Bekijk 't maar

door Willem van Rossum

Horen, zien en steunen

Voor menig student begint het er deze tentamenperiode om te spannen. Wordt de norm gehaald, of moet er de hele zomer doorgestudeerd worden om de schulden niet al te hoog op te laten lopen? Voor diegenen die het dan uiteindelijk nog niet halen, is er nog één laatste reddingsboei: de puntenspaarregeling. Eenieder die dit jaar tussen de 10 en 21 studiepunten bij elkaar sprokkelt, mag studiepunten van een volgend jaar gebruiken om dit aan te vullen. Deze regeling heeft de studentenorganisatie ISO vorig jaar bij Ritzen bedongen. Met hem is afgesproken dat deze regeling met terugwerkende kracht in werking treed vanaf het begin van dit collegejaar. Als je echter de steunpunten van de Informatie Beheer Groep, de organisatie die voor iedere student z’n maandelijkse centjes regelt, om meer informatie vraagt hierover, heb je grote kans niet geholpen te worden. Een belronde van het ISO langs de steunpunten leverde niets op, zo meldt het Rotterdamse blad Quod Novum. De steunpunten wisten gewoonweg nergens van. De IBG relativeert de onwetendheid van haar dependances. Zij redeneren dat de regeling alleen maar geldt als de studenten in vijf jaar 142 punten halen. Studenten kunnen dan achteraf een jaar omzetten in een spaarjaar. Volgens het IBG is het dan ook helemaal niet belangrijk dat er nu al van alles bekend is. Voor eenieder die het naadje van de kous wil weten komen ze 1 juli gelukkig wel met informatie. Jammer dat de Informatie Beheer Groep de informatie tot dan in eigen beheer houdt.

The medium is the problem

‘Van posters krijg ik nooit genoeg’ lijkt het standpunt van menig organiserend Eindhovens student te zijn. Op de TUE kun je geen tien meter lopen en geen hoek omslaan of je komt wel weer een posterbord of -zuil tegen. Overal hangen oproepen tot feesten, borrels, het bijwonen van lezingen, of het bezoeken van kijkavonden. Op plaatsen waar posters moeilijk een plaatsje kunnen vinden, worden creatieve oplossingen bedacht. Zoals op de eerste etage van E-hoog. Als je daar even iets aan de portier gaat vragen en je draait je snel om omdat je al te laat was, heb je grote kans om over één van de posterborden te struikelen. Daar zijn namelijk al sinds jaar en dag enkele instantborden geplaatst. Je kent ze wel, van die uitklapbare gevallen waar je zo schitterend je nek over kunt breken. Schijnbaar is een niet al te sportieve gebruiker van het elektrogebouw dit toch iets te gortig geworden. Hij roept via deze borden dan ook iedereen op om van de gang toch vooral geen hordeloop te maken.

Epidemia

Bij de term ‘Epidemia’ komen allerlei enge beelden opzetten: openspringende blaasjes, etterende wonden, naar buiten gulpend bloed door alle openingen waar bloed door naar buiten kan gulpen. Een typisch middeleeuws gebeuren, toen de pest nog overal slachtoffers maakte. In de tegenwoordige tijd blijkt de naam Epidemia te staan voor een soort feest. Dit zal 21 juni moeten plaatsvinden in de Berenkuil, dat is het fietsersverkeersplein dat schuin achter de universiteit ligt. Het gaat hier om een bijzonder feest, want niemand organiseert het. Het enige wat aan de voorbereiding is gedaan is de publiciteit. Op de universiteit hangen overal posters die dit feest aankondigen, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het om een wel heel bijzondere aangelegenheid gaat. ‘Er is geen organisatie maar iedereen bepaalt zelf wat er gebeurt. Muziek maken, dansen, zoenen, eten, drinken, alles mag’, aldus degenen die Epidemia niet organiseren. Een zoektocht naar degenen die niets aan de organisatie doen, leverde niets op. De verschillende studieverenigingen weten van niets en ook een telefoontje naar verschillende wijk- en buurtvereningingen in Tongelre verschafte geen duidelijkheid. Dus maar een belletje gepleegd naar de gemeen-te. Maar ook daar bleek niets bekend van dit niet-georganiseerde feest. Een woordvoerster van de gemeente vermoedde wel dat het om een illegaal feest ging. Daarom langs deze weg de vraag: ‘Wil de echte niet-organisator van Epidemia opstaan?’

Werktuigbouwkundige jatten

De joden gebruiken al sinds jaar en dag een zogenaamde jat. Met dit simpele doch effectieve voorwerp houden zij bij waar zij aan het lezen zijn in de Heilige Schrift. Dit om niet met hun vingers over de inkt te gaan en zodoende niet alleen hun vingers maar vooral ook de tekst te bezoedelen. Bij de faculteit Werktuigbouwkunde zijn ze op het idee gekomen dat dit ook een nuttig kleinood zou zijn voor de kersvers afgestudeerden. De vakgroep System Engineering biedt elke nieuwe ingenieur een doorzichtige jat aan. Hartstikke handig bij een presentatie; leg hem op de overheadprojector en iedereen weet waar je mee bezig bent. Of het betoog op zich duidelijk is, hangt natuurlijk nog steeds van de desbetreffende persoon af, maar van goddelijke bijstand is hij verzekerd.