Shell stuurt studenten met STEP op stage

door Désiree Meijers

STEP staat voor Shell Technology Enterprise Programme. Met dit initiatief wil Shell Nederland het midden- en kleinbedrijf laten profiteren van talentvolle en ondernemende studenten van universiteiten en hogescholen. Deelnemende studenten kunnen rekenen op een prima vergoeding en een deskundige begeleiding. Weten ze aansluitend hun project tijdens een finale met verve voor een commissie te presenteren, dan dingen ze ook nog eens mee naar een extra prijs van duizend gulden. Binnen de TUE vallen de activiteiten rondom STEP toe aan het Liaisonbureau onder leiding van dr. Karen Ali.

De STEP-projecten worden verzameld door de diverse innovatiecentra in het land. Zij kennen de bij hen aangesloten midden- en kleinbedrijven en weten welke problemen er spelen. De universiteiten leveren de studenten. Shell speelt de rol van intermediair. Om de slagingskans van het STEP-project in Nederland vast te stellen, voerde Shell eerst een pilot-project uit naar de universiteiten. De TUE was daar in eerste instantie niet bij betrokken, in tegenstelling tot Twente, Delft en de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Ook het Innovatiecentrum Oost-Brabant was er niet bij. Al snel bleek Shell niet om de TUE heen te kunnen. Dr. Karen Ali, hoofd van het Liaisonbureau met kennis- en technologietransfer in portefeuille, en het Bureau Stages van de faculteit Technologie Management sprongen onafhankelijk van elkaar op het Shell-project in. Bovendien vroegen nogal wat bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf tijdens de eerste ronde specifiek naar studenten uit Eindhoven, en dan met name naar werktuigbouwkundigen. Vanaf dat moment was ook de TUE gelieerd aan het STEP-project.
Met succes, want één van de TUE-studenten kwam al direct in de Top-5 van beste stage-projecten uit een totaal van 25. De eerste plaats was voor een ontwerp van geluiddempers voor industriële uitlaatsystemen van Jan Hooghwerff uit Delft. 'Zijn' produkt verscheen inmiddels al op de markt, waarmee het nut voor het bedrijfsleven gemakkelijk aantoonbaar was. ‘De procesanalyse van onze kandidaat Marco Lahr was wat dat aangaat wat moeilijker te beoordelen. Als we in de toekomst een student gerichter begeleiden bij zijn presentatie, dan is een eerste plaats voor de TUE beslist niet ondenkbaar’, meent Ali.
Wat zijn de redenen voor Shell om dit STEP-project, dat in Engeland al tien jaar geleden met succes werd opgestart, ook in Nederland te beginnen? De toekomstige groei en werkgelegenheid zal voornamelijk uit het midden- en kleinbedrijf komen, zo denkt men bij Shell. Het is goed om deze sector kennis uit de universitaire wereld aan te reiken, gecombineerd met Shell-expertise, en het zo inzicht te verschaffen in de inzetbaarheid van talentvolle hoger opgeleiden. Aan de andere kant kunnen studenten hun kennis en kunde in de praktijk toetsen en ontdekken welke mogelijkheden er voor hen liggen in het MKB. Dat het Shell-imago en passant een positieve impuls krijgt, is natuurlijk mooi meegenomen. Shell heeft deze zaak goed gepromoot bij het midden- en kleinbedrijf. Dat blijkt wel uit het feit dat de aanbiedingen voor stageplaatsen talrijk zijn. Zo talrijk, dat er momenteel zelfs een pak opdrachten ligt waar studenten uit kunnen kiezen. Anders gezegd, er zijn te weinig gegadigden onder de studenten.

Bekendheid
Aan de voorwaarden kan het niet liggen. De projecten kunnen betrekking hebben op zeer uiteenlopende onderwerpen, zoals ener-giebesparing, kwaliteitszorg, milieu, informatica, chemische technologie, marketing en be-drijfsvoering. Zo is er reeds gewerkt aan een efficiëntere produk-tielijn, aan de standaardisatie van een verpakking en is industrieel marktonderzoek uitgevoerd.
Ieder project neemt acht tot twaalf weken in beslag. In deze periode moet een technisch of bedrijfskundig probleem opgelost worden en dient men een rapport te schrijven. Met zo’n opdracht is een bedrag van 2400 gulden te verdienen. Er is een deskundige stagebegeleiding. Het betrokken innovatiecentrum treedt op als intermediair naar het midden- en kleinbedrijf en praktisch ingestelde Shell-deskundigen begeleiden het project. Bovendien is er voor de beste stage nog een extra prijs te verdienen.
Het kan niet anders dan dat studenten gewoon niet op de hoogte zijn van dit STEP-project. ‘Dat is jammer’, vindt Ali. ‘Ook voor het verdelen van projecten binnen faculteiten is een betere organisatie nodig. Stages worden binnen de TUE niet centraal uitgezet. Er is lang niet overal een facultair stagecoördinator. Soms is er wel zoiets op vakgroepniveau. Voor STEP zou je meer zicht moeten hebben op wie waar mee bezig is.’ Ali wil met het Liaisonbureau, indien nuttig, hier een bemiddelende rol in spelen.

Alliantie
Shell zoekt meerdere grote bedrijven die een rol kunnen spelen in het STEP-project, zodat deze gezamenlijk een soort alliantie kunnen vormen. De benaderde bedrijven hebben echter nog niet toegehapt. Philips reageerde in eerste instantie negatief; er zijn al eigen kanalen voor stagiairs beschikbaar. DSM heeft laten weten niet afwijzend tegen een coöperatie te staan, maar wil eerst overleg met het innovatiecentrum in het zuiden van het land. Dr. Ali voorziet echter goede slagingskansen voor het Shell-initiatief. ‘Met de juiste mix van enthousiaste mensen, kwalitatief goede opdrachten en de inzet van de studenten, moet het STEP-project, net als in Engeland, een groot succes worden. Misschien nog wel groter.’ Informatie: Liaisonbureau tst. 2047.