Cultuer

Ex-Doppiaan Mark Timmer regisseert Madame de Sade

door Gerard Verhoogt
Iedereen kent Markies de Sade, maar wie kent zijn vrouw, de Markiezin? Voor hij in de kerkers belandde, waar hij zijn befaamde boeken schreef, trouwde hij met Renée Pálagie Cordier. Veel vrouwen speelden een rol in het leven van de Markies, maar geen enkele was zo vreemd zijn vrouw: in de gevangenis bleef ze hem trouw, ze scheidde zodra hij vrij kwam. Hierover en over zes andere vrouwen gaat ‘Madame de Sade’ van ex-Doppiaan Mark Timmer, een Werkplaatsproduktie die op 4 april in première gaat tijdens het lustrum van theater- en filmcentrum Plaza Futura.
De Japanse schrijver Yukio Mishima, die in 1970 zelfmoord pleegde, schreef geen historisch drama. Hem boeide de zes vrouwen rond de Markies, die ieder voor een bepaald karakter staan. Zo is de Markiezin het toonbeeld van echtelijke toewijding en haar moeder (die tegen het huwelijk was) voor het maatschappelijk fatsoen. Ze wint het van haar dochter want de Markies draait de gevangenis in ondanks haar verzet. Regisseur Timmer studeerde aan de Hogeschool Eindhoven, kwam in zijn laatste jaar bij Doppio terecht en was mede-oprichter van ‘Het ei van Doppio’, het huidige ‘Basta’.
Naast zijn werk als personeelsfunctionaris in de Grote Beek, deed hij de regisseursopleiding. Waarom? Timmer: ‘Het is leuker om zelf dingen te bepalen dan dat je bepaald wordt. Maar het belangrijkste is dat je iets in je hoofd hebt en dat echt realiseert.’ In 1994 studeerde hij af. Enerzijds maakt hij produkties, maar zijn geld verdient hij als docent drama en trainer voor bedrijven, politie en reclassering. Zijn eerste eigen regie was ‘Woyzeck’ (1995) samen met een filmer, vormgever, muzikant, studenten van de Academie voor Drama èn Doppio. ‘Mme de Sade’ is zijn tweede toneelproduktie, nadat hij op het Eindhoven Festival vorig jaar een cabareteske muziektheatervoorstelling maakte.

De Stranglers in de Effenaar

In 1975 maakten ze voor het eerst furore, hoewel het grote publiek ze maar tuig vond. En de Stranglers deden er in het begin alles aan om dat imago te behouden. Begonnen als coverband maakten ze furore met punkbands als The Clash, The Jam en The Sex Pistols. Stonden op de eerste elpee ‘Rattus Norvegicus’ nog titels als ‘Princess of the Street’, ‘Hanging around’, ‘Ugly’ en later ‘No more Heroes’, met ‘Golden Brown’ en ‘The Sun’ en ‘La Folie’ groeiden ze uit naar een band met klasse. Voor hun nieuwe cd ‘About Time’ doen ze op vrijdag 5 april de Effenaar aan.
Wilde verhalen circuleren er genoeg over de band. 1977: de band urineert over een logo van Ford. 1978: de BBC boycot de Stranglers omdat ze een T-shirt dragen met de kwetsende tekst ‘Fuck’. 1978: naakte danseressen begeleiden de band bij een concert in Battersee Park. 1979: de bandleden bonden een journalist vast in een Portugese woestijn en lieten hem daar achter na een slechte recensie. 1980: de bandleden verdwenen zelf achter de tralies na de beschuldiging tot het uitlokken van een totale universiteitsopstand.
De Stranglers werden vaak geassocieerd met de Hell’s Angels, alhoewel die groepen dat vaker zelf propageerden dan dat het initiatief van de band zelf uit ging. Toen ze dan ook overschakelden naar een meer intellectuele en nihilistischer stijl haakten de Angels af. Vorig jaar vierden de Stranglers hun 20-jarig bestaan. Vijf jaar geleden nam zanger Paul Roberts het roer over van frontman Hugh Cornwell, die na een concert in Londen het vliegtuig naar Japan nam en voorlopig niets van zich liet horen. Ook gitarist John Ellis, al een tijdje part-time Strangler en voormalig lid van de band van Peter Gabriel, trad toe. Tegenwoordig bestaan de Stranglers uit Paul Roberts; John Ellis, die Cornwall al verving in 1979 toen die een gevangenisstraf wegens drugsbezit moest uitzitten; Jean Jacques Burnell, de tweetalige bassist en in het bezit van de zwarte band karate (derde dan), afgestudeerd econoom en moterfreak; keyboard speler Dave Greenfield en drummer, ex-slijter en -ijsverkoper Jet Black. Op de cd is violist Nigel Kennedy een van de gastmuzikanten.

Kommil Foo speelt Neandertaal

Belgisch cabaret is zeldzaam, maar van hoog niveau. Tenminste als je afgaat op het duo Raf en Mich Walschaerts, die in 1992 Camaretten wonnen en daarna twee jaar volle zalen trokken met hun voorstelling ‘De Plank’. Anderhalf uur hielden ze het publiek bezig met droogkomische sketches, lyrische liedjes, speelse conversaties en sjouwden ze rond met een plank die dienst deed als kruis, surfplank, kamerscherm en nog veel meer.
De plank is ingeruild voor een spiegel, de atletische acteur Mich speelt viool en aangever Raf naast gitaar ook piano, en samen zingen ze a capella. Thema’s zijn sprookjes, sex, broers, liefde, geloof, de originele spijkerbroek van Billy The Kid, Elvis Presley, de beste banaan van een oerang-oetang en alles grijpt in elkaar. Ze zijn op 12 april te zien in de Stadsschouwburg.

Herman Brood goes reggae bij Berlage

Pianist, vader, junk, kunstenaar, ex-man van Nina Hagen, tattoo-freak, alcoholist, filmster, dichter: vele karakteristieken zijn op Herman Brood van toepassing. Na zijn escapades met Neerlands eerste bluesband Cuby and the Blizzards, Vitesse, Wild Romance, toert Brood de laatste tijd door het Grand Café Circuit. Daarmee promoot hij tevens zijn nieuwste cd ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag, die de reggae als basis heeft, wat volgens eigen zeggen een oude jeugdliefde is. Op een zelfgebouwd muziekinstrument, dat nog het meest lijkt op een combinatie van een motorblok, kettingen met een uitlaat van een stofzuiger en een verdwaalde schijfrem, brengt hij een ode aan Frank Sinatra. Naast een nummer als ‘Strangers in the Night’ in reggae-uitvoering speelt hij eigen nieuw materiaal. Brood komt op 7 april bij Grand Café Berlage.