Cultuer

Van Abbemuseum biedt mooi overzicht van collectie moderne kunst

door Gerard Verhoogt

‘Wat doen architecten en designers op de Documenta? Tegenover de kunst zijn het parasieten, roofdieren. Ze pikken van alles.’ Dat was de mening van Rudy Fuchs, oud-directeur van het Van Abbemuseum, in 1982. Fuchs maakte zich sterk voor de kunst en de makers ervan en organiseerde in 1986 ook de jubileumtentoontelling ‘Ooghoogte’. Dat was zo ongeveer de laatste keer dat de eigen collectie van het Van Abbemuseum te zien was. Een klein stukje van de internationaal vermaarde verzameling, zo’n zes procent van alle schilderijen, is momenteel te zien op ‘Alleen schilderijen ...’, de expositie bij het 60-jarig bestaan.

Al sinds de jaren zestig is er sprake van uitbreiding en nieuwbouw van het Van Abbemuseum. Dit om de eigen collectie te kunnen tonen. Die bouwplannen laten in elk geval nog minimaal twee jaar op zich wachten. Tot zolang zit het museum nog in de oude Philipswinkel aan de Vonderweg, die voor de tweede keer uiterst fraai verbouwd is. De tentoonstelling geeft een mooi overzicht van de kunstgeschiedenis na 1900, maar door de aaneenschakeling van de ruimten zijn ook interessante dwarsdoorsnedes te maken, waardoor de ontwikkeling van de kunst nog beter te zien is.
Het museum ontstond toen de sigarenfabrikant Henri van Abbe in 1933 opdracht gaf voor de bouw ervan. Hij schonk het in 1936 aan de stad, inclusief een aantal schilderijen uit zijn eigen collectie, want geld was er nauwelijks. Het museum bevatte naast de geschonken werken van Van Abbe zelf (Toorop, Willink, Sluyters) ook vaandels en trommels van de gilden. Pas met de aanstelling in 1946 van Edy de Wilde, met 25 jaar de jongste museumdirecteur van Nederland, verandert dat. Hij overtuigt de gemeente ervan dat een totaaloverzicht van de hele kunstgeschiedenis vanaf de zeventiende eeuw - iets wat de gemeente voor ogen had - niet te betalen is. En als ze dat toch wilden adviseerde De Wilde de gemeenteraad om wandplaten aan te schaffen. Het Van Abbe richt zich van nu af aan (1955) op moderne en hedendaagse kunst met een uniek collectiebeleid.

Meesterzet
Tegelijk met de tentoonstellingen van hedendaagse kunstenaars wordt er van hen werk aangekocht, waardoor men een eigentijdse collectie aanlegt, die ook nog betaalbaar is. Daarnaast wordt ook de bestaande collectie aangevuld en uitgebreid. Die bevat onder meer werk van Chagall, Picasso, Mondriaan, Appel, Bacon, Marlene Dumas, Rene Daniels, Hartung, Bracque, Kandinsky, Leger, Kokoschka, Delauney, Beckman, Gris, Corneille, Van der Leck, Beuys, Armando, Dibbets, Warhol, Duchamp, Judd. Maar ook werk van mediakunstenaars als Bill Viola en Tony Oursler.
Jean Leering, momenteel hoogleraar aan de TUE en van 1964-1974 directeur van het Van Abbe, organiseert de eerste tentoonstelling van Joseph Beuys in Nederland en hij weet één van de twee replica’s van de Lichtraummodulator van Moholy Nagy binnen te halen. Zijn meesterzet was de aankoop van ruim honderd werken van kunstenaar-architect El Lissitzky. Leering besteedt ook veel aandacht aan de maatschappelijke bewustwording en organiseert een aantal discussie-avonden, waar ook de ‘gewone’ Eindhovenaar het woord voert.

Te frivool
Fuchs, zijn opvolger, moet van dat laatste niets hebben. Als één van zijn eerste daden laat hij de bankjes uit het museum verwijderen, omdat ‘het een beetje te frivool was geworden.’ Fuchs wilde een streng, puriteins museum. ‘Ik heb alle banken laten verwijderen, mensen mochten niet meer gaan zitten, vond ik. Ik heb hier nooit van die kankerpartijen meegemaakt zoals je vaak in het Kröller-Möller ziet: dan gaan er van die bustochten naar de wildvoederplaats en dan koffiedrinken in het museum. Dat wordt giechelen of lachen om die rare kunst.’
Jan Debbaut, Fuchs’ vroegere rechterhand, neemt het roer in 1986 over en neemt de (omstreden) uitbreiding ter hand. Vooral om de eigen collectie permanent te kunnen tonen en daarmee de woorden van Edy de Wilde te kunnen logenstraffen. Die zei in 1982: ‘Ik durf gerust te zeggen dat er nergens in Europa een collectie te vinden is die zo compact en toch zo volledig is. Overal in de Westerse wereld is dat bekend, behalve in Eindhoven.’


Spacenight bij De Effenaar

Vorig jaar organiseerde De Effenaar voor het eerst een gecombineerde film- en muziekavond rond één thema. Dat beviel zo goed dat het dit jaar herhaald wordt met de ‘Spacenight’ van de Duitse regisseur Andrei Ujica. Vertoond wordt de film ‘Out of present’. Daarin wordt origineel archiefmateriaal, waaronder de allereerste 35 mm beelden van het universum, zo perfect gemonteerd, dat er een nieuwe thriller ontstaat. Het verhaal speelt zich af rond twee kosmonauten die in 1991 door de Sovjet-Unie de ruimte werden ingestuurd naar het ruimtestation MIR. Een van hen kwam na vijf maanden terug, de ander pas na tien maanden. Oftewel na de revolutie rond Gorbatsjov die toen plaatsgevonden had. Na de film is er het Basement Beauty’s Ball, waarin spacemuziek de boventoon voert met ‘Get Spacy’. Te zien en horen op 28 mei.