Nieuwbouw PABO op TUE-terrein is eerste van HBO-cluster

door Gerard Verhoogt

In augustus 1998 hoopt de Pedagogische Hogeschool Eindhoven (PHE) haar deuren te openen op het TUE-terrein. Eind april sloten de besturen van de Pedagogishe Hogeschool Hemelrijken, het Hoger Onderwijs Zuid Nederland (HOZN) en het college van bestuur van de TUE daartoe een principe-overeenkomst. Daarmee is de PHE de eerste HBO-instelling die zich wil vestigen op het daarvoor bestemde gedeelte uit het masterplan Huisvesting. De PHE denkt verder aan samenwerking met de PTH en jonge starters.

De PHE ontstond door de fusie van de Pedagogische Hogeschool Hemelrijken en de studierichting Leraar Basisonderwijs van de Hogeschool Eindhoven en valt onder de bestuurlijke vlag van de HOZN. Gebouwenuitbreiding aan het Hemelrijken bleek te duur. Daarop opteerde de HOZN voor een locatie bij de PTH (ook een onderdeel van de HOZN), omdat het ministerie van Onderwijs toe wil naar de oprichting van educatieve faculteiten. Daar moet een bundeling van de lerarenopleidingen plaatsvinden, dus nieuwbouw bij de PTH lag voor de hand. Ton Tonnaer, lid van het CvB van de Hogeschool Hemelrijken, ziet in de uitstraling van het nieuwe gebouw nog wel een obstakel. Tonnaer: ‘De huidige PABO is een autonome instelling en dat moet het in de toekomst ook zijn en blijven. Dat betekent dat het gebouw een zelfstandige unit moet worden. De vormgeving moet de eigen uitstraling van het basisonderwijs representeren. Het moet niet overkomen als een technisch instituut. Daar heeft de HOZN uiteindelijk mee ingestemd.’
Nadat het gebied aan de Dommel en achter het auditorium wegviel door milieu-technische eisen, sloten de HOZN en het CvB van de TUE eind april een principe-overeenkomst voor nieuwbouw bij de PTH. Dit gebied in het noord-oosten van het TUE-terrein is in het masterplan Huisvesting bestemd voor HBO-activiteiten, met de PTH als middelpunt. Het nieuwe gebouw beslaat een oppervlakte van 4000 functionele vierkante meter.
Architectenbureau Van Teeffelen en Timmers, gespecialiseerd in onderwijsinstellingen en ziekenhuizen, moet inspelen op de educatieve doelgroep, ofwel 800 studenten van de dagopleiding en 1500 cursisten voor de post-HBO-opleidingen. Tonnaer: ‘Onze cursisten moeten buiten de reguliere onderwijstijden hun weg naar de PHE vinden, bij voorkeur zonder een half uur te moeten zoeken. Het gebouw moet herkenbaar en uitnodigend zijn.’
Het gebouw krijgt een open karakter met een onderwijswerkplaats van 400 vierkante meter. Daar komt een bibliotheek, alle praktijkmaterialen staan er standaard opgesteld en er komen allerlei speciale hoeken (zoals een video- en een technologiehoek met alle bijbehorende software), waar studenten zelfstandig en praktisch aan de slag kunnen. Daaromheen komen diverse vaklokalen en studieplaatsen waar studenten opdrachten uit kunnen werken. De PHE denkt bij de samenwerking met de PTH aan een expertisecentrum voor informatie- en communicatietechnologie voor het basis- en voortgezet onderwijs en het bedrijfsleven. Docenten kunnen er terecht voor scholing, advies en cursussen. Ook samenwerking met jonge starters op dit terrein is mogelijk en verder staat er een technieklokaal samen met de PTH op stapel.