Vertrouwenscrisis Bouwkunde bereikt hoogtepunt

door Gerard Verhoogt
Gisteren heeft de faculteitsraad van Bouwkunde in een extra vergadering de motie behandeld over de vertrouwenscrisis met het bestuur. Met een enkelvoudige meerderheid kan de faculteitsraad het vertrouwen in het bestuur opzeggen. Veel medewerkers van diverse vakgroepen hebben al langer moeite met de manier waarop het bestuur de faculteit beheert. Drie deeltijdhoogleraren van de groep Architectonisch Ontwerpen (AO) hebben gedreigd met vervroegd ontslag als de kandidaat van het bestuur benoemd wordt als nieuwe hoogleraar. Inmiddels wordt er een bemiddelingspoging ondernomen.
‘Ik werk hier al 25 jaar en ik heb altijd het gevoel gehad dat ik de faculteit mee heb opgebouwd. Dat gevoel heb ik niet meer’, verwoordt ir. Jan Janssen zijn wrevel. Hij praat ook namens ir. Faas Moonen, ir. Clemens Maassen van het wetenschappelijk personeel en de studenten uit de faculteitsraad. Janssen: ‘De problemen spitsen zich toe op de personele èn inhoudelijke invulling bij de vakgroepen Bouwtechniek en Architectuur, en op de manier hoe het bestuur die problemen op wil lossen.’ Volgens Janssen wil het bestuur een visie doordrukken, die niet door personeel en studenten gedragen wordt. Dat bleek vooral bij de benoeming van de nieuwe hoogleraar bij AO. Het bestuur wil een interne kandidaat, die zich volgens Janssen c.s. geprofileerd heeft op een randgebied van architectuur. Janssen: ‘De faculteitsraad en de vakgroep willen iemand die midden in het veld staat en naar buiten toe als zodanig erkend en herkend wordt.’ Mocht die bestuursbenoeming doorgaan, dan nemen de deeltijd hoogleraren Bert Dirrix, Hans Ruijssenaars en Ben Loerakker voortijdig ontslag, maar inmiddels hebben ze wel ingestemd met een bemiddelingspoging. Janssen: ‘Het bestuur heeft die benoeming doorgezet tegen de zin van de faculteitsraad in. Later hebben ze uitgelegd hoe dat past in het beleid, terwijl de raad dat nog niet besproken heeft. Het bestuur geeft de faculteitsraad, medewerkers en studenten niet tijdig en volledige informatie, zodat die groepen geen bijdrage kunnen leveren aan het beleid. Wij willen een nieuw bestuur dat een brede visie ontwikkelt op inhoud en bezetting van Bouwtechniek en Architectuur en dat zich baseert op een open en positieve relatie met de werkvloer.’

Centrale aanpak
Voor het bestuur kwam de vertrou-wenscrisis niet als een verrassing. Maar hoe nu verder? Decaan, prof.dr.ir. Thijs Bax: ‘Er wordt een bemiddelingspoging gedaan, maar de raad moet beslissen hoe het verder moet. Er is een voorstel van de full-time hoogleraren om een commissie in te stellen met iemand uit de faculteitsraad, een hoogleraar en een vakgroepvoor-zitter. Onder leiding van vice-decaan ir. Harrie Timmermans gaat die commissie bemiddelen, als ze genoeg vertrouwen krijgt. Het probleem behoeft een centrale aanpak.’ Wat verwacht hij van de vergadering van woensdag? Bax: ‘Ik denk dat de raad de bemiddeling prioriteit zal geven. Je kunt aan de hand van een incident wel mensen ontslaan of zeggen ‘Het is geen incident, het is een koers (inhoudelijk; hoe bestuur en raad met elkaar omgaan)’, maar dan is er nog geen nieuwe decaan of een nieuw beleid.’ Hij vervolgt: ‘Als de raad vindt dat anderen het beter kunnen, dan moeten ze zorgen dat die er komen. Veel problemen komen voort uit gebrek aan informatie over procedures en processen. Als de raad behoefte heeft aan meer informatie of discussie, dan moeten ze daar gewoon om vragen. We hebben niet het gevoel dat we informatie hebben achtergehouden of de raad misleid hebben. We voeren onze acties uit na besluiten van de raad, al weet die soms niet meer wat vorige raden hebben besloten. De uitvoering van wat de raad besloten heeft, beslaat soms jaren. En inhoudelijk kan de opleiding de toets der kritiek doorstaan, zowel landelijk als internationaal, dat hebben allerlei commissies en visitaties bewezen.’

Bij het ter perse gaan van dit nummer was de uitslag van faculteitsvergade-ring van woensdag nog niet bekend.