Bodemregeling haalt druk van de ketel

door Fred Gaasendam

Onlangs zijn het college van bestuur en de bonden het eens geworden over een zogeheten ‘bodemregeling’ voor diegenen die met ontslag bedreigd zijn. De regeling, op initiatief van de bonden tot stand gekomen, is volgens Martin van Gessel, woordvoerder van de TUE-bonden, uniek voor Nederlandse universiteiten. De pijn van de reorganisaties bij vooral Wiskunde en Informatica, Elektrotechniek, Werktuigbouwkunde en Scheikundige Technologie wordt aanmerkelijk verzacht.

Diegenen die met ontslag bedreigd zijn krijgen, mits zij aan bepaalde voorwaarden met betrekking tot hun leeftijd en tijdstip van uittreding voldoen, een aanvulling op hun VUT- of FPU-uitkering tot 80 procent van het laatst genoten brutosalaris. In feite is de regeling dus een aanmoediging voor mensen die met ontslag bedreigd worden om ook echt met VUT of FPU te gaan. Er is echter nog een categorie medewerkers die gebruik kan maken van deze regeling, namelijk diegenen die met VUT of FPU willen gaan om plaats te maken voor collega’s die met ontslag bedreigd zijn. Diegenen die daarvan gebruik willen maken moeten op 1 april 1997 55 jaar of ouder zijn of in de geplande uitvoeringsperiode van de reorganisatie van een eenheid na 1 april 1997 die leeftijd bereiken. Geïnteresseerden moeten zich vóór 1 oktober aanstaande melden bij de P & O-medewerker van hun beheerseenheid. Via het vacatureoverleg worden aanbod en met ontslag bedreigde functionarissen bij elkaar gebracht. Deze ‘plaatsmakers’ zullen de druk op de reorganisaties aanzienlijk verminderen, omdat het aantal mensen dat eventueel gedwongen ontslag wordt aangezegd, zal afnemen.
Overigens zegt de regeling niets over de mogelijke problemen die een dergelijke wisseling van de wacht kunnen veroorzaken. Iemand kan om diverse redenen, bijvoorbeeld vanwege een gespannen werksfeer, van de regeling gebruik willen maken. Solidariteit hoeft daarbij dus niet het doorslaggevende criterium te zijn. Het CvB is de instantie die bepaalt of iemand in aanmerking komt voor de regeling.
De bodemregeling geeft in bepaalde opzichten zowel bij de VUT-regeling (tot 1 april 1997 geldig) als bij de FPU-regeling (na 1 april geldig) dezelfde uitwerking. In beide gevallen wordt de uitkering verhoogd tot 80 procent van het laatst genoten salaris. In beide gevallen blijven ook de interim-uitkering en de ZVO-regeling van kracht. Verschillen zijn er ook. Zo tellen de VUT-jaren voor de helft mee voor de opbouw van het ABP- ouderdomspensioen, maar helemaal niet in de FPU-regeling. De nu bij de TUE van kracht geworden bodemregeling compenseert dat verschil. Dat gebeurt via een financiële vergoeding. Daarmee kan men dan zelf het pensioengat dichten via een lijfrentepolis. Ook zal men op termijn met het ABP kunnen regelen dat er pensioenjaren ‘ingekocht’ worden. Verder geldt: wie met VUT gaat, mag niet bijverdienen, wie met FPU gaat wel (overigens tot 100 procent van het laatste genoten salaris). Uiteindelijk heeft dat tot gevolg dat de bodemregeling samen met FPU zelfs een iets gunstiger regeling is dan de bodemregeling met VUT.