Studenten te lorrig om college te lopen

door Hanne Obbink HOP
‘Ik erger me aan al dat geklaag van studenten over studiedruk en geldgebrek. Studeren is een privilege en studenten hebben in Nederland meer vrijheid dan in welk ander land dan ook. Maar ze zijn nog te lorrig om regelmatig college te lopen.’ Het debat, zaterdagmiddag in het Utrechtse Academie-gebouw, zou over de toekomst van het hoger onderwijs gaan. De in meerderheid grijzende heren in het forum spraken er beschaafde woorden over, en de zaal vol studenten hoorde het nauwelijks geboeid aan. CvB-voorzitter Veldhuis van de Universiteit Utrecht en collega De Greef van de Hogeschool van Utrecht bleken het erover eens dat zij het meest geleerd hadden op de lagere school. ‘Het moet in het Nationale Kennisdebat niet te veel over het hoger onderwijs gaan’, zei Veldhuis ook nog. ‘Het basisonderwijs wordt veel ernstiger bedreigd.’
‘Ik vind het nogal vaag allemaal, het zegt me eigenlijk niks’, luchtte een student halverwege de middag zijn gemoed. ‘Er was vandaag iemand van Douwe Egberts, die beweerde dat studie en beroep voor geen meter op elkaar aansluiten. Kunnen we het niet beter dáárover hebben?’ Inderdaad werd er toen even gesproken over wat studenten na hun studie wel en niet kunnen. Ze hebben te weinig gereedschap, werd er gezegd. Dat is geen wonder, zei een docente, want de eerstejaars die ik op college krijg, kunnen eigenlijk niet eens lezen, echt goed lezen. En daarmee dreigde het debat te eindigen waar het begon: bij het basis- en voortgezet onderwijs. Maar toen begonnen de studenten in de zaal zich te roeren. ‘Wij kunnen niet eens meer serieus studeren’, werd er gezegd, ‘want we worden gedwongen heel veel tijd te besteden aan bijbaantjes. En tegelijk staan we onder druk om stevig tempo te maken.’ Studeren is ‘a hell of a job’, vatte discussieleider Victor Deconinck samen. Pas op dat ogenblik ontstond er iets van discussie. De Greef sprak de zaal belerend toe: ‘Zijn jullie niet verbaasd over de elasticiteit van tijd?’ Renique van werkgeversverbond VNO/NCW kwam met onderzoekgegevens aanzetten: ‘Studenten hebben tijd zat.’ En Veldhuis werd oprecht kwaad over de ‘lorrigheid’ van studenten. ‘Studenten hebben niets te klagen. Zeventig procent komt uit milieus waar de ouders een ton of meer verdienen. Die kunnen best meebetalen aan de studie.’ Maar over de toekomst van het hoger onderwijs ging het debat niet.