Elektrotechnicus Peter van Haendel: ‘Ik had toen weinig kijk op commerciële aspecten’

Meer dan tien miljoen dollar omzet per werknemer per jaar. Peter van Haendel, directeur van Intel Benelux BV zegt het met gepaste trots, alhoewel hij relativerend er aan toevoegt dat dergelijke omzetten in de automatiseringsbranche wel vaker voorkomen. Intel Benelux heeft overigens maar een klein aantal medewerkers: zesentwintig in totaal, terwijl Intel wereldwijd zo’n 45.000 werknemers heeft. De onderneming heeft zijn zetel in Rotterdam Noord, vlak bij het spoorwegstation Rotterdam Alexander.
Als je Peter van Haendel in zijn studententijd verteld zou hebben dat hij later directeur van Intel Benelux zou worden, dan zou hij daar vreemd van hebben opgekeken. ‘Ik had in die tijd weinig kijk op het commerciële aspect van het bedrijfsleven, en als ik die al had dan was het eerder negatief dan positief’, zo vertelt hij. Commercie had naar zijn idee in die tijd weinig inhoud en bestond vooral uit verkooppraatjes. Hij had zelf geen duidelijk beeld van het werk dat hij na zijn studie wilde gaan doen. ‘Hooguit zag ik mezelf als onderzoeker, maar dat is denk ik een vrij typisch stramien voor technische studenten om zo te denken. Overigens heb ik in de eerste jaren veel aan ontwikkeling gedaan, maar van lieverlede komen de commerciële aspecten naar voren.’

Digitale systemen
Als student was Van Haendel geen lid van een bepaalde vereniging. Hij is in Eindhoven geboren, had daar dus al familie en vrienden en hoefde dus geen nieuwe vrienden te maken. Van Haendel kwam als HTS’er bij de toenmalige TH Eindhoven en had daardoor een aantal vrijstellingen. Zo hoefde hij geen stages meer te lopen. Aan zijn studententijd denkt hij met plezier terug. Hij heeft van 1970 tot 1975 Elektrotechniek gestudeerd. In 1975 studeerde hij af bij professor Heetman. Vroegere studiegenoten komt hij eigenlijk weinig meer tegen en veel contact met de TUE heeft hij, uitgezonderd met zijn oude vakgroep, ook niet.
Zijn interessegebied was van meet af aan digitale systemen. Tijdens zijn studie maakte hij al kennis met de eerste microprocessoren van Intel. ‘Het was de begintijd van de microprocessors. Motorola kwam in die tijd ook met een microprocessor. De vertegenwoordiger van die processor in Nederland was het bedrijf Diode. Dat bedrijf had banden met de TH, en bij Diode heb ik ook mijn eerste baan gekregen. Ik ben daar begonnen als application engineer voor microprocessoren.’ Bij de TH waren microprocessoren in die tijd vooral object van onderzoek. Zo rond 1975 werd de microprocessor commercieel ingezet.
Van Haendel is zijn carričre dus begonnen bij de concurrent: Motorola en Intel zijn tot op de dag van vandaag elkaar soms fel beconcurrerende firma’s. In 1980 maakte hij de stap naar Intel Benelux, van welk bedrijf hij nu directeur is.

Virtual office
Voor wat betreft voorzieningen voor het personeel heeft Intel natuurlijk het neusje van de zalm op het gebied van communicatie. ‘We zijn als firma redelijk uniek omdat we een zogeheten ‘virtual office’ hebben’, aldus Van Haendel. ‘Eigenlijk heeft niemand bij ons een vaste werkplek. Je hebt je computer, die plug je ergens in en je gaat aan de slag. De meesten van ons zijn vaak op pad; iedereen heeft een ISDN-verbinding tot zijn beschikking, zodat we gemakkelijk thuis kunnen werken en aan video-conferencing kunnen doen.’
Van Haendel heeft het lang leuk gevonden om sterk technische taken te vervullen, maar ziet hij zich dat in de toekomst toch niet meer doen. ‘Op een gegeven moment ga je toch je aandacht verleggen. Dan is het niet langer de techniek van je produkt die je het meest interesseert, maar bijvoorbeeld de positionering van je produkt in de markt.’
Een carrière ‘hogerop’ bij Intel heeft als nadeel dat hij vrijwel zeker naar het buitenland zou moeten vertrekken. Maar voorlopig denkt hij daar nog niet aan. Van Haendel is immers pas vier jaar directeur van Intel Benelux en heeft het in die functie erg naar zijn zin. Een paar keer per maand reist hij naar Parijs om deel te nemen aan de vergaderingen van het bestuur van Intel van West-Europa. Maar warm lopen voor dat soort ‘uitjes’ doet hij niet. ‘Ik heb hier mijn thuisbasis’, zo zegt hij.