NWO wil 150 miljoen voor 35 topgroepen

door Hanne Obbink HOP
De onderzoeksorganisatie NWO vraagt minister Ritzen de komende jaren om 150 miljoen gulden extra. Met dat geld wil ze onder meer 35 onderzoeksgroepen steunen die in kwaliteit uitsteken boven het gemiddelde. Het ligt volgens een NWO-woordvoerder voor de hand dat geld weg te halen bij de universiteiten. NWO merkt op dat het met het Nederlandse onderzoek in de breedte wel goed zit, nu er zo’n honderd onderzoekscholen bestaan. Het is nu tijd de toppen extra te steunen. NWO wil daarvoor het zogenoemde ‘Alliantie-programma’ opzetten; met de 90 miljoen gulden die ze daarvoor per jaar uittrekt, wil ze zo’n 35 groepen steunen. NWO stelt zich voor dat ze over deze groepen ‘allianties’ sluit met universiteiten. Die kunnen initiatieven voordragen en moeten dan ook bijdragen in de kosten. NWO wil voor elke geselecteerde groep twee à drie miljoen gulden per jaar ter beschikking stellen. Groepen die voor steun in aanmerking komen, moeten tot de internationale top horen. Daarnaast wil NWO in de selectie van groepen rekening houden met de ‘strategische overwegingen’ die minister Ritzen gaat formuleren over maatschappelijke en wetenschappelijke prioriteiten voor onderzoek. Ook als onderzoek gericht is op technologie die het bedrijfsleven ten goede komt, kan dat voor NWO een reden zijn om steun te geven.

Verzet
Het plan voor het nieuwe programma staat in het vorige week verschenen meerjarenprogramma tot het jaar 2001 van NWO. Het past in het NWO-beleid om haar geld ‘in grotere brokken’ te verdelen. Daarnaast wil NWO vooral individuele onderzoekers steunen die bewezen hebben voor kwaliteit te zorgen. Minder geld wil NWO besteden aan ‘losse’ projecten en promovendi. Behalve voor het Alliantie-programma wil NWO ook extra geld voor investeringen in apparatuur (30 miljoen), voor steun aan postdocs en voor internationale samenwerkingsprojecten (ieder 15 miljoen). De 150 miljoen gulden kan volgens NWO de komende vijf jaar in stappen van 30 miljoen aan haar budget toegevoegd worden.
NWO heeft op dit moment ongeveer 560 miljoen te besteden. De afgelopen jaren heeft zij meermalen geklaagd dat dat te weinig is. Minister Ritzen is gevoelig gebleken voor deze klacht, maar voorstellen om NWO meer geld te geven, strandden op fel verzet van de universiteiten. Ritzen wilde het geld bij hen weghalen. In haar meerjarenplan stelt NWO niet expliciet dat het extra geld door de universiteiten opgebracht moet worden. Als Ritzen elders geld weet te vinden, is NWO ook tevreden. Dat is echter onwaarschijnlijk, geeft een NWO-woordvoerder toe. NWO noemt de claim van 150 miljoen overigens ‘betrekkelijk bescheiden’. ‘Het gaat om 7,5 procent van wat de universiteiten voor onderzoek krijgen’, aldus de woordvoerder. ‘En uiteindelijk kunnen ze dat geld terugverdienen als ze goede plannen bij NWO inleveren.’

Voorzichtig optimisme
Waarschijnlijk zal NWO steun krijgen van een commissie onder leiding van werkgeversvoorzitter Rinnooy Kan, die het werk van de onderzoeksorganisatie heeft geëvalueerd. Het rapport van deze internationale commissie verschijnt over twee weken en bevat naar verluidt een pleidooi om een groter deel van het onderzoek via NWO te laten betalen.
In een eerste gesprek met NWO over het meerjarenplan heeft de vereniging van universiteiten VSNU duidelijk gemaakt dat zij er niets voor voelt miljoenen over te dragen aan NWO. Dat gesprek leidde tot ‘voorzichtig optimisme’, zei een VSNU-woordvoerder. ‘Er valt met NWO te praten over andere, meer creatieve manieren om hetzelfde doel - goed, relevant onderzoek - te bereiken.’
Ook binnen haar huidige begroting heeft NWO gezocht naar geld voor nieuw beleid. In de nota Kennis verrijkt van vorig jaar kondigde het NWO-bestuur al aan 50 miljoen gulden over te hebben voor onderzoek dat extra voorrang verdient. Nu blijkt dat de ‘gebiedsbesturen’ die onder de paraplu van NWO werken, daar nog eens 40 miljoen uit hun eigen, afzonderlijke begrotingen aan toevoegen. NWO wil uiteindelijk even veel besteden aan onderzoek dat door maatschappelijke behoeften wordt bepaald, als aan onderzoek dat louter wetenschappelijke drijfveren heeft.