TNO Industrie vestigt zich wellicht bij TUE

door Gerard Verhoogt

TNO Industrie vestigt zich definitief in de regio, met Eindhoven als standplaats. De vraag is alleen waar: op het TUE-terrein, het Science Park Eindhoven, of bij NedCar in Helmond? De voorkeur van prof.ir. Dirk Boshuisen, directeur van TNO Industrie en deeltijd hoogleraar bij Werktuigbouw, ligt duidelijk bij het TUE-terrein. Het is alleen nog de vraag of alle voorwaarden ingevuld kunnen worden. Met de komst van TNO Industrie wordt de economische infrastructuur van Zuidoost-Brabant verder versterkt, met name de synergie tussen het bedrijfsleven, de kennisinstellingen en TNO, dat daarbij een brugfunctie vervult. De TUE kan zo de kennistransfer naar het bedrijfsleven vergroten, èn omgekeerd.

TNO Industrie ontstond door het samenvoegen van het Metaalinstituut in Apeldoorn met het Produktcentrum en het Kunststof- en Rubberinstituut, beide uit Delft. Er wordt al samengewerkt met het Centrum voor Fabricage Technieken van Philips, Océ van der Grinten, ASM Lithography, Gemco en in de toekomst ook bij de ontwikkeling van een hoogwaardig openbaar vervoer in Eindhoven. Volgens Boshuisen worden vooral de faculteiten Werktuigbouwkunde, Scheikundige Technologie en Wiskunde bij het TNO betrokken en in de toekomst ook Elektrotechniek.
Hoe groot schat Boshuisen de kans dat TNO zich op het TUE-terrein vestigt? Boshuisen: ‘De gesprekken verlopen zeer positief. We willen graag de synergie met de TUE benutten, en dan moet je erbinnen gaan zitten. Maar we willen ook een eigen gezicht houden, want voor de industrie en vooral het midden- en kleinbedrijf moet het laagdrempelig zijn. Daartussen moet je een compromis vinden. Als dat binnen het budget kan, heeft vestiging bij de TUE mijn voorkeur.’
In het nieuwe gebouw wil TNO ook het centrum voor technische keramiek onderbrengen, waarvoor een gebouw van 24.000 m2 nodig is. Waarschijnlijk wordt het een combinatie van nieuwbouw en bestaande bouw, ook in verband met de tijdstermijn. De planning is dat de tijdelijke huisvesting medio 1997 klaar kan zijn en dat eind 1998 de nieuwe lokatie betrokken kan worden. Boshuisen: ‘Bij Scheikunde? Naar dat gebied kijken we, dat zou heel mooi zijn.’ Volgens ir. Joris van Bergen, lid van het college van bestuur, wordt er al met Scheikunde overlegd om apparatuur op elkaar af te stemmen.

Magneetwerking
CvB-voorzitter prof. Henk de Wilt vindt dat de TUE zich niet op moet stellen als een regionale universiteit. ‘Je moet onze functie breed zien. Met de voorspellingen van de OESO over de economische groei in de hand, zie je dat het westen van Nederland wat achterblijft en juist onze regio grote kansen krijgt. Die worden geweldig bevorderd door dit soort initiatieven, die ook een magneetwerking hebben voor ander activiteiten. Voor de TUE is de overdracht van kennis belangrijk, met name waar het bedrijfsleven zelf niet beschikt over hoogwaardige, technologisch intensieve research-activiteiten. Daar moet de TUE een rol vervullen, naast onderwijs en onderzoek. De brugfunctie van TNO werkt twee kanten uit.’
De Wilt en Van Bergen denken nadrukkelijk aan tweerichtingsverkeer: naast het inschakelen van promovendi en (deeltijd)hoogleraren uit het bedrijfsleven kunnen de contacten met bedrijven nieuw fundamenteel onderzoek opleveren. De deelnemers benadrukken dat de TUE en TNO elkaar aanvullen in plaats dat ze gaan concurreren. Met de UTI’s (Universitair Technologisch Instituut) is de TUE al gestart om de contacten met het MKB en het bedrijfsleven te intensiveren. De Wilt: ‘Er wordt altijd veel geroepen over kennisoverdracht aan het MKB. Een van de problemen is steevast ‘Wat wil dat MKB nou eigenlijk?’. TNO kan dat mee vormgeven, dus ik ben daar heel gelukkig mee.’
TNO wil snel beslissen over de definitieve lokatie, het besluit valt waarschijnlijk binnen een maand.