Ondergronds wonen is niet koud, kil of donker

door Moniek Stoffele

Ongeveer tien jaar geleden besteedde Cursor aandacht aan het plan van ing. Jean Daniëls om ondergronds te gaan bouwen. Daniëls, verbonden aan de faculteit Werktuigbouwkunde, was de eerste in Nederland die hiervoor een vergunning gekregen had. Op dit moment is Daniëls niet de enige TUE-medewerker die onder de grond vertoeft, ook Joop Ammer-dorffer woont in Lieshout onder de bosgrond. Daniëls en zijn vrouw Hennie en Ammerdorffer en zijn vriendin Marion van Straten, beiden werkzaam bij de faculteit Scheikundige Technologie, waren zo vriendelijk Cursor een blik in hun ondergrondse paleisjes te gunnen.

Wonen onder de grond: koud, kil, donker en klein. Dit standaard beeld wordt bevestigd bij het naderen van de voordeuren van beide woningen. Ammerdorffer vertelt dat de architect Ad van Empel dit bewust zo gedaan heeft. Bezoekers zien hun beeld bevestigd en bereiden zich voor op een donker en koud huis. Al snel na het betreden van de woning, valt dit beeld in gruzelementen. Eenmaal in de woonkamer vergeet men onder de grond te zitten, bij beide woningen laat een enorm glasoppervlak veel licht door en geeft een wijds uitzicht op het bos. Het huis van Ammerdorffer is erg open, er zijn nauwelijks deuren aanwezig; van de ingang tot de andere kant van het huis is sprake van vrijwel één ruimte. Bij Daniëls is er een ruime gang met aan weerszijde onder andere de keuken, de badkamer en slaapkamers en komt die uit op een grote woonkamer. Een ruimte die ondanks de grote afmetingen een zeer behaaglijk klimaat heeft en een goede akoestiek. In de huizen is een zodanige luchtvochtigheid en temperatuurstabiliteit, dat een temperatuur van 19 graden aangenaam aanvoelt.

Energiebesparing
Waarom wil iemand onder de grond wonen? ‘Vanwege de integratie met de natuur en de enorme energiebesparing’, is het antwoord van de twee TUE’ers. Vaak zetten mensen in bossen huizen neer die storend werken in de omgeving. Zulke huizen horen volgens Daniëls en Ammerdorffer thuis op gazons of in woonbuurten, maar niet in de bossen. Ook wordt een integratie met de natuur bereikt door de terugkeer naar natuurlijke hulpbronnen; het zonlicht en de warmte van de aarde en de zon. Wat de energiebesparing betreft was het vooral voor Daniëls even afwachten hoe het zou uitpakken. Er was immers nog niet veel ervaring met ondergronds wonen. Daniëls hoopte op een extra besparing van zo’n 15 procent op normale energiebesparende maatregelen. Hiertoe had hij ingenieuze systemen bedacht, die samen met de grond op het dak en rond de muren voor een enorme isolatie zorgen. Daniëls wilde met deze bouwwijze experimenteren; hij wilde een aangename, energiezuinige woning bouwen.
Hoewel de beweegredenen van Ammerdorffer en Daniëls sterk overeenkomen, loopt de wijze van uitvoering erg uiteen. Ammerdorffer nam een architect en aannemer in de arm, terwijl Daniëls het grotendeels zelf heeft bedacht en gebouwd. De voornaamste redenen voor Daniëls om dit te doen waren de kostenbesparing en het experiment. Doordat de meeste aannemers nog geen ervaring hadden met bouwen onder de grond, rekenden zij een te hoge prijs, waarbij zij zich indekten tegen eventuele risico’s.

Nest
Daniëls had drie aannemers geraadpleegd; twee van hen durfde de opdracht niet aan en de derde gaf een prijs op die driemaal zo hoog lag als die Daniëls zelf berekend had. Om deze prijs te drukken zou hij concessies moeten doen aan het experimentele karakter van zijn ontwerp. Dat wilde hij niet, dus koos hij voor zelf bouwen. Een beslissing waarmee hij ook weer dichter bij de natuur kwam: ‘Vogels bouwen hun eigen nest, waarom zouden mensen dat dan niet kunnen!’
Ammerdorffer daarentegen zag de lange bouwtijd als een groot bezwaar; wat hij in zeven maanden heeft laten neerzetten, duurde bij Daniëls zeker vijf à zes jaar. Voor Ammerdorffer was het een voordeel dat Daniëls al druk bezig was met zijn nieuwe woning. Op die manier kreeg hij veel nuttige informatie over de manier van bouwen. Zo kon hij, vóór hij de aannemer en architect inschakelde, inschatten of zijn droomhuis wel realiseerbaar was. Ammerdorffer hechtte minder belang aan het experimentele aspect van de bouwwijze, hierdoor had hij ook minder zorgen over de manier van bouwen.
Het bouwen van hun huis heeft beiden veel vrije tijd gekost. Het contact met vrienden en bekenden heeft hier erg onder geleden. Ze zijn alletwee blij dat de gemeente Lieshout zo behulpzaam was. Een van de eisen van de gemeente was wel dat alles goed doorberekend moest worden.

Resultaat
Het uiteindelijke resultaat van de bouwinspanningen mag er zijn. De eigenaars zijn er in geslaagd hun huis te integreren met de natuur; dieren op het dak zijn geen uitzondering. Zo loopt er regelmatig een ree over het dak van Daniëls en heeft Ammerdorffer een mol op bezoek gehad.
De energiebesparing was groter dan Daniëls verwacht had. De verwarmingsketel uit hun oude huis, veel kleiner dan hun huidige woning, kan het makkelijk aan. Hij hoeft zelfs drie keer minder hard te werken. Een systeem dat Daniëls bedacht had om condens aan de binnenmuren te voorkomen, bleek achteraf overbodig. Ammerdorffer, die geen gasaansluiting heeft, kan zijn huis goed warm houden met het stoken van hout. Ammerdorffer heeft het huis gebouwd om er in oud te worden en denkt dat hij daar zeker in zal slagen. Beiden zouden het zeker weer doen als ze weer de keuze hadden. Daniëls was er dan echter eerder mee begonnen, zodat hij er langer plezier van had gehad. Bij het kijken van de dia’s van de bouw worden Daniëls en zijn vrouw nog steeds moe. Bij de aanvang van de bouw waren ze van een te optimistische tijdsplanning uitgegaan. Ammerdorffer zou bij een tweede keer misschien een extra verdieping aanbrengen, maar voor de rest zijn hij en zijn vriendin reuze tevreden. Het enige nadeel dat ze kunnen bedenken is dat voor de open ramen horren geplaatst moeten worden zodat beestjes buiten blijven. Dit is echter een probleem voor iedereen die in het bos woont en dus niet specifiek voor een ondergronds huis.
De spreuk die bij Daniëls op de deur hangt slaat niet direct op zijn eigen huis: ‘Theorie is als men alles weet en niets klopt. Praktijk is als alles functioneert en niemand weet waarom. In dit huis zijn theorie en praktijk verenigd: niets klopt en niemand weet waarom.’