Bonden doen voorstellen over arbeidsvoorwaarden
van De Redactie
Over de arbeidsvoorwaarden voor het TUE-personeel wordt tegenwoordig aan verschillende tafels overlegd. Minister Ritzen moet in de ‘sector commissie onderwijs en wetenschappen’ met de vertegenwoordigers van de centrales van overheids- en onderwijspersoneel in ieder geval tot overeenstemming komen over algemene salarisverhogingen, de algemene arbeidsduur, de inhoud van de bovenwettelijke, sociale zekerheid en de financiële middelen die aan de CvB’s van de universiteiten ter beschikking worden gesteld om additionele decentrale arbeidsvoorwaardelijke regelingen te treffen. De VSNU moet namens de gezamenlijke universiteiten met de daar werkzame bonden tot overeenstemming komen over specifieke universitaire arbeidsvoorwaarden- en rechtspositieregelingen. Het college van bestuur van de TUE moet het tenslotte met de lokale vertegenwoordigers van de bonden eens worden over regelingen voor het TUE-personeel.
Op alle niveaus is er nu overleg gaande. Bij de minister hebben de centrales een verlanglijstje op tafel gelegd met als kernpunten: 4,5 procent extra loonruimte en een algemene arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week. Met de VSNU wordt intensief overlegd over een nieuwe rechtspositieregeling. De bonden richten zich vooral op werkgelegenheids-afspraken, aanstellingsbeleid met de nodige rechtszekerheid en zorgvuldig afgebakende ontslagprocedures. Aan het CvB van de TUE zijn op 8 mei voorstellen gedaan waarbij de nadruk ligt op invulling van de zogeheten ‘kan- en moet-bepalingen’ uit het rechtspositiereglement wetenschappelijk onderwijs en onderzoek (het RWOO). Deze RWOO-bepalingen geven het CvB nu al de bevoegdheid om eigen regelingen te treffen op tal van punten.
Onder de titel ‘Voor kwaliteit en aandacht’ stellen de TUE-bonden onder andere het volgende voor: om 10 miljoen gulden toe te voegen aan het budget sociaal beleid bij bezuinigingen; om een gedragscode op te stellen bij werving en selectie van personeel; om regels en rechten met betrekking tot keuringen en bedrijfsgezondheidskundige begeleiding, en de bekostiging daarvan door de TUE, nader vast te leggen; om regels voor de toekenning van allerlei bijzondere beloningen (extra periodiek, gratificaties, toelagen en premies) vast te stellen, die een gelijke behandeling waarborgen; om een tegemoetkoming in noodzakelijk gemaakte kosten in verband met ziekte in het leven te roepen; om aansprakelijkheid en schadeloosstelling nauwkeuriger te regelen.
Het CvB zal waarschijnlijk deze week met een reactie komen en een eigen inzet. Afgesproken is al wel dat een overeenkomst dit keer voor twee jaar zal gelden. Verwacht wordt dat de VSNU en de landelijke bonden dan tot een akkoord gekomen zullen zijn, waardoor er in 1998 een nieuwe situatie ontstaat.