TUE en Utrecht bieden wisselcolleges scheikunde

van De Redactie
Studenten scheikundige technologie van de TUE kunnen met ingang van het nieuwe studiejaar ook colleges volgen aan de Rijksuniversiteit Utrecht. Vanaf september is dat mogelijk door een samenwerkingsovereenkomst tussen beide instellingen. Omgekeerd kunnen Utrechtse scheikundestudenten in Eindhoven terecht voor een aantal technische vakken. Ook de overstap van ingenieurs- naar doctoraalopleiding en vice versa is mogelijk. Dit met een minimum aan tijdverlies.
De afspraken tussen de beide faculteiten zijn een uitwerking van een samenwerkingsovereenkomst die de colleges van bestuur van de TUE en de UU al in in 1991 hebben gesloten. De technische universiteiten in Nederland leveren scheikundige ingenieurs (ir) af. Afgestudeerden van de opleiding scheikunde aan een klassieke universiteit krijgen de titel doctorandus (drs). Een groot deel van de opleidingen overlapt elkaar, maar er zijn ook duidelijke verschillen.
Studenten aan een technische universiteit hebben meer technische vakken in hun studiepakket. Een aanstaand ingenieur leert veel over eigenschappen van stoffen (materiaalkunde) en hoe stoffen op grote schaal geproduceerd kunnen worden (proceskunde). Milieutechnische en economische aspecten spelen daarbij een belangrijke rol. Studenten scheikunde aan de klassieke universiteiten gaan daarentegen dieper in op vakken als biochemie, colloïdchemie en kristal- en structuurchemie.

Wisselcolleges
Scheikunde studenten uit Utrecht kunnen zich vanaf september in het tweede studiejaar ook verdiepen in de techniek. Ze zijn welkom bij de TUE om het vak proceskunde te volgen. Eindhovense studenten kunnen zich in Utrecht bekwamen in biochemie en colloïdchemie. Het buiten de eigen instelling gevolgde onderwijs wordt automatisch door de eigen instelling erkend. Beide faculteiten hebben vanaf september een trimestersysteem. Dat maakt het volgen van de colleges op de andere universiteit gemakkelijker. Het is de bedoeling het aantal ‘wisselcolleges’ de komende jaren verder uit te breiden.
Verder kunnen studenten die tijdens hun opleiding merken dat ze zich toch beter thuis voelen bij de andere opleiding alsnog een overstap wagen. De faculteiten zullen zich inspannen om het tijdverlies voor deze studenten tot een minimum te beperken.
De ingenieursopleiding heeft sinds september 1995 een cursusduur van vijf jaar. De doctoraalopleiding telt slechts vier jaar. Utrechtse studenten kunnen vanaf september rekenen op een vijfde jaar studiefinanciering. De universiteit uit de Domstad neemt de kosten voor haar rekening. Studenten uit Eindhoven die overstappen naar Utrecht krijgen eenzelfde garantie.