Mogelijk proefprocessen bonden over wachtgeldkorting

van De Redactie
De bonden in het wetenschappelijk onderwijs zijn boos over een wachtgeldkorting die voortkomt uit de zogeheten anticumulatie-bepaling in het Besluit Werkloosheidsuitkering Onderwijs- en Onderzoekpersoneel (BWOO). Volgens die bepaling mogen wacht-gelders, ook zij die nu een uitkering genieten, geen deeltijdbaan hebben. Dat druist in tegen oude afspraken, waarbij dat wel mogelijk is. De bonden bereiden een aantal proefprocessen voor tegen minister Ritzen. Sinds 1 januari is de zogeheten anticumulatie-bepaling in het BWOO ook voor de bestaande uitkeringsgerechtigden van toepassing. Dat betekent dat wachtgelders die iets bijverdienen, die inkomsten op hun uitkering gekort zien. Er wordt zelfs al gekort indien een wachtgelder op grond van een aangegane verplichting niet voor de volledige 38 uur werken per week beschikbaar is voor de arbeidsmarkt. De bonden in het wetenschappelijk onderwijs hebben zich van meet af aan tegen deze door minister Ritzen genomen maatregelen verzet. De huidige maatregel leidt volgens de bonden tot een aantal grote onrechtvaardigheden, omdat zij oude afspraken teniet doet. Bij de grote door de minister van OC&W geïnitieerde reorganisaties in het verleden (Taakverdeling en -concentratie in 1980 en Selectieve Krimp en Groei in 1984) is een wachtgeld-garantie opgenomen. Op grond daarvan zijn, aldus de bonden, veel remplaçanten bereid geweest te vertrekken in plaats van jongere collega’s die anders ontslagen zouden worden. Velen van hen hebben naast hun uitkering een tot nu toe geoorloofde deeltijdbaan. Zij mochten onder de oude wacht-geldregeling tot honderd procent van hun oorspronkelijk salaris bijverdienen zonder korting. Sinds 1 januari worden die inkomsten echter gekort op hun uitkering. De uitkeringsinstantie (USZO) stelt zich daarbij op het standpunt dat zij de BWOO-regels na moeten komen. De minister vindt de korting gerechtvaardigd omdat de oude garantie alleen de hoogte en de duur van de uitkering betrof en niet de andere wachtgeldbepalingen. De colleges van bestuur van de universiteiten, en hiermee ook het CvB van de TUE, zeggen in deze uitvoeringspraktijk geen partij te zijn. De bonden zijn het met deze gang van zaken niet eens. Tegen de minister en het USZO zijn volgens Martin van Gessel, woordvoerder namens de bonden bij de TUE, een aantal proefprocessen in voorbereiding. De colleges van bestuur worden daarnaast aangesproken op hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de met individuele vroegere werknemers gemaakte afspraken. Zo ook het CvB van de TUE. Het CvB van de TUE wil over deze kwestie, gezien het landelijke standpunt, niet overleggen met de bonden. Er dreigt volgens de bonden daarom een conflict. De bonden van de TUE gaan nu inventariseren hoeveel oud-werknemers van de TUE benadeeld worden door deze nieuwe regeling.