Gehandicaptenbeleid: wie moet dat betalen?

door Matthé ten Wolde HOP
Rolstoelers, blinden en gehoorgestoorden bij de universiteiten staan op het punt hun waakhond te verliezen. Hij heet Interuniver-sitaire Werkgroep Voorzieningen Gehandicapten (IWVG) Hij kost 30.000 gulden per jaar. En dat blijkt een probleem. Het doet haast denken aan de Verenigde Naties: iedereen vindt de club on-misbaar, maar de helft van de leden loopt achter met de contributiebetaling. Als elke universiteit tweeduizend gulden betaalt, loopt alles op rolletjes. Van dat geld wordt een coördinator betaald die twee dagen per week op de loonlijst van de Universiteit van Amsterdam staat. Die coördinator, Jacqueline Huybregtse, moet er met de landelijke werkgroep voor zorgen dat universiteiten hun gehandicapten niet vergeten. Ze geven advies in bouwzaken, ze geven voorlichting en ondersteunen zonodig studenten en personeel. Huybregtse weet waarover ze praat: vanwege reuma liep ze indertijd zelf studievertraging op en kon ze met moeite aan een baan komen. De werkgroep organiseert nu en dan een symposium. Maar de laatste vijf jaar zit het de werkgroep tegen. Diverse universiteiten lopen achter met betalen. En bij vergaderingen zijn er steeds meer lege plekken.
Past de werkgroep niet meer in de verzakelijkte universiteit? Jawel, vindt men bij de vereniging van universiteiten VSNU. Maar we zitten ook in een tijd van bezuinigingen. Dus plaatste men de gehandi-captenwerkgroep maar eens op de agenda van een overleg van uni-versiteitsbestuurders. Kan een studentendecaan dit er niet bijdoen, vroeg men zich bij de voor-bereiding van dat overleg af. Of: kon de VSNU de werkgroep niet betalen? Dat laatste vond vooral Amsterdam een goed plan, want daar zag men de ‘wachtgeldverplichting’ al hangen als er straks geen cordinator meer nodig is. Maar het probleem was blijkbaar te complex om snel op te lossen. Een eerste, mondelinge toelichting tijdens de VSNU-vergadering moest met een stevige notitie worden onderbouwd. Deze notitie voldeed vervolgens niet. In juni liep het VSNU-overleg zo ver uit dat men niet aan de kwestie toekwam. Hoe het nu verder moet, weet even niemand. Hopelijk wordt de zaak niet over de vakantie getild, verzucht de cordinator nog. ‘Maar ja’, voegt ze eraan toe, ‘hoe gaan die dingen?’