Gebeurtenissen in komkommertijd

door Hanne Obbink Matthé ten Wolde HOP
28 juni Het is voor de economie van groot belang dat Nederland meedoet in de ‘eredivisie’ van de software-industrie. Dat kan alleen als er meer geld komt voor informatica-onderzoek. Over de besteding daarvan moeten wetenschappers, bedrijfsleven en overheid samen overleggen. Dat schrijft de Verkenningscommissie Informatica in haar rapport. Als Nederland op informatica-gebied de boot mist, dreigt het af te zakken tot de ‘nieuwe generatie Derde-Wereldlanden’, schrijft de commissie. De commissie dicht Nederland de meeste kans toe de top te halen op het gebied van het verhandelen en integreren van bestaande software-pakketten.

5 juli Minister Ritzen en de vakbonden zijn het eens geworden over een nieuwe cao voor het onderwijs. Het personeel gaat er volgens het akkoord tot eind 1998 tenminste 3,5 procent in salaris op vooruit; de werkweek wordt gemiddeld 36 uur. Het akkoord kost minister Ritzen ongeveer 1,3 miljard gulden. Dat ligt precies tussen de aanvankelijke eisen van de bonden -die maatregelen voor 1,6 miljard hadden geëist- en het bod van Ritzen, dat 1 miljard bedroeg. Het akkoord geldt voor alle 350.000 werknemers in het onderwijs, van basisschool tot universiteit. Zowel in het hoger beroeps- als in het wetenschappelijk onderwijs moeten bonden en werkgevers zelf uitwerken hoe de afspraken die in de cao gemaakt zijn over korter werken voor ouderen en meer salaris voor jongeren uitgewerkt moeten worden.

9 juli Minister Ritzen betaalt de universiteiten en hogescholen alvast 240 miljoen gulden voor projecten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Het geld komt uit het studeerbaarheids-fonds, een pot met 500 miljoen gulden. Universiteiten en hogescholen konden geld uit dat fonds aanvragen voor projecten om de studeerbaarheid van hun onderwijs te verbeteren. Een voorwaarde was dat ze ook een goed overkoepelend plan (een ‘kwaliteitsmanagementplan’) hadden. De commissie-Wijnen die de projecten moest toetsen, gaf zo’n zestig procent zonder meer een positief oordeel, en nog eens vijftien procent een ‘ja, mits’. De kwaliteitsmanagementsplan-nen werden niet door de commissie-Wijnen, maar door de Onderwijsinspectie beoordeeld. Die vond dat drie universiteiten, waaronder de TUE, en negen hogescholen een ondeugdelijk plan geschreven hadden. Die instellingen krijgen een herkansing; als het hun lukt voor 15 september een beter kwaliteitsplan in te leveren, krijgen ook zij het geld voor hun door Wijnen goedgekeurde projecten.

10 juli Landelijke beoordelingen van onderzoek zetten onderzoekers onder druk. Ze geven bestuurders een instrument in handen om degenen die onder de maat presteren aan te pakken, de drang om te publiceren neemt toe en de overvloed aan diverse evaluaties levert op zichzelf ook al veel extra werk op. Dat blijkt uit een rapport van het onderzoekscentrum CSHOB over de eerste ervaringen met onderzoekbeoor-delingen. Die worden sinds 1993 uitgevoerd onder de paraplu van de VSNU, de vereniging van universiteiten. De VSNU had het CSHOB opdracht gegeven uit te zoeken wat de effecten van die beoordelingen zijn.

11 juli Minister Ritzen stelt een commissie van wijze mannen en vrouwen in die alternatieven moet bedenken voor het omstreden lotingssysteem voor studies met een studentenstop, zoals geneeskunde. Ritzen heeft de commissie niet alleen gevraagd na te gaan of gewogen loting door een ander toelatingssysteem vervangen kan worden. Hij wil ook weten of het lotingssysteem verbeterd kan worden, bijvoorbeeld door relevante werkervaring te laten meewegen. Het systeem van gewogen loting kwam deze zomer opnieuw ter discussie door het geval van Meike Vernooy, een gymnasiaste die ondanks een gemiddeld eindexamencijfer van 9,6 niet ingeloot werd voor de studie geneeskunde.

11 juli De markt moet méér en de overheid minder invloed krijgen op het hoger onderwijs. Om de universiteiten van belemmerende regels te verlossen, moeten zij wellicht de privaatrechtelijke status krijgen. Minister Ritzen gaat dat dit najaar onderzoeken. Ritzens voornemen vloeit voort uit het project Marktwerking, deregulering en wetgevingskwaliteit, waarmee het hele kabinet bezig is. Een werkgroep is in dit kader nagegaan hoe in het hoger onderwijs de invloed van de overheid verminderd en die van de markt vergroot kan worden. Ritzen onderschrijft de bevindingen van deze werkgroep. De overheid kan niet van de universiteiten eisen dat zij inspelen op de markt voor hoger onderwijs en hen tegelijk binden aan regels die dat verhinderen, stelt de werkgroep. Met name de publiekrechtelijke status van openbare universiteiten beschouwt zij als een struikelblok.

18 juli Enkele duizenden studenten zijn deze zomer opgeschrikt door een brief die inhield dat zij negenhonderd gulden extra collegegeld moeten betalen. De brief was verstuurd door de Informatie Beheer Groep, maar bleek te berusten op verkeerde gegevens. De IBG verstuurde 53.000 van zulke brieven. Ze waren bestemd voor studenten die al zes jaar studeren. Die hebben geen recht meer op een beurs, maar nog wel één jaar op een lening. De universiteiten en hogescholen mogen deze groep een hoger collegegeld in rekening brengen; de meesten vragen 3300 gulden, negenhonderd gulden meer dan de meeste studenten moeten betalen. Half juli bleek echter dat de gegevens op grond waarvan de IBG de 53.000 studenten aanschreef lang niet altijd kloppen.

9 augustus Studenten moeten veel meer te zeggen krijgen over het onderwijs in de opleiding die ze volgen. Er moeten gekozen opleidingsraden komen waarin zij de helft van de zetels bezetten. De studentenbond LSVb schrijft dat in het boekje MUB of Monet. Het is geschreven naar aanleiding van het wetsvoorstel voor de ‘modernisering van de universitaire bestuursorganisatie’ (MUB) van minister Ritzen, dat begin september in de Tweede Kamer besproken wordt. De MUB ontneemt de gekozen universiteits- en faculteitsraden de macht om mee te besturen; voortaan krijgen ze slechts inspraak. Volgens de LSVb is dat slecht voor het onderwijs.

12 augustus De Informatie Beheer Groep heeft sinds begin augustus 57 eerstejaars-studenten geholpen die in een andere stad willen studeren. Zij kunnen via de IBG ruilen met een student die (ook) niet tevreden is met de toegewezen stad. Ruim 350 meldden zich voor zo’n ruil aan. De IBG bemiddelt deze zomer voor het eerst bij het ruilen van plaatsen. Het gaat om studenten die zich hebben aangemeld voor een van de 29 opleidingen met een studentenstop, wèl geplaatst zijn, maar niet in de stad van hun voorkeur. Behalve de IBG bemiddelt ook de studentenbond LSVb bij ‘misplaatsen’.

12 augustus Nog steeds daalt het aantal hogere functies aan universiteiten minder snel dan het aantal banen aan de onderkant van de pyramide. Cijfers van de vereniging van universiteiten VSNU wijzen dat uit. Het aantal volledige banen voor hoogleraren was eind 1995 met één procent gedaald ten opzichte van een jaar daarvoor. De werkgelegenheid voor aio’s daalde intussen met vijf procent. Het aantal medewerkers in een tweejarig ontwerpers- of aio-opleiding daalde met maar liefst een kwart. In totaal telden de universiteiten eind 1995 1473 (3,4 procent) minder banen dan eind 1994. Er zijn nu nog 43.029 volledige banen. Voor het eerst sinds jaren daalde het aantal vaste voltijds banen. Het aantal tijdelijke banen daalde echter sneller.

14 augustus De studenten onder de sporters die een olympische medaille wonnen, mogen hun premie èn hun beurs houden. De Informatie Beheer Groep liet aanvankelijk weten dat ‘studenten die meer dan 15.000 gulden per jaar verdienen, worden gekort op hun beurs.’ De meeste medaillewinnaars gaan die grens ruimschoots voorbij. Sportorganisatie NOC*NSF keert hun voor een gouden medaille 60.000, voor een zilveren 40.000 en voor een bronzen 20.000 gulden uit. Ritzen zal ervoor zorgen dat de sporters dat geld mogen houden, omdat ze op die bedragen vooraf niet konden rekenen.

14 augustus Studenten die vorig studiejaar hun doctoraal haalden, hebben gemiddeld 5,5 jaar over hun studie gedaan. De overgrote meerderheid (70 procent) van de eerstejaars deed langer dan een jaar over de propedeuse en minder dan één op de tien studenten studeert in vier jaar af. De cijfers zijn verzameld door de VSNU. Er zijn grote verschillen per universiteit. Studenten aan de Vrije Universiteit zijn het snelst klaar (gemiddeld in 4,6 jaar), die aan de technische universiteit in Delft doen er het langst over (6,2 jaar). Die verschillen laten zich deels verklaren door het gegeven dat technische studies veel tijd blijken te vergen (namelijk 5,9 jaar). Ook rechtenstudenten doen lang over hun studie (gemiddeld 5,8 jaar). Studies op het gebied van gedrag en maatschappij worden het snelst afgerond, in gemiddeld 5,2 jaar.