Schuimbekken
‘Sander deed zijn ogen open en het leek of hij ze bleef opendoen. Het plafond draaide alle kanten op. Hij deed ze gauw weer dicht. Hij haalde een keer diep adem. Dat had hij niet moeten doen. Het leek alsof iemand zijn hoofd in een bankschroef had gezet. Bovendien hoorde Sander een krakende housebeat in zijn oren en hij had geen flauw idee of het geluid van buiten zijn hoofd kwam of niet. Voorzichtig bracht hij zijn handen naar zijn hoofd, maar stopte halverwege. Zijn linkerhand had iets warms gevoeld en langzaam maar pijnlijk kwam het besef dat dat warms niet in zijn bed thuishoorde. De bankschroef was met een schok verplaatst naar zijn borstkas. Het leek of hij niet meer kon ademen, waardoor zijn harslag nog harder leek te bonken in zijn oren.
‘Rustig blijven Sander, niks aan de hand’, probeerde hij zichzelf te overtuigen. Het leek een half uur te duren voordat Sander weer enigszins helder kon denken. Hij voelde nog eens. Nee, dat was toch duidelijk niet zijn eigen been. ‘Mijn god’, dacht Sander. Hij had wel eens stoere verhalen gehoord van pochende vrienden, maar hij had nooit gedacht dat het echt kon gebeuren. En nog durfde hij zijn ogen niet open te doen. Sander was ervan overtuigd dat het meisje naast hem aartslelijk zou zijn. Of te jong om brommer te rijden. Of ouder dan zijn moeder, of iemand zijn vrouw, of... Zonder één van zijn verstijfde ledematen ook maar een stukje te bewegen, gluurde Sander uit zijn ooghoeken. Pfjoe, blond, twintiger, geen littekens, van deze kant tenminste, so far, so good.
Heel voorzichtig begon Sander stukje bij beetje zijn lichaam te bewegen. Zonder een geluidje te maken, kroop hij heel voorzichtig over het meisje richting bedrand. Halverwege begon de vrouw zich plotseling te bewegen. Ze draaide zich op haar rug en bracht daarbij twee overduidelijke bergjes vrouwelijkheid op een paar centimeter afstand van Sanders gezicht. Sander hield zijn adem in en verstijfde, één been nog hangend in de lucht. Maar na een lange, kramptrekkende minuut besefte Sander dat hij een zeer twijfelachtige indruk zou maken als ze nu ineens wakker zou worden. Dus kroop hij verder. Hij viste een badjas uit een hoopje kleren en sloop naar beneden. Aan de keukentafel ging hij zitten peinzen. ‘Wat is er in godsnaam gebeurd? Wat is het ook een trut om met een ladderzatte vent mee naar huis te gaan! Heeft ze geen fatsoen geleerd? Godverdomme. Wie de fuck is die vrouw eigenlijk?’
Zijn huisgenoot Kees kwam fluitend naar beneden. ‘Goeiemorges Sandertje. Bakkie pleur?’ Sander mompelde iets bevestigends. Shit, zijn shag lag nog boven en wat had hij nou behoefte aan een peukje. ‘Nog spannende dingen gedaan?’, vroeg Kees uit gewoonte, maar gelukkig praatte hij er zelf gelijk overheen. ‘Ik heb een gave meid leren kennen eergisteren, joh. Eigenlijk kende ik haar al van de AOR, maar twee dagen geleden sloeg echt een vonk over weet je?’ Sander had helemaal geen zin in de succesverhalen van Kees, maar mompelde iets van ‘Goh leuk’. Gelukkig dacht Kees gewoon dat Sander een kater had, wat feitelijk ook het geval was en hij vervolgde: ‘Alleen hadden we afgesproken dat ze gisteravond bij me langs zou komen om een flesje wijn te drinken en nou is ze helemaal niet op komen dagen. Denk je dat dat iets te betekenen heeft? Sander, wat zit je me nou aan te staren?’

Rati

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.