Schuimbekken
‘Bart komt vrijdag terug’, zei Kees tijdens het eten. ‘Oh ja’, zei Sander, ‘dan moesten we hem maar eens op gaan halen.’ Bart had zijn stage in Brazilië afgerond. De melkfabriek behaalde door de nieuwe programmatuur een zes procent hogere omzet. De Brazilianen waren enthousiast. Saskia was enthousiast dat haar lang gemiste vriendje eindelijk weer naar Nederland zou komen.
Bart had nog twee weken over voordat hij terug zou vliegen. Een of andere maffe oud-kolonel, die Bart in een kroeg in São Paulo had ontmoet, nodigde hem uit om een trip naar de Amazone te maken. Terwijl zijn vrienden in Nederland zaten te blokken voor hun tentamens voer Bart met drie mannen in een verstevigde rubberboot een stuk van de zeseneenhalfduizend kilometer strekkende watermassa op. Terwijl zijn maten in Eindhoven op een terrasje korte rokjes zaten te bewonderen, sliep Bart in een indianendorpje in een hangmat. Sander en Kees gooiden met macaroni in de tuin, Bart roosterde zelfgevangen vis boven een vuurtje. In het immense oerwoud ging Bart zijn leven een beetje relativeren. De mensen hier hadden nog nooit een computer gezien, laat staan van technische informatica gehoord. Wat konden de indianen de produktietechnieken van gecondenseerde melk schelen, als dagelijks hele voetbalvelden tropisch regenwoud gekapt werden. Wat was het leven puur hier, in harmonie met de natuur. Maar door het blinde winstbejag van een paar rijke industriëlen wordt de aarde systematisch kapot gemaakt. Bart snoof de vreemde zoete oerwoudlucht, vermengd met de scherpe geur van het kampvuur diep in zijn longen. Hij gooide zijn hoofd in zijn nek en staarde langs de reusachtige stammen van de boomkolossen naar een torenhoog bladerdek. Door het dikke groen kon hij glasheldere sterrenpuntjes zien flikkeren. Door de tranen in zijn ogen vloeiden die lichtjes in alle kleuren uit. Hij bleef staan staren tot hij begon te tollen. Hij voelde zich klein en machteloos en tegelijkertijd ontzettend boos worden. Kwaad beende hij naar zijn slaapzak, die bijeengehouden werd door zijn eeuwige stropdas. Hij rukte het ding eraf, rende naar de rivier en smeet de lap stof ver in het water. Een klein bruin meisje stond met grote, verbaasde ogen te kijken. Bart legde zijn hand op haar hoofdje. ‘De vlucht uit Rio arriveert om 19.37 uur’, las Kees van de terminal. Ze waren er allemaal. Kees, Sander, de Slak, Saskia, Bart zijn ouders, Bart’s broer met vrouw en twee kindertjes. Ja zelfs de Snor had de deur van de Schuimkraag op slot gedraaid en was naar Schiphol gekomen. Het gemêleerde gezelschap stond elkaar onwennig aan te kijken, niet wetend wat te zeggen. Totdat Saskia uitriep: ‘Daar komt hij.’ Iedereen stond verbaasd te staren naar de verschijning die langs de douane liep. Bart had een paars-groen kleed aan, kralenkettingen om zijn nek en sandalen aan zijn voeten. ‘Ik heb in Brazilië ontdekt dat het leven veel meer inhoudt dan slechts kleingeestige kapitaalvergaring door middel van de ontwikkeling van de zielloze techniek. Het leven is meer dan bits en bytes’, verkondigde Bart zijn geschrokken publiek. Allemaal bleven ze hem sprakeloos aangapen. Totdat na een lange stilte de Slak zei: ‘Ik heb het vervolg van Doom op cd-rom.’ Bart’s ogen lichtten op: ‘Echt waar?’

Rati

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.