Film en computers: de digitale Frankenstein

door Gerard Verhoogt
In de film ‘The Crow’ komt Brandon Lee, zoon van Bruce Lee, in een vuurgevecht terecht. Ook tijdens de opnamen: er was een echte kogel tussen de losse flodders beland en de film werd beroofd van zijn hoofdrolspeler. Men besloot de film met digitale technieken af te maken: een stand-in speelde de scènes van Lee en diens hoofd werd later met de computer ingescand. Het is één van de vele manieren hoe computers in worden gezet bij film. Het is dan ook niet meer de vraag òf er films komen met digitale acteurs, het is veeleer wachten wanneer de eerste uitkomt.
In Amerika is producent/ontwerper Scott Billups bezig met een digitale Marilyn Monroe. Hiervoor maakte hij talloze 3D-scans van Monroe-look-alikes. Hij besprak met mensen die Monroe gekend hebben, welk onderdelen van de dubbelgangers het meest op de echte Monroe leken. Die delen ‘plakt’ hij in de computer aan elkaar en er ontstond iets dat op een ‘enge’ Monroe leek. Daarna maakt hij er een mens van: waar bij mensen bindweefsel onder de huid zit, komen bij de digitale Monroe spieren die mee moeten bewegen als zij beweegt: ofwel Frankenstein digital revisited.
Deze techniek ontwikkelde de Industrial Light and Magic (ILM) studio voor ‘Jurassic Park’ (1993) nadat ze eerder de sensationele (digitale) trucages voor ‘Terminator II’ hadden gemaakt. Oprichter van deze studio is George Lucas, bekend van zijn ‘Star Wars Trilogie’, die de grote aanzet gaf voor digitale trucages. ILM genereerde het skelet van de dino’s in de computer via talloze polygonen (veelvlakken), naar klei- of gipsmodellen. Met ‘texture painting’ kreeg het skelet een digitale huid en er werd een programma geschreven om spierbewegingen automatisch en op het juiste moment en plaats te suggereren. Tot de meebewegende hangbuiken van de dino’s aan toe. ILM gebruikte in totaal 75 Silicon Graphic werkstations en drie 3D-pakketten voor de modellering, animatie en de rendering (in full colour uitrekenen van de uiteindelijke beelden); daarnaast gebruikte de studie nog 150 andere kleinere programma’s voor de special effects.

Vluchtsimulatoren
Computers werden voor de film pas interessant na de jaren ’60, toen Ivan Sutherland het Sketchpad-systeem ontwikkelde: een interactief programma voor 3D-graphics en -animaties. Hiermee konden ontwerpers en animators diepte invoeren, waarbij de computer het perspectivisch aanzicht in real-time berekent. Later werkt Sutherland mee aan het ontwerpen van de eerste vluchtsimulatoren (die 60 keer per seconde een nieuw beeld berekende en zo kon reageren op de nieuwe wijzigingen). De ILM studio’s zorgen voor de echte doorbraak van digitale trucages met ‘Star Wars’, ‘The Abbys’ en de eerste computerfilm ‘Tron’ (1985). Daarin raakt een man verdwaald in zijn computer als hij een spelletje speelt en de vervaardigde computeranimaties en -trucages waren toen overweldigend. Maar computers worden steeds goedkoper, hun geheugencapaciteit exponentieel groter en geen film, reclamespotje of tv-logo of -leader doet het nog zonder.
Beelden, foto’s bestaan uit duizenden pixels (picture elements) die, eenmaal gedigitaliseerd, eindeloos en steeds gemakkelijker en sneller gemanipuleerd kunnen worden. Film bestaat uit duizenden foto’s en daar geldt in principe hetzelfde voor. Het voordeel is duidelijk: het bespaart ruimte (een huiskamer als produktieruimte is genoeg), mensen (acteurs, technici), tijd en geld en de maker heeft alles in eigen hand. Voor opnames van verschillende standpunten van een gipsmodel of acteur zijn meerdere camera’s nodig. Met de computer stel je camerastandpunt, licht en schaduw zelf in en maak je verschillende opnames, die je naderhand kunt bewerken. Een kudde dino’s was simpelweg een kwestie van kopiëren. In een handomdraai zijn er tientallen versies van één model (bijvoorbeeld een auto) gemaakt en gebouwen ontploffen steeds vaker in de computer dan in het echt met het desintegreer-programma. Morphing (van metamorfose) past men tegenwoordig veel toe bij gezichten, maar begon met voorwerpen: leg het eerste beeld en het nieuwe eindresultaat vast in de computer en die berekent de tussenliggende fasen. Bij gezichten moeten alleen de ogen op dezelfde plaats staan, waarna een neger in een Chinees of een blanke verandert, of een man in een vrouw. Zie ook de diverse reclames of de Power Rangers.

Digitale lijm
Animatiefilms worden met een variant hiervan nog simpeler: tekeningen worden overbodig. Een acteur wordt met merktekens beplakt en speelt zijn rol. Een camera registreert zijn bewegingen en de computer verwerkt die. Bijna gelijktijdig met de bewegingen van de acteur verschijnt op het scherm een animatiefiguur (zeg Mickey Mouse) die zijn bewegingen exact nadoet. Een danser vertaalt de computer zo in een swingende tekenfilmauto. Maanden tekenwerk worden overbodig, een middagje opnemen en de tekenfilm is klaar, wat niet goed is doe je over. Daarmee is ‘Toy Story’ de nieuwe Disneyfilm, die helemaal in de computer werd gemaakt en ontwikkeld, al achterhaald. Een andere variant behelst twee poppenspelers die met magneetjes bewegen in een magnetische krachtveld in plaats van met poppen. De bewegingen worden opgevangen en door de computer verwerkt en het resultaat is een live-animatiefilm.
Andere computertrucages zijn minder spectaculair dan in ‘Jurassic Park’, maar worden veel vaker gebruikt. Oscarwinnaar ‘Forrest Gump’ baarde opzien met de scène waarin acteur Tom Hanks president Kennedy een hand geeft. De techniek is relatief simpel: uit de gedigitaliseerde originele opnamen werd het beeld van een vrouw uit de scène ‘weggesneden’ en die van Hanks erin gemonteerd. Maar in de film verliest Hanks ook beide benen. Moesten acteurs zich vroeger in allerlei bochten wringen om dat te verbergen, nu kon Hanks gewoon dooracteren: de computer werkte zijn benen weg en vulde de leegte op met achtergrondbeelden. Bij de opnamen voor een tafeltenniswedstrijd sloeg Hanks gewoon in de lucht, want de balletjes werden later door de computer gegenereerd en gemonteerd. Het kan allemaal met de huidige technieken, zeker in combinatie met blue screen. Alle media (film, video, pc-animaties, geluid) plakt de computer met digitale lijm naadloos aan elkaar. Conclusie: alles is mogelijk als je het kunt tekenen of verwoorden.

Tijdens het lustrum filmfestival van Plaza Futura worden drie gratis lezingen gehouden over de toekomst van de film. De onderwerpen: ‘Klassieke tegenover interactieve vertelling’, ‘Computeranimatie’ en ‘Virtual Reality’ (op respectievelijk 6, 7 en 8 april). Bijbehorende films zijn ‘Tron’, ‘Johnny Mnemonic’ (waar Sony zijn nieuwste speeltjes demonstreert), ‘Zelig’, ‘The Mask’ en ‘The Crow’.