkaar in de huilende ogen gekeken. Veel te zeggen was er niet. ‘s Ochtends had Bart zijn hoofd begraven tussen de borsten van Saskia en zich in slaap gehuild. Hij voelde zich zó klein.
Zijn maten kwamen hem uitzwaaien op Schiphol. Vrolijke boel, liedjes zingend met een gitaar erbij. ‘Het ga je goed Bart.’ ‘Veel plezier op het Copacabana, tijger.’ ‘Maak er wat van jongen.’ Hij kreeg nog een pluche koe mee. ‘Made in England, dus niet op kauwen, hè’, riep de Slak nog. Zo’n vierentwintig uur later zat Bart in een andere wereld. Palmbomen, boxershortje, zonnebril. Pedro, zijn buurman in de studentenflat, was een geschikte kerel. Hij had Bart al heel Sao Paulo laten zien. ‘s Avonds gingen ze naar Pedro’s stamkroeg ‘A Espuma de Cerveja’. De Hollander was ineens niet zo spraakzaam meer. Hij zat maar wat aan de bar met zijn koe te spelen. ‘Okay, show me picture’, zei Pedro. Hij pakte het pasfotootje van de verbaasde Bart aan. Zijn mond viel open toen hij de blonde schoonheid zag.

Rati

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.