Schuimbekken
Eenentwintig studiepunten. Sander had er tien. Dat was de helft en dat kwam mooi uit, vond hij, want het was tenslotte halverwege het jaar. Tenminste, als je deze tentamenperiode en de interim ook meerekende. Dus Sander hoefde zich nergens druk om te maken, zei hij tegen zijn ouders. Hij zou het nog best redden, zei hij tegen de Snor. Hij had tenslotte ook nog wat projecten lopen, vertelde hij tegen zijn vrienden.
Maar ‘s avonds op zijn zolderkamertje zat Sander te vloeken. ‘Kut, wat een klotevakken. Shit, waarom is nou net nu dat EK?’ En: ‘Welke klootzak heeft die thermostaat buiten omhoog gezet?’ De zolder leek wel een sauna. Sander lag op de vloer tussen een berg boeken, vieze bordjes c.q. asbakken, dictaten, vuile was en stapels gekopieerde aantekeningen te zweten op Milieukunde. De zweetdruppels plakten de vijfhonderd pagina’s droge stof aan elkaar. ‘Fysische scheidingstechnieken van homogene en heterogene mengsels’, dreunde Sander, terwijl hij twee blaadjes probeerde te scheiden. ‘Breakpoint voor Stich’, zei de televisie op de achtergrond. Sander keek even op. Voor de zoveelste keer maakte hij zijn rekensommetje. Twintig bladzijden per uur. Anderhalf uur voor ontbijten, douchen en naar de universiteit fietsen. Als hij de hele nacht doorging zou hij het net redden.
Het studeren ging ‘s nachts een stuk vlotter. De telefoon gaf geen sjoege, zijn huisgenoten lagen te pitten en op teevee ouwehoerden ze over de perfect crunch, een prachtige gladde buik in drie weken. Voor Sander het wist stond hij dan ook al in de keuken, terwijl de zon al flink door het raam stond te schijnen. Een boterham in zijn mond persend, keek Sander zijn samenvatting door. ‘Osmose, flotatie, cyclonen, destillatie, douchen kan ik wel laten zitten, denk ik.’ Terwijl hij naar de TUE fietste, was hij nog met zijn rijtjes bezig: ‘Filtratie, bezinkers, flocculatie. Shit, ik moet al weer naar de wc. Toch een paar potten koffie te veel gezopen. Beter dan de perfect crunch: tentamenstress, in één nacht drie kilo afvallen!’ Om klokslag negen uur stormde Sander het auditorium binnen. Zijn ogen flitsten langs het lijstje met tentamens. Sander kreeg het even warm toen hij geen Milieukunde zag staan. Maar een snelle blik op zijn agenda bracht opluchting. Hij had het stomme vak pas ‘s middags. Dat was dan mooi een paar uurtjes extra. Nadat Sander in de bieb twintig minuten gestudeerd had en vier uur geslapen, schrok hij ineens klaarwakker. ‘Ik ben mijn rekenmachientje vergeten. Kut, maar als ik snel op en neer fiets, kan ik hem nog net halen.’
Terwijl Sander als een gek terug naar huis kachelde, hoorde hij zijn maag knorren. Weer twee kilo lichter. ‘Hoe ging het?’, vroeg zijn huisgenoot Kees, terwijl Sander voorbijstormde. ‘Succes hè!’, riep Kees hem na toen Sander met zijn zakjap naar buiten holde. Op de Kennedylaan reed Sander door een glasscherf. Hij flikkerde zijn fiets aan de kant en zette een sprint in. Om tien over twee precies denderde Sander de zaal met tentaminanten binnen. ‘Welk vak voor Milieukunde?’, vroeg hij aan een studiegenootje dat hij zag zitten. ‘Milieukunde?’, antwoordde deze sloom. ‘Da’s een ander tijdvak. Over een week om precies te zijn.’

Rati

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.