Voorzitter Ger Gartz bij vertrek:

‘ESK-werk verdient belangrijke plek binnen de TUE’

door Désiree Meijers

‘De ESK moet studenten opzoeken waar ze zijn. Je moet studenten bieden waar ze behoefte aan hebben. Pas dan kun je bereiken dat ze bewuster in het leven staan’, zegt ir. Ger Gartz. Woensdag 12 juni nam hij afscheid als voorzitter van de Eindhovense Studentenkerk. Meer dan zeven jaar probeerde hij vanuit het dagelijks bestuur de studenten warm te maken voor zijn ideeën. Deze ideeën zijn simpel, doch tot op heden niet haalbaar gebleken. Hij wil dat studenten bewust bezig zijn met wat ze doen. De geloofsachtergrond doet er minder toe vindt de scheidende voorzitter.

‘De ESK is bedoeld voor studenten. Maar het aantal studenten tussen de zondagse kerkgangers in de Studentenkapel is vrij mager. De studentenparticipatie loopt echter terug over de hele linie. Met dit gegeven moet je als ESK iets doen’, vindt Gartz. ‘Studenten komen niet naar je toe. Indachtig onze vroegere studentenpastor Anki Peper, vind ik dat je studenten moet opzoeken waar ze zijn, in de sociëteiten, in studentenhuizen, et cetera. Dan weet je wat hen bezighoudt en waar ze behoefte aan hebben. Pas dan kun je een programma opstellen dat voldoende aantrekkingskracht heeft. Nu is het zo, dat we steeds opnieuw zaken proberen die dan toch niet of nauwelijks blijken aan te slaan. Als bijvoorbeeld een kringgesprek over de bijbel niet aantrekkelijk blijkt te zijn, moet je het opdoeken’, vindt Gartz. Ook moet de ESK zorgen dat de inzet van studenten beloond wordt. Studenten willen tegenwoordig - meer dan vroeger - iets verdienen aan hun inspanningen. In dit kader zijn er wel positieve ontwikkelingen te melden. Prof.dr. Annelies van Bronswijk, onlangs toegetreden tot het dagelijks bestuur van de ESK, opperde de slogan ‘Studiepunten voor geloven’. Momenteel wordt bestudeerd hoe de ESK kan ‘inbreken’ in bestaande cycli binnen deze instelling om dit te realiseren. Ook moet de ESK meer dan voorheen, aansluiting zoeken bij gelijkgestemde zielen binnen de TUE, zoals het Humanistisch Raadswerk of bij sommige projecten binnen Studium Generale. ‘Een mooi voorbeeld waren de lezingen in het kader van de Woudschotenconferentie in samenwerking met de ESVB’, aldus Gartz.

Ingenieur en ethiek
Toch is er wel degelijk behoefte aan reflectie onder de studenten. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de grote belangstelling binnen deze universiteit voor lezingen over ingenieur en ethiek, die de werkgroep Werktuigbouwkunde en Samenleving (WenS) organiseert. Ook de onderwerpen van het probleemgestuurd onderwijs bij Werktuigbouwkunde en het programma van Technologie voor Duurzame Ontwikkeling werken aan de bewustwording van de student en bieden datgene wat Gartz belangrijk vindt. Heeft de ESK nog wel een functie als anderen er net zo goed in slagen allerlei activiteiten op het gebied van bewustwording, kritische vorming en maatschappelijke verantwoording en spiritualiteit aan te bieden? Volgens Gartz verdient de ESK toch een belangrijke plek binnen de TUE. ‘De organisatie en de middelen zijn ertoe geëigend om je breder dan in je vak alléén in een ander kader te verdiepen.
Het voorzitterschap voor de ESK deed Gartz op vrijwillige, onbezoldigde basis. Feitelijk is hij studieadviseur bij Werktuigbouwkunde en sinds 1963 in dienst van de TUE. Hij zegt niet gelovig te zijn, maar is wel opgevoed met christelijke principes. In de kerk komt hij echter nooit. Ook bidden of in God geloven doet de humanist/agnost niet. Is dat niet een beetje vreemd voor een voorzitter van een instituut dat bestaat bij de gratie van achtergrondkerken? Maar nog meer, hoe houd je het zo lang vol in een oecumenische gemeenschap als de ESK? Volgens Gartz kan dit best. Ook studentenpastor André van Kempen vond dit geen punt toen hij hem indertijd benaderde voor het ESK-voorzitterschap. Gartz: ‘Je kunt onafhankelijk van je geloofsbeleving nadenken over datgene waar je mee bezig bent. Op de geloofsbeleving na, bijt mijn zienswijze de ideeën zoals het studentenpastoraat die propageert, niet. Zaken als ethiek kunnen vanuit iedere achtergrond benaderd worden.’

Resultaat
Ook het feit dat de ESK-bevolking zich breder oriënteert dan de gemiddelde werktuigbouwer, die vaak nogal vakgericht bezig is, heeft Gartz zolang kunnen boeien. Te lang, vindt hij: ‘Een voorzitter moet niet langer dan vier à vijf jaar aanblijven. Je moet op tijd vernieuwen. Ik had veel eerder moeten opstappen, maar ik hoopte ieder jaar weer de weg gevonden te hebben om de ESK op te laten bloeien.’ Gartz heeft dan niet het gewenste resultaat bereikt als ESK-voorzitter, zoals hij zelf zegt: ‘Het is nu toch echt tijd om te gaan.’

Opvolger
Wie Gartz in actie ziet, denkt eerder aan een vrolijke Frans dan aan een kwezel. ‘Er wordt ook best veel gelachen bij de ESK. Wim de Leeuw is een echte gangmaker tijdens het wekelijkse ESKafé.’ De leukste herinneringen heeft Gartz aan de jaarlijks terugkerende Intro. ‘Het ESKafé zit dan altijd vol en dan is het heel erg gezellig. Jammer genoeg verdwijnt de belangstelling van de eerstejaars voor de ESK dan weer in de loop van het jaar. Het is de taak van de nieuwe voorzitter om deze momenten van opleving vast te houden en uit te bouwen.’ Zijn opvolger, dr.ir. Lex Lemmens verbonden aan Technologie voor Duurzame Ontwikkeling, weet dus wat hem te doen staat.