Scheikundige Bart Drinkenburg: ‘De TUE als centrum om te studeren, te promoveren en te doceren’

Prof.dr.ir. Bart Drinkenburg (56) studeerde en promoveerde aan de TUE. Sinds 1 januari is hij hoogleraar procestechnologie. Eerder was hij directeur Corporate Technology bij DSM. Hij is blij dat hij als hoogleraar nog tien jaar te gaan heeft tot zijn pensioen. Bij DSM zouden er dat nog maar vijf zijn. ‘Sommige vrienden begrijpen niet zo goed dat je extra werk op je schouders neemt, dat bovendien een financiële aderlating betekent. Maar ik zie mezelf gewoon nog niet als oude man. Ook heb ik het altijd plezierig gevonden om mijn ervaring aan de jonge generatie door te geven’, aldus de sympathieke hoogleraar. ‘Als dat kan in een inspirerende omgeving is dat fantastisch.’
Als afgestudeerde HBS’er had hij interesse in exacte vakken, maar vooral de chemie trok hem aan. Toch was dit voor hem geen wet van Meden en Perzen: ‘Wat je ook kiest, je kunt dit altijd zelf sturen in een richting die je gelukkig maakt.’ Drinkenburg kwam hier het tweede jaar dat de TUE, toen nog de Technische Hogeschool, bestond. Een mooie tijd herinnert hij zich. ‘Allemaal enthousiaste mensen, het was klein en gezellig.’ Hij was lid van het corps. ‘Dat kon ook niet missen, er was maar één vereniging’, aldus de prof.

Uitwisseling
Na zijn studie en promotie werkte hij een jaar aan de Londen University. Daarna werd hij universitair docent en later hoogleraar aan de RU Groningen waar hij veertien jaar doceerde. In die tijd had hij al veel contact met het bedrijfsleven. ‘Dat is eigen aan het vakgebied van de procestechnologie. Er is altijd veel uitwisseling van kennis en personen’, stelt hij. In 1985 krijgt Drinkenburg een telefoontje van oud-studiegenoot ir. Dick Venderbos, die hij als commissielid juist had genoemd voor een hoogleraarschap bedrijfskunde. Directeur Corporate Research Venderbos wordt geen hoogleraar, maar biedt hém op zijn beurt de functie aan om de Proces Technologische Research te gaan leiden bij DSM. Hij besluit dat te doen, temeer omdat de afdeling Research opnieuw wordt opgezet, met het accent op betere samenwerking met de business, hetgeen de technoloog bijzonder aanspreekt.
Inmiddels is de hoogleraar weer terug op het oude nest. Hij studeerde en promoveerde aan de TUE. Nu leidt hij de groep Procestechnologie vanuit de FT-hal als opvolger van prof.dr.ir. Dick Thoenes. Bij zijn aantreden trof hij een goede groep met veel enthousiasme en studenten die echt iets van hun studie willen maken. ‘De hal is nog hetzelfde, maar ik heb weinig persoonlijke relikwieën uit mijn tijd gevonden. Dat zou ook niet goed zijn in een wetenschappelijke omgeving’, zegt Drinkenburg lachend.

Nog beter
Toch heeft hij wel ideeën hoe het allemaal nog beter zou kunnen. Zo ziet hij mogelijke verbeteringen in het studieprogramma, dat volgens hem meer op de veranderde bedrijfswereld moet worden afgestemd. Bedrijfskundige aspecten en procesbesturing moeten meer nadruk krijgen. Ook is hij vóór integratie en multidisciplinair werken. ‘Een ingenieur is volgens mij niet op de eerste plaats uitvinder, maar een creatieve toepasser van bruikbare kennis die door anderen wordt gegenereerd.’
De huidige combinatie van research en onderwijs bevalt Drinkenburg uitstekend, omdat deze een maximale variatie biedt. Zijn werk bij DSM doet hij graag, maar toch heeft hij het chemieconcern gevraagd om hem een functie aan te bieden die hij beter kan combineren met zijn hoogleraarschap. Drinkenburg is ambitieus, doch tevreden met zijn positie. Als hij zijn carričre vergelijkt met die van zijn studiegenoten, heeft hij het dan boven gemiddeld gedaan? ‘Ik heb er in elk geval geen problemen mee’, zegt hij veelbetekenend.