Plannen over huisvesting worden concreter

door Fred Gaasendam

Het college van bestuur heeft onlangs een tweede discussienota over de huisvesting gepubliceerd. De nota bevat de bevindingen van een aantal werkgroepen, die waren ingesteld na de publikatie van de eerste nota over huisvesting in 1994. Het TUE-terrein blijft groen, zo mag men uit de nota concluderen. De auto wordt teruggedrongen, de fietser en wandelaar krijgen voorrang, het loopbruggenstelsel wordt verder uitgebouwd en de gebouwen krijgen een facelift. De activiteiten concentreren zich rondom een ‘centrale loper’ aan de zuidkant van het terrein. De meeste plannen moeten voor het jaar 2005 gerealiseerd zijn.

Voor wie houdt van groen heeft de Technische Universiteit Eindhoven buiten kijf een fraaie campus. Aan de westzijde van het terrein stroomt de Dommel in een groen dal en aan de oostzijde bevindt zich een stuk bos dat een uitloper is van het groen aan de overzijde van de Insulindelaan. De tweede discussienota met betrekking tot de huisvesting van de TUE noemt Dommeldal en bosgebied als twee van de drie zones waarin het TUE-terrein ingedeeld kan worden. De overblijvende zone wordt het ‘kerngebied’ genoemd, het gebied waar de belangrijkste gebouwen van de TUE staan.

Verhuizingen
Het kerngebied is uiteraard het belangrijkste gebied voor de TUE. Hier vinden de voornaamste activiteiten van de TUE plaats. Het kerngebied zal in de toekomst nog belangrijker worden dan het nu is, omdat faculteiten die nu in het ‘buitengebied’ zitten, zullen verhuizen naar binnen. Onder meer over deze verhuizingen, maar ook over veel andere wijzigingen in de huisvesting en de indeling van het terrein gaat de discussienota Vernieuwde TUE rondom ‘centrale loper’. De eerste discussienota over de huisvesting van de TUE zag het licht in 1994. Het college van bestuur had diverse redenen om deze nota te schrijven. Zo veranderde er nogal wat in de status van de gebouwen van de TUE. De minister schonk in 1995 de gebouwen aan de universiteiten. De TUE werd dus eigenaar van haar gebouwen. De bek van dit gegeven paard oogde niet florissant: er was nogal veel achterstallig onderhoud, dat, zo meldde het college, vooral veroorzaakt was door de gever. De TUE draait nu op voor dat achterstallig onderhoud. Verder kreeg de TUE steeds minder studenten en had het CvB in toenemende mate behoefte aan de huisvesting van derden op het terrein, waardoor er nieuwe samenwerkingsvormen tussen industrie en universiteit konden ontstaan.

Detaillering
Een en ander resulteerde in de eerste discussienota over de huisvesting van de TUE in november 1994, een nota die overigens enige commotie veroorzaakte, omdat de geprognosticeerde investeringen haaks leken te staan op de bezui-nigingsplannen van de TUE.
Direct gevolg van de eerste discussienota was het instellen van een aantal projectgroepen die de plannen nader zouden vormgeven. Het resultaat daarvan is in de tweede discussienota terug te vinden. De uitgangspunten zijn hetzelfde gebleven; de tweede nota geeft echter meer detaillering. De planning liep overigens al snel anders dan de bedoeling was: in het auditorium woedde in november 1995 een fikse brand. Volgens de planning in de discussienota zou het auditorium echter pas van 2003 tot 2005 gerenoveerd worden. Dat is nu inmiddels al gebeurd.
Het TUE-terrein zal, als de visie van het CvB wordt uitgevoerd, groen van karakter blijven. Het Dommeldal blijft zoals het is; hooguit wil het CvB het dichte struikgewas dat de gebouwen van de TUE aan het oog onttrekt, uitdunnen. In de visie van het CvB moet de TUE namelijk ‘open en uitnodigend’ naar de stad zijn. Overigens zal er op de zuidwesthoek van het terrein, aan de overkant van de Dommel, wel een ‘on-dernemershuis’ gebouwd worden. In de paviljoenen in het bosgebied langs de rondweg tot aan de Dorge-lolaan zullen als bewoners mogelijk dienstverleners en kleine bedrijven komen. Het kerngebied krijgt een ‘centrale loper’, waarlangs de faculteiten herkenbaar gehuisvest zullen worden. Opmerkelijk in deze tweede discussieno-ta is het zware accent dat de loopbruggen van de TUE-gebouwen krijgen. ‘De projectgroep wil het loopbruggenstelsel verbeteren’, staat in de nota, ‘onder andere met de verbindingen die bij de nieuwbouw T nog ontbreken, en met een loopbrug tussen het auditorium en het huidige T-hoog. Het stelsel kan eenduidiger en aantrekkelijker aangekleed worden, zodat mensen logisch en gemakkelijk de weg kunnen vinden.’

Centrale loper
Fietsers en wandelaars krijgen de ruimte op het vernieuwde TUE-terrein. Een voorbeeld daarvan is de aanleg van een recreatief fietspad langs de Dommel en een fietstunnel onder de rondweg door. De ‘centrale loper’ in het hart van de TUE zal geheel autovrij zijn. De heilige koe wordt verbannen naar de periferie van het terrein, waar evenwel genoeg parkeerplaatsen zullen zijn. De parkeerterreinen sluiten direct aan op ingangen van het loopbruggenstelsel. Heeft het TUE-terrein op dit moment drie ontsluitingswegen, in de toekomst zal dat er waarschijnlijk een minder worden. De ontsluitingsweg aan de zuidwestzijde, die in het verlengde ligt van de ‘centrale loper’, wordt namelijk in de visie van het CvB afgesloten. De noordelijke toegang over de Dommel wordt dan de hoofdtoegang.
De gebouwen in het kerngebied zullen aan een grondige renovatie worden onderworpen, zodat de huidige ‘sobere strengheid’ van de gebouwen in een positievere uitstraling wordt omgezet.

Meer samenwerking
De samenwerking tussen de faculteiten en de nieuwe opzet van de dienstverlening hebben invloed op de huisvesting. Vier technische faculteiten, te weten Technische Natuurkunde, Scheikundige Technologie, Elektrotechniek en Werktuigbouwkunde, studeren op meer samenwerking op het gebied van dienstverlening. De vier faculteiten zullen waarschijnlijk in ieder geval voor één gezamenlijke bibliotheek kiezen, één technische dienst met gedetacheerde ateliers, een gezamenlijke Arbo- en Milieudienst en een gemeenschappelijke aanpak van informatietechnologie en automatisering.
De vijfde faculteit die meedoet met een centrale bibliotheek is Bouwkunde. Mogelijk komt ook de bibliotheek van Technologie Management, wanneer die faculteit in het hoofdgebouw zal zijn gehuisvest, bij de centrale bibliotheek. Alleen de faculteit W en I houdt vooralsnog haar eigen bibliotheek.

B-hoog
Bepaalde onderdelen die al in de eerste discussienota waren behandeld, worden nog eens kort in de tweede nota gememoreerd, zoals de verhuizing van de faculteit Bouwkunde. Zodra T zijn intrek zal hebben genomen in het nieuwe gebouw (ergens in 1997), zal T-hoog grondig gerenoveerd worden en gereed gemaakt voor de huisvesting van de faculteit Bouwkunde. T-hoog wordt dan B-hoog. Bouwkunde zal waarschijnlijk in 2000 verhuizen. Aansluitend volgt een grondige renovatie van het hoofdgebouw.
Elektrotechniek zal overigens worden gehuisvest bij Natuurkunde, met waarschijnlijk beperkte nieuwbouw tussen W-hoog en N-laag of door uitbreiding van het gebouw Warmte en Stroming met hoogbouw. Overigens zal er nog een werkgroep ‘Kantoor van de toekomst’ worden opgericht, die gaat studeren op mogelijkheden om efficienter gebruik te maken van de bestaande kantoren. Tevens komt er een werkgroep ‘Studieprojecten’, die onder andere zal peilen of er bij de studenten behoefte bestaat om te wonen op het TUE-terrein.

Wat gaat het kosten?
Om alle gebouwen van de TUE weer in een goede conditie te krijgen is er volgens het CvB een bedrag van 500 miljoen gulden nodig. Het huisvestingsplan is mede opgezet om dit bedrag omlaag te brengen. De TUE zit te ruim in haar jas; in het jaar 2000 zou volgens de vorige discussienota de TUE 35.000 vierkante meter overhebben. Concentratie van de activiteiten in het kerngebied zorgt ervoor dat er hele gebouwen vrijkomen, zoals E-hoog, het bestuursgebouw en de paviljoenen. Deze gebouwen kunnen weer verhuurd worden. Door deze operatie zakt het bedrag van 500 miljoen gulden terug naar 350 miljoen gulden. Overigens krijgt de TUE volgens de nota jaarlijks 12 miljoen gulden voor onderhoud van de gebouwen van de rijksoverheid. Dat is te weinig om ze permanent in een goede conditie te houden.