Dienst Overige Zaken

Kleur aan de deur

In de maatschappelijke omgang speelt kleur een merkwaardige rol. Zowel in de letterlijke als in de figuurlijke betekenis is elke organisatie en ieder individu voortdurend bezig met de inkleuring van zijn bestaan. De kleuren die daarbij getoond worden in letterlijke zin, geven vaak een beeld van het innerlijk en worden in figuurlijke zin geïnterpreteerd. In de vorige Cursor staat een verslag van de bijeenkomst waarop de nieuwe rector magnificus van de TUE ongeremd over de toekomst heeft gesproken voor een zeer select gezelschap. Daar staat ook een opmerking bij over de kleur van de instelling en die opmerking inspireert mij tot wat gedachten over de kleur aan onze deuren.
Eerst even ter opfrissing de woorden van Rem. ‘Er zijn wel eens mensen die zeggen dat de TUE grijs is, maar dat zijn dan vooral mensen van de TUE zelf. Wanneer je met buitenstaanders over het TUE-terrein wandelt, valt het iedereen op hoe mooi groen het is.’ Het aardige van deze uitspraak is dat er een sprong gemaakt wordt van de figuurlijke naar de letterlijke kleur en er aldus een vergelijking tussen twee zeer ongelijke zaken gemaakt wordt. Wanneer de beide kleuren -grijs en groen- allebei letterlijk of figuurlijk naast elkaar gezet worden, ontstaat er een heel andere uitspraak.
Letterlijk is het terrein van onze instelling zeker aangenaam groen, maar even letterlijk valt moeilijk te ontkennen dat de gebouwen op dat terrein een gigantisch grijze uitstraling hebben. Er zijn daarbij variaties te zien van somber betongrijs tot licht kunststofgrijs, maar warmrood, heldergeel of lichtgroen, om maar eens wat mogelijkheden te noemen, schitteren vooral door afwezigheid. Het is zelfs zo dat een paar pogingen tot opvallende kleurelementen in onze gebouwde omgeving stilzwijgend om zeep zijn geholpen. Het ene voorbeeld betreft de deuren bij Werktuigbouw waar ooit heel grote rode cijfers op geschilderd stonden om de oriëntatie te vergemakkelijken. Deze cijfers waren zelfs een kunstproject, maar ook dat heeft de verdwijning in de bureaucratische onderhoudswereld niet kunnen tegenhouden. Het andere, meer recente voorbeeld betreft het TEMA-gebouw. Hier was als blikvanger door de architect een prominente luifel bedacht die met een fris en helder groene kleur behoorlijk opviel aan de bordkartonnen gevangenisgevel. Helaas heeft ook dit kleur-aan-de-deur-element al gauw het onderspit moeten delven, want intussen is de luifel overgeschilderd met een vage grijsvariant die er meer als grondverf uitziet. De groene faculteit W&M is definitief verdwenen. Figuurlijk zijn de kleuren weer iets anders over de instelling verdeeld. De opvatting dat grijs hier overheerst, is vooral figuurlijk bedoeld en betekent dan dat we zo weinig opvallen. Dat is heus niet alleen de opvatting van TUE’ers. Het imago van deze universiteit is gekoppeld aan dat van de stad Eindhoven en dat is nu eenmaal niet erg kleurrijk. Slechts de faculteit Bouwkunde zorgt voor een teken van leven door in het openbaar te discussiëren over opvattingen over architectuur en visies op het vak. Maar dat wordt ook als vuile was buitenhangen ervaren door de grijzen, die in grijze kostuums besturen en het liefst low-profile opereren. Groen is in figuurlijke zin een teken van veiligheid en tegenwoordig vooral ook een symbool voor milieubewust. Het veilige groen speelt voor mijn waarneming niet zo’n rol; af en toe wordt er eens groen licht gegeven voor iets, maar met de bezuinigings- en reorganisatieplannen in uitvoering staan de lichten op veel plaatsen toch meer op rood dan op groen.
Het andere groen van milieu en duurzame techniek is het beste kleurelement dat aan deze in-stelling te vinden is. De cursus Techniek voor Duurzame Ontwikkeling heeft niet over be-langstelling te klagen en trekt intelligente en bewuste studenten aan uit vele faculteiten.
De kleuren van de regenboog bestaan uit meer dan enkel groen en grijs. In letterlijke zin mis ik er vele op ons terrein en aan onze gebouwen en het nieuwe monsterachtige schei-kundegebouw lijkt daar weinig verandering in te brengen. Het wordt weer grijs, maar dan in hedendaagse spiegeluitvoering. In figuurlijke zin is het met de kleuren wat moeilijker te zeggen; in welke mate de TUE ook paars, rood, blauw, oranje moet uitstralen weet ik niet. Op een grijze achtergrond zouden een paar van die kleurtoefjes toch wel erg mooi uitkomen. Misschien kan ‘kleur bekennen’ tot speerpunt/actiepunt/beleidspunt/aandachtspunt of iets anders puntigs in de missie opgenomen worden.

Aat Vervoorn

In de rubriek ‘Dienst Overige Zaken’ schrijven prof.dr.ir. J.D. Janssen, prof.dr. P.J. Lemstra, prof.dr.ir. H.E.H. Meijer, dr. J.W. Nienhuys, drs. M. Pieterson, prof.dr. F.W. Sluijter, drs. A.J. Vervoorn en dr.ir. E.G.F. van Winkel.