Foto’s van hoog kaliber in Eindhoven

door Gerard Verhoogt

Wie aan Zuid-Afrika denkt, denkt nog altijd snel aan apartheid en geweld. De Amerikaanse geograaf en fotograaf Roger Ballen koos voor zijn fotowerk een ander - politiek bijna taboe - onderwerp: ‘Platteland’. Het is een serie portretten van verpauperde blanken, een vergeten groep. Met sommigen had hij snel contact, anderen hadden jaren nodig voor ze Ballen toestemming gaven en enkelen gaven nog steeds geen permissie om ze te fotograferen. Deze en andere foto’s zijn tot en met 28 juni te zien in onder andere het Eindhovense gemeentehuis in het kader van de Foto Manifestatie Eindhoven.

Ballen, getrouwd met een Zuidafrikaanse en sinds 1982 in Johannesburg woonachtig, noemt zijn serie van tachtig foto’s ‘esthetische portretten’. Door hun kracht en het onderwerp zelf krijgen ze ook een politieke betekenis. Op de vraag waarom hij juist deze groep heeft uitgekozen en niet bijvoorbeeld arme zwarten, luidt het simpele antwoord: ‘Ik heb de meeste affiniteit met deze vergeten groep, die tussen twee verdomhoekjes inzit. Ze werden ontkend door de blanke regering, want ‘er waren geen arme blanken’, maar ook door de regering van Mandela. Bovendien neemt hun aantal weer fors toe, nadat het eerst minder werd. Nu krijgen veel zwarten hun baantjes. Bovendien is het voor mij de meest bereikbare groep.’ Dat was een voorwaarde voor de indrukwekkende sociale en intieme portretten. De keuze voor hňe hij iemand portretteert (close up, een totaal, tegen een kale muur, alleen, met anderen) hangt af van het totaalbeeld dat Ballen van de mensen heeft en hoe hij dat gevoel het beste over kan brengen. Het zijn mijnwerkers, vrouwen met zoon of dochter, de vrouw van een slachter met haar jonge hondjes, een debiele tweeling, een werkeloze handelaar, of een boer in een haveloos pension, enzovoort. Indrukwekkend door hun eenvoud, directheid en kaalheid. Dat resultaat kan Ballen ook bereiken door de speciale positie die hij inneemt: als geograaf kan hij de kost verdienen, dus fotografie is geen commerciële noodzaak. Als halve buitenstaander kan hij net voldoende afstand nemen van zijn onderwerp om het kritisch te benaderen en tegelijk is hij betrokken genoeg om het wezen van de mensen perfect weer te geven.
In het stadhuis zijn ook de Nederlands-Duitse fotoinstallaties te zien rond het thema ‘Reminiscenties’. Daaraan werken mee Dörte Eissfeldt, Paul den Hollander, Thomas Lenden, Frans van Lent en Gert Jan van Rooij. Hun werk herinnert aan (organische) vergankelijkheid en varieert van abstract tot figuratief werk, van geconstrueerde beelden tot beeldmanipulaties van archeologische opgravingen in Italië. Van Lent maakte onder andere een foto van een ijzeren trechter, die hij zo belichtte dat je niet weet of de opening naar voren of naar binnen gericht is. Hij maakte het naar aanleiding van het verhaal van Orpheus. Die wilde zijn geliefde Eurydice uit het dodenrijk terughalen. Hij slaagde bijna, maar er bleek wel degelijk een weg terug. In Galerie Pennings is een expositie te zien van Deborah Hammond (San Francisco). Het Centrum voor de Kunsten, in de lokatie aan de Stratumsedijk, toont de tentoonstelling ‘Foto Nationaal’. Dat is een landelijke expositie waar honderd gerenommeerde amateurfotografen voor geselecteerd werden. In de CvdK-lokatie in de Muziekschool zijn gemanipuleerde zelfportretten te zien van audio- visueel vormgeefster Saskia Holtjer en beeldend kunstenares Hermine van Rooy. De tentoonstellingen zijn gratis toegankelijk en lopen tot en met 28 juni.

Met Kees Meerman gaat het goed

‘Het gaat goed met Kees, zeg maar dat ze zich geen zorgen hoeven te maken’, aldus een opgewekte Kees Meerman. Na zijn maandelijkse stand-up-comedy-achtige talkshow van vorig jaar deed hij auditie bij het Koninklijk Ballet van Vlaanderen voor een rol in ‘The Sound of Music’. Hij werd aangenomen, maar liep na een maand gillend weg, want: ‘Dat was absoluut niet wat ik wilde.’ Van het verdiende geld kon hij een riante kamer huren en hij begon weer te schrijven. Meerman keert op woensdag 19 juni met de try-out van zijn programma ‘Welkom in het paradijs’, onder regie van Hugo Metsers jr., terug naar de AOR. Het is een terugkeer, want Meerman woont tegenwoordig in Antwerpen en is van zins daar voorlopig te blijven. Al is het maar op ‘kot’, want het verdiende geld van de repetities is alweer op.
De Toneelschool vond hij een ‘psychiatrische inrichting’ en de Theatervormingsklas was ook ‘zo’n gesticht’. Meerman (24) ging er weg omdat hij ‘niet hanteerbaar’ was. Hij heeft nog nooit een cabaretfestival gewonnen en kwam nimmer op teevee, maar eigenzinnig is hij nog steeds. Al lijkt hij wel wat tot rust te zijn gekomen. Hij werkte in Antwerpen aan nieuwe teksten en schaafde aan bestaande nummers. Hugo Metsers jr. deed de regie. Die leerde hij kennen via een Antwerpse vriend, die hem bij Metsers introduceerde. Meerman speelde zijn programma op de kamer van Metsers, die zoals Meerman schrijft, ‘zag dat het goed was’. Meerman zelf noemt het een ‘dijk van een samenwerking’ en in september is de premičre in het Leidsepleintheater in Amsterdam. Zijn gitaarspel is nog steeds brandhout, maar het zal desalniettemin de liederen over België, (frustraties over) de liefde en (moeder)complexen ondersteunen. Te zien 19 juni in de AOR, 21.30 uur in de bovenbar.