Vooraanmeldingen TUE nog steeds positief

door Frank Steenkamp HOP

De kans op een scherpe daling in het aantal eerstejaars in het hoger onderwijs per aanstaande september is verder verminderd. Het aantal vooraanmeldingen was de laatste vier weken opnieuw wat hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Daardoor nam de ‘achterstand’ op 1995 af van acht naar krap zes procent. De universiteiten profiteren hier minder van dan het HBO. De TUE kent een stijging van 2,4 procent ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar.

Nog steeds hebben zich minder mensen voor een studie aangemeld dan vorig jaar om deze tijd. Maar in het HBO is de achterstand tussen eind februari en nu sterk afgenomen: van 9,9 naar 4,9 procent. Bij de universiteiten was het herstel minder scherp: van 9,9 naar 7,1 procent.
Eind januari zagen de tellingen van het Centraal Bureau Aanmelding en Plaatsing in Groningen er voor beide sectoren van het hoger onderwijs zelfs nog somberder uit, met achterstanden van 12 (WO) en 13 (HBO) procent op vorig jaar. Maar er werd al rekening gehouden met een inhaal-effect, omdat studenten de laatste jaren hun definitieve studiekeus steeds langer uitstellen.
In het HBO is de achterstand nu bijna weggewerkt. Bij de universiteiten lijkt een daling van het aantal eerstejaars bijna onvermijdelijk, zeker omdat geneeskunde en diergeneeskunde de vooraanmeldingscijfers flatteren. Daarmee zet de trend van de laatste jaren door, waarbij het HBO een steeds groter deel van de studenten trekt. Tien jaar geleden was de instroom van het HBO maar anderhalf keer zo groot als die van de universiteiten; vorig jaar was dat verschil echter al een factor twee.
De onderlinge verhoudingen tussen de universiteiten zijn de afgelopen maand weinig veranderd. Nog steeds doet Groningen het als enige klassieke universiteit opvallend goed, en kunnen verder Wageningen en de meeste ‘jonge’ universiteiten hun marktaandeel vergroten. Dramatische uitzondering op die laatste trend is de Universiteit Twente, die nog steeds op 20 procent verlies staat.