Boekbespreking

Studenten hingen aan lippen van bongospelende natuurkundige

door Maurice Schaeken

De Amerikaan Richard P. Feynman bereikte bij leven al de cult-status. Niet gek voor een natuurkundige. Zijn ster rees zo hoog dat het publiek hem in hetzelfde rijtje plaatste als Newton en Einstein. Hoewel Feynman (won in 1965 de Nobelprijs) een briljant academicus was, dankte hij zijn status vooral aan zijn briljante manier van lesgeven. De colleges die hij gaf aan jongerejaars, moesten voor de buitenwereld geheim gehouden worden, anders zouden ze geen plaatsje meer kunnen vinden. Deze colleges zijn te boek gesteld als Feynmans Lectures on Physics. Uitgeverij Addison & Wesley brengt nu een compilage van de eenvoudigste delen daaruit: Six Easy Pieces, eventueel ook te verkrijgen op cassette of cd-rom.

Richard P. Feynman trad voor het laatst op in de commissie die de ramp met de Challenger onderzocht. Dit ruimtevaartuig ontplofte luttele seconden na de start. Taak van die commissie was het achterhalen van de precieze oorzaak van dit tragische ongeluk. Met eenvoudige hulpmiddelen legde de fysicus de vinger op de zere plek. En plein publiek dompelde hij een stukje rubber van de falende afsluitring in een glas ijswater. Het rubber verloor zijn elasticiteit. Zo toonde hij aan dat lage temperatuur drastische gevolgen had op de werking van de afsluitring. De oorzaak van de tragische ramp was letterlijk boven water gehaald. Tevens had Nobelprijswinnaar Feynman weer even gedemonstreerd welke rol hem erg goed past: namelijk die van schoolmeester.
Hoewel Feynman een zeer gerenommeerde wetenschappelijke carrière doorliep, kent het grote, vooral Amerikaanse publiek hem toch het beste van zijn lessen in de wetenschap. Zijn Nobelprijs, zijn onderzoek in gebieden als quantum elektrodynamica, supergeleiding, quarktheorie, of de ontwikkeling van de Feynman-diagrammen, alles bleef in de schaduw staan van zijn onderwijscapaciteiten. Zijn Feynmans Lectures on Physics vormen een mijlpaal. Ze staan hoog in menigeens Top-10 van ‘s werelds belangrijkste boeken en vormen een voorbeeld voor het natuurkunde-onderwijs. De boeken zorgden ervoor dat Feynman al bij zijn leven een cult-status bereikte.
Ook in zijn niet-natuurkundige leven droeg Feynman het nodige bij aan zijn cult-status. Hij werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog in Los Alamos, het wetenschappelijke centrum waar de ontwikkeling van de eerste atoombom plaatsvond. Berucht werd hij er met zijn niet-wetenschappelijke escapades: door het kraken van de kluis en het voor schut zetten van de bewaking.
Verder hield hij er een zeer uiteenlopende reeks hobby’s op na. Hij pluisde de geschiedenis van het oude rijk van de Tuva’s (centraal Azië) uit, hij schilderde, hij was een trouwe bezoeker van striptease-clubs, en hij hield zich bezig met het ontcijferen van Maya-hiëroglyfen. Ook speelde hij op de bongo’s. Daarover merkte hij ooit op dat men hem in wetenschappelijk circuits vaak aankondigde als de bongospelende natuurkundige. In muzikale kringen daarentegen repte men nooit over een natuurkundige bongospeler. Volgens Feynman had dit alles te maken met hoe men over elkaars disciplines dacht.

Gortdroge koek
De basis voor de Lectures, en dus ook voor de Six Easy Pieces, ligt in het begin van de jaren zestig. Feynmans werkgever, de Californische universiteit Caltech, zat met een probleem. De eerstejaars, vers van de Highschool, hadden gekozen voor een technische wetenschappelijke opleiding. Enthousiast gemaakt door interessante en spannende verhalen over zaken als de relativiteitstheorie en quantummechanica. Het tweejarige basisprogramma van Caltech knuppelde het enthousiasme er echter grondig uit. In plaats van de modernste ontdekkingen kregen ze oude en gortdroge koek voor hun kiezen. Feynman moest tussen zijn eigen academische bedrijven door een interessantere cursus op zien te zetten. Die het enthousiasme van de jongerejaars studenten vast kon houden. En die later te boek kon worden gesteld.
Hoewel Feynman zelf nooit erg overtuigd leek van zijn methode, sloeg deze vanaf het begin aan. De natuurkundige bespeelde de collegezaal als ware het een theater. Bovendien lette hij strikt op de inhoud van zijn ‘optredens’. ‘Zoek eerst uit waarom je de studenten iets wilt bijbrengen over een onderwerp. Bepaal dan pas wat en de onderwijsmethode volgt dan logisch hieruit.’ Zijn college mocht zich in een brede belangstelling verheugen. Niet alleen onder de doelgroep, de jongerejaars, maar vooral ook onder het wetenschappelijk personeel. Op een gegeven moment moesten zijn optredens geheim gehouden worden, om de eerste- en tweedejaars een kans te geven een plekje te bemachtigen.

Caltech gaf Feynmans Lectures on Physics begin jaren zestig in boekvorm uit. Six Easy Pieces is een bundeling van de zes eenvoudigste stukken daaruit. Naast de paperback (fl. 23,60) komen ook een hardback (fl. 58,70), eventueel met cd-rom (fl. 117,20), of met cassettes (fl. 101,90) op de markt. Feynman komt aan het woord over onderwerpen als atomen in beweging, fundamentele natuurkunde, de relatie van natuurkunde met andere wetenschappen, behoud van energie, de gravitatietheorie en quantum-gedrag. Omdat de samensteller een zo breed mogelijk publiek wil aanspreken, is de stof uit Six Easy Pieces misschien wat aan de simpele kant voor leden van de TUE-gemeenschap. Feynman biedt wel verrassend nieuwe benaderingen en zet een aantal zaken nog eens op een rijtje. Six Easy Pieces wekt zeker de interesse op naar de rest van zijn werk.

Six Easy Pieces, essentials of physics explained by its most brilliant teacher;
Richard P. Feynman;
146 pagina’s, geïllustreerd, met drie inleidingen;
uitgeverij Addison-Wesley, 1995; ISBN 0 201 40825 2 (paperback); prijs: fl. 23,60


Architectuur Jaarboek 1995/96

Onlangs verscheen het jaarboek 1995/96 Architectuur in Nederland. Deze uitgave van het Nederlands Architectuurinstituut is toe aan haar negende editie. Het fraai geïllustreerde boek laat een twintigtal bouwwerken de revue passeren. Vorig jaar was het thema ‘convergentie’, dit jaar heeft de redactie haar keuze gebaseerd op het thema ‘vernieuwing’. ‘De twintig zijn niet allemaal even mooi, maar wel belangwekkend’, laat het voorwoord weten. Aan bod komen onder andere het Chassé Theater in Breda van Herman Hertzberger. Deze architect kreeg een plekje vanwege zijn rigoureuze breuk met zijn vorige werk. Vernieuwing in de architect zelf, dus. Vanwege hun vernieuwing door het ‘oprekken van heersende conventies’ verdiende Mecanoo twee plaatsingen: voor een middelbare school in Silvolde en voor een faculteitsgebouw van de Hogeschool Utrecht. Ook Wiel Arets ziet twee bouwwerken geplaatst: een kantoorgebouw in Heerlen en het politiebureau in Vaals. Dit vanwege zijn vaag omschreven vernieuwingen op het gebied van ‘programma’s en vormen’.
Dit jaarboek biedt tevens een drietal essays. De drie schrijvers prediken een voorzichtig optimisme gezien vanuit hun eigen invalshoek. Ole Bouwman tackelt het toenemende digitaliseren: het gebruik van de computer en al haar toepassingen. Jo Soeters plaatst de architectuur in de economie door alle belanghebbenden op die markt de revue te laten passeren. Ed Melet produceerde het leesbaarste verhaal. Hij beschrijft de problemen en uitdagingen waar de architectuur door de toenemende normering en overheidsregels mee te maken krijgt. Het boek biedt verder nog ruimte aan typische jaarboekopsommingen: korte berichten, prijsvragen, tentoonstellingen, literatuur en evenementen. Dit alles tweetalig: Nederlands en Engels, en in een mooi vormgegeven boek, zoals van een uitgave in dit genre verwacht mag worden.

Architectuur in Nederland, Jaarboek 1995/96; NAi Uitgevers, 1996; 176 pagina’s, geïllustreerd; ISBN 90 5662 008 8; fl. 75,-


RAMSJ

Steins

'Het heelal is niet iets wat we ontdekken. We vinden het uit. Onder invloed van nieuwe theorieën verandert immers dit heelal en alles wat het bevat. De vorm, de toekomst, maar ook het verleden.’ Dit is de stelling van John Brockman. Hij is literair agent en gespecialiseerd in het vertegenwoordigen van wetenschappers. Brockman helpt ze met de vertaling van hun ideeën in boekvorm. In zijn eigen boek Einstein, Gertrude Stein, Wittgenstein en Frankenstein presenteert hij een dertigtal wetenschappelijke hypothesen, (zwarte gaten, quarks, biotechnologie, chaostheorie). Hij schuwt de controverse niet. Hij presenteert immers ook enkele ideeën die op het randje van het wetenschappelijke balanceren (morfogenetische velden, impliciete orde). Het boek beslaat vijf onderdelen, door Brockman universa genoemd: het kosmologische, het quantum, het biologische, het wiskundige en het ‘onrechtzinnige’ universum. Het laatste biedt een podium voor enkele verketterde theorieën. De auteur hangt zijn verhaal op aan een verzameling ‘Steins’, die de universa zouden moeten vertolken. Einstein staat voor het kosmologische. Gertrude Stein was een taalkunstenares, die volgens Brockman de eerste was die het idee van een onbepaald en onsamenhangend heelal tot een integraal onderdeel van haar werk maakte. Wittgenstein vertegenwoordigt de filosofie: ‘De grenzen van mijn taal betekenen de grenzen van mijn wereld.’ Frankenstein mag in de titel meedoen als vertegenwoordiger van de menselijke scheppingsdrang. Hij is dan weliswaar geen echte wetenschapper, maar hij heeft wel zijn naam mee. Vandaar. Het idee voor zijn raadselachtige titel legt Brockman in het voorwoord uit, maar echt goed uit de verf komt het niet.
In dertig korte verhalen maakt Brockman een reis door de meest recente wetenschappelijk theorieën op een van de bovengenoemde punten. Hij blijft daarbij het langst zitten bij het biologische universum, dat daarmee de grootste bijdrage mag leveren met onderwerpen als het oncogen, de maximale levensduur. Het kosmologische universum staat op de tweede plaats waar het het aandeel in het boek betreft. Zijn schrijfstijl maakt het lezen makkelijk. Hoewel de veelheid van onderwerpen dit boek het karakter geeft van een omgevallen boekenkast, is dit misschien wel het sterke punt: een leesbare omzwerving door zomaar wat wetenschappelijke theorieën.

Einstein, Gertrude Stein, Wittgenstein en Frankenstein
John Brockman
Uitgeverij Contact, Amsterdam, 1989
bij De Slegte voor fl. 16,90