De universiteit van Petten

‘Als Nijenrode een bedrijfskun-de-universiteit kan zijn, waarom kan Petten dan geen energie-universiteit zijn.’ Deze vraag werpt H. van den Kroonenberg, algemeen directeur van ECN, op in Forum, de personeelskrant van ECN. Hij schrijft in zijn column dat minister Ritzen van mening is ‘dat de verdere ontwikkeling van ECN als technologische aanjager van de Nederlandse economie niet belemmerd mag worden.’ Volgens Van den Kroonenberg zou ECN, als ‘technologische aanjager’, in ieder geval meer moeten bijdragen aan de regionale industrie in Noord-Holland. Dat gebeurt al voor een deel doordat enige bedrijven op het ECN-terrein de kennis van dit instituut commercieel aan de man brengen, maar er kan nog veel meer gedaan worden. Het probleem is evenwel dat de ECN wel speurt naar technologieën die nuttig zouden kunnen zijn voor de markt, maar vervolgens die technologieën niet ten uitvoer kan brengen, omdat er niet genoeg jonge starters zijn die ermee aan de slag gaan. Een universiteit heeft wel jonge starters. Daarom, zo redeneert Van den Kroonenberg, moet de ECN een ‘energie-universiteit’ worden. Van den Kroonenberg: ‘Studenten komen hier (bij ECN -red.) dan afstuderen en promoveren. Na een start op een gewone universiteit kun je hier een energie-topopleiding krijgen.’ De statuten van ECN laten een en ander gewoon toe. Hoogleraren zijn er in Petten genoeg ‘en als het er te weinig zijn halen we een nieuwe ploeg binnen.’
(FG)