U-Raadswerk U-Raadswerk Raadswerk U-Raadswerk U-Raadswerk

Mede U-raadslid Paul Jansen van de studentengeleding van Groep 2000/ISO maakte mij er onlangs op attent dat als je dit soort stukjes schrijft over de universiteitsraad, je gemakkelijk vervalt in het UR-jargon en te veel voorkennis veronderstelt bij de lezers. Ik zal proberen mij dat ter harte te nemen en zo toegankelijk mogelijk te schrijven over wat de U-raad en mijzelf daarin bezighoudt. In de afgelopen periode is weer veel gebeurd dat de moeite van het vermelden waard is.
Allereerst de verkiezingen van de studentleden van de U-raad. De PF heeft een zetel gewonnen ten koste van Groep 2000/ISO. Ondanks de beroerde planning van de datum van de verkiezingen (tijdens de tentamens voor eerstejaars studenten) was de opkomst voldoende om niet te korten op het zetelaantal. Dat is een winstpunt. In andere universiteitssteden schijnt het opkomstpercentage niet veel beter te zijn. Al met al toch geen reden om tevreden te zijn. Het kan beter. Hopelijk draagt deze serie ertoe bij dat het enthousiasme voor (mede-) bestuurlijke zaken wat toeneemt.
In de U-raad van 20 mei werden door mijn fractie, bestaande uit PF, WP-UR en OBP-UR, vragen gesteld over het verschijnsel van de Universitair Technologische Instituten, kortweg UTI’s genoemd. Ze schieten als paddestoelen uit de grond. Het is de bedoeling om door middel van deze instituten de werkcontacten met het bedrijfsleven te verbeteren, c.q. te optimaliseren. De begrenzing van de UTI’s van de onderzoeksscholen is echter niet altijd even duidelijk. Het CvB heeft toegezegd op enigerlei wijze te zullen informeren over het wel en wee van de UTI’s.
Een ander belangwekkend onderwerp betrof het Verslag van de TUE. Opvallend daarin was het grote exploitatie-overschot van ruim 11 miljoen gulden, ontstaan door overschotten in de sfeer van de derde geldstroom en onverwachte inkomsten afkomstig van het ministerie. Het was te verwachten dat de raad zou wijzen op dit overschot en het contrast met de bezuinigingen op personeelsgebied. Het CvB legt geen enkel verband tussen het overschot en de financiering van de overeengekomen bezuinigingen. Ook al is er geen verband, het blijft moeilijk uit te leggen. Het CvB heeft in ieder geval toegezegd scherper dan voorheen te zullen begroten. Dat kan in de toekomst een hoop onrust voorkomen.
Vorige week vrijdag was er in Leiden een landelijke dag voor griffiers en voorzitters van de U-raden, onder andere over de invoering van de wet Modernisering Universitaire Bestuursstructuur, afgekort MUB. Samen met Linda Kröse van de TH-één-fractie verving ik U-raadsvoorzitter Chris Huijskens. Het schijnt dat de wet over de zomerperiode heen wordt getild en pas in oktober/november van dit jaar in de Tweede Kamer zal worden behandeld. De wet beoogt een behoorlijke reconstructie van het universitair bestuur, waarbij de medebestuurlijke rol van de U-raad in de huidige constellatie de nek wordt omgedraaid. Geruchten gaan dat de kamerleden in meerderheid voor de wet zullen gaan stemmen en dat een deel van de bestuurlijke taken van de oude U-raad een nieuwe opzet zal krijgen in de vorm van een medezeggenschapsraad waarin studenten en personeel (geen onderscheid meer tussen WP en OBP) paritair vertegenwoordigd zijn. De stemming onder de aanwezigen in Leiden was dan ook behoorlijk bedrukt. Van allerlei uitspraken druipte de machteloosheid en boosheid over de nieuwe ontwikkelingen. Over de positie van de CvB’s in de discussie over de nieuwe wet werd door een aanwezige letterlijk gezegd: ‘Het CvB aan onze instelling waant zich in het bestuurlijk walhalla...’. Er tekent zich in de universitaire wereld over dit onderwerp een duidelijke afstand af tussen de CvB’s en de U-raden. Men ging uiteindelijk toch niet bij de pakken neerzitten. De strategie die men wil gaan volgen, zal hier niet vermeld worden, teneinde die een kans te geven. Het terugdraaien van de universitaire democratie zoals we die sinds 1971 kennen, is zeker niet iets om vrolijk van te worden. Iemand schetste een zeer pessimistisch perspectief voor de komende vijf jaar: de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de primaire processen onderzoek en onderwijs wordt uitsluitend gedragen door het gremium van hoogleraren, terwijl de vertegenwoordiging van studenten en personeel uitsluitend zal worden betrokken bij belangenbehartiging (rechtspositie van studenten en personeel). Laten we hopen dat het niet zo ver komt.
Een andere kwestie die ook geen vreugde brengt, betreft een wet die ook na het zomerreces van de Tweede Kamer door het paarse kabinet zal worden aangeboden: de zogeheten Koppelingswet. Volgens deze wet worden alle verstrekkers van voorzieningen politionele controleurs. Ziekenhuizen (medische zorg), woningbouwverenigingen (huisvesting), scholen (onderwijs) en dergelijke instellingen worden gedwongen om na te gaan of iemand illegaal, danwel met een ‘imperfecte’ verblijfstitel in Nederland is. Deze mensen worden dan uitgesloten van genoemde voorzieningen om geen verwachtingen te wekken rondom hun verblijf in Nederland, zoals het heet in de Memorie van Toelichting op de wet. Op die manier wordt het minder leuk om in dit land te wonen.

Willem Buurke

In de rubriek ‘Raadswerk’ geven U-raadsleden hun visie op onderwerpen die in de vergadering van de U-raad ter sprake komen. In de rubriek schrijven Monique Bouman (WP-UR), Willem Buurke (OBP-UR), Paul Jansen (Groep 2000/ISO), Adri Proveniers (TUE 2005) en Fulco Treffers (Progressieve Fractie).