Bekijk 't maar

door Jannigje Gerritzen & Willem van Rossum

Nigeriaanse trucjes

Niet iedereen in de wereld is financieel even goed bedeeld. Studenten hebben over het algemeen niet veel te makken, maar er zijn altijd nog landen waar de mensen het slechter hebben. En dat leidt soms tot originele trucjes om toch aan geld te komen. De Universiteit Utrecht kreeg daar laatst op een wel erg originele manier mee te maken. Vlak voor de jaarwisseling ontving het Utrechtse Bureau Studentendecanen een brief van een notariskantoor uit Lagos te Nigeria. Daarin stond dat er een Nigeriaans onderdaan was overleden, die in haar testament de Utrechtse universiteit bedacht had. Dat is natuurlijk niet fout en er werd druk heen en weer geschreven en gefaxt tussen Utrecht en het verre Nigeria. En op een goede dag werd een kopie van het testament doorgefaxt. Bijna anderhalf miljoen Amerikaanse dollars zouden aan de gelukkige universiteit overgemaakt worden. Bingo! Reken het maar eens om in pilsjes. Wat later kwam er nog een fax van het notariskantoor, waarin stond dat, voordat het geld overgemaakt zou worden, de universiteit wel eerst even 11.000 dollars aan notariskosten, belastingen en andere zaken moest ophoesten. Gelieve over te maken naar een rekeningnummer in Londen, dan komen de centjes er zo aan.
Toen voelden ze nattigheid in Utrecht. Want die 11.000 dollars hadden ze natuurlijk ook gewoon kunnen inhouden op de gigantische erfenis. Nee, hier was meer aan het handje. Navraag bij de Nederlandse ambassade in Lagos leerde dat alles een groot verzinsel was. Het notariskantoor bestond helemaal niet, op het opgegeven adres zat ook helemaal geen notariskantoor en de faxnummers bleken van een soort postkantoor waar geadresseerden omgeroepen worden. Een grote zwendel dus, puur bedoeld om Nederlandse bedrijven en overheidsinstellingen geld afhandig te maken. Waarschijnlijk is het adres van de Utrechtse studentendecanen uit een oude folder gehaald. Ondertussen staan de faxnummers ook op een lijst van de Nederlandse ambassade van Nigeria. Dus wie opeens een mooi testamentair meevallertje uit dat land krijgt, kan maar beter eerst even bellen. Moraal van het verhaal: hap niet te snel, wantrouw vreemde faxen en laat geen oude folders slingeren.

Keihard de goedkoopste!

‘Nina, wie viel kosten die Condomen?’ In een Duits spotje voor veilig vrijen komt een jongen met een pakje ‘rubbers’ bij de caissière, alwaar hij ze probeert te verbergen voor zijn medeklanten. Als de kassajuffrouw met luide stem om de prijs vraagt, loopt hij dan ook rood aan. Totdat diezelfde medeklanten suggesties over de prijs beginnen te doen. Een appetijtelijke jongedame weet dat ze voor zo’n vier mark te verkrijgen zijn. Een schalkse glimlach volgt. Maar een oudere vrouw beweert dat ze in de aanbieding zijn en nu voor drie mark van eigenaar verwisselen. Let wel, hiervoor krijg je vier condooms in afwisselende, frisse kleuren.
Vorige week stond er in Cursor een cursiefje van het Reduktieburo, waarin zij meldden dat zij de condooms het allergoedkoopst van de hand doen. Nou, dat willen we wel eens even zeker weten en dus ging Bekijk ‘t maar op onderzoek uit. Bij het RB gaan de Durex Fetherlites voor fl. 11,75 per twaalf stuks over de toonbank. Onder het motto ‘Safe sex met Durex’ doen de Topsafes zo’n fl. 13,50 voor eenzelfde aantal. Voor die kleine twee gulden extra is er dan wel een zaaddodend goedje door het glij-middel gemixt. Is de nood echter hoog en het tijdstip ongepast, dan loont het zeker de moeite om even de trap op te gaan. Bij de AOR hangen namelijk condoomautomaten in de toiletten, waar je vijf gulden voor een pakje betaalt. Krijg je hier gewoonlijk twee Topsafes voor, in de AOR proppen ze er vier in de automaatverpakking. Ook op de condooms willen zij namelijk geen winst maken. Na even rondneuzen in de stad bleek dat hier inderdaad de condooms een stuk duurder waren. Bij zowel Kruidvat als DA hangt er een prijskaartje van fl. 15,35 aan een pakje vederlichte condooms, terwijl het pakje Topsafes daar fl. 17,65 doet. Bij de Etos zij ze nog iets duurder: fl. 16,50 voor de Fetherlites en wie echt veilig wilt vrijen betaal je bijna achttien piek.
Onze tip: blijf monogaam en gebruik de pil, of zoek iemand die deze gebruikt, dat is verreweg het goedkoopst. Is dit te veel gevraagd, breng dan af en toe eens een bezoekje aan de Bunker.

De queeste naar een statuut

‘Goedemiddag, zou ik even het studentenstatuut in mogen zien?’ ‘Eh, studentenstatuut, hoe bedoel je? Wat is dat voor een apparaat?’ ‘Nou, daar staan alle rechten en plichten van studenten in. Als het goed is hebben jullie dat hier liggen, dat staat tenminste wel in het Studentenvademecum.’ ‘Nou, wij hier van Bureau Onderwijs hebben nog nooit van zo’n statuut gehoord hoor, misschien moet je even bij Voorlichting gaan vragen.’ Hoewel het eigenlijk helemaal niet hoort, is deze conversatie toch zeer waarschijnlijk. Het studentenstatuut bevat alle rechten en plichten van de student. Best wel belangrijk papiertje dus. Wettelijk staat vast dat het statuut voor studenten toegankelijk moet zijn. Het hoort onder meer te liggen bij Bureau Voorlichting, de Bureaus Onderwijs en de faculteitsbibliotheken. Ook de studentendecanen horen een exemplaar voorradig te hebben. Anne van Hoof, voorzitter van de ESVB, penningmeester Rob Neefs en Saskia Lammers gingen op onderzoek uit. Een zoektocht met hindernissen. De speurtocht begon bij de Centrale Studenten Administratie (CSA). Die verwees meteen door naar de Bureaus Onderwijs. Bij Bouwkunde, Werk-tuigbouwkunde, Natuurkunde en Bedrijfskunde lag het document keurig ter inzage. Bij de administratie van Wiskunde en Informatica wisten ze niet wat het studen-tenstatuut was en wilden in plaats daarvan het faculteitsreglement geven. De ESVB nam daar natuurlijk geen genoegen mee en werd toen doorgestuurd naar het volgende station: Bureau Voorlichting. Die zouden het toch moeten hebben, dat staat ook in hun brochure, maar tot hun spijt moesten ook zij de zoekende ESVB’ers heenzenden: naar CSA. Daarmee was het eerste cirkeltje rond.
Maar ook bij Elektro was het raak: ‘Studentenstatuut? Moeten wij dat dan hebben?’ Bij TEMA beloofden de dames van Bureau Onderwijs dat ze hèèl hard zouden gaan zoeken. Degene die bij Scheikunde een exemplaar probeerde te bemachtigen, werd van het Japie-kastje naar de Bureau Onderwijs-muur gestuurd. Toen dat geen resultaten opleverde stuurde Bureau Onderwijs de zoekers door naar Bureau Studentenpsychol-ogen. Een zeer voor de hand liggende keuze! Natuurlijk wisten ze bij BSP van niets, maar een goed advies is daar altijd wel voorhanden: ‘Vraag het eens bij Bureau Studentendecanen.’ Een telefoontje naar die instantie leerde dat het statuut daar gewoon op de balie lag, bij CSA. Einde zoektocht dus? Toch maar even controleren. De baliemedewerkster kreeg het schaamrood op de kaken toen het beloofde document nergens te vinden was. Ook bij de bibliotheken was de situatie treurig: slechts twee hadden een verouderd statuut uit 1994/95. Maar er is nog hoop: in september 1997 verandert de bestuursstructuur van de universiteit zodanig dat het statuut héél belangrijk wordt. Tot dan hebben al die instanties nog de tijd om een statuutje te bemachtigen.