Het vriesvak biedt snelkoker weinig soelaas

door Maurice Schaeken

Je woont pas op kamers en de kooklessen van je moeder vond je niet stoer? Je studeert al een tijdje, maar het kookrooster in je studentenhuis functioneert niet? Het is weekend en iedereen is al naar huis? Dan voldoe je aan het profiel van de alleenkoker. Een alleenkoker soleert in de keuken om een maaltijd strikt voor zichzelf klaar te maken. De alleenkoker is daarnaast vooral een snelkoker. Het traject ‘kopen, koken, consumeren’ wil hij het liefst zo kort mogelijk houden. De levensmiddelenindustrie geeft hierop een adequaat antwoord. Een rondgang in de winkels levert een onverwacht grote buit op aan thuismenu’s, kant-en-klaar-maaltijden en eenpersoonsschotels. Geblikt, gekoeld of gevroren.

Maar smaakt het allemaal wel? Cursor’s culi-crew ging op onderzoek uit, om tot onthutsende ontdekkingen te komen. Omdat je nu eenmaal geen gekoelde appel met een diepgevroren peer kunt verge-lijken, concentreerde deze proefneming zich op één deelgebiedje van de kant-en-klaar-wereld: de diepvriesmaaltijd. Het culi-team dook onder nul om tussen de ijsjes en de frites een representatieve steekproef aan ijskoude eenper-soonsmaaltijden te verzamelen.
Het eerste opmerkzame feit: de overheersende positie van het merk Iglo. Zeven van de tien onderzochte maaltijden komen uit hun keuken. Daarnaast valt de toegenomen macht van de magne-tron op. Zowat ieder menu kan met microgolven tot gaarheid gedwongen worden. Helaas, het culinair laboratorium van Huize ‘Te Land, ter Zee en in het Café’ beschikt nog niet over zo’n moderne keukenhulp. De koks moesten zich daarom behelpen met de geboden alternatieven: de koekenpan, de oven en de au-bain-marie, oftewel: de rookworstmethode.

Grauw
Als eerste komen de goedkoopste producten aan bod: ‘kip op Chinese wijze’ en ‘kip op Indiase wijze’. De Indiase variant doet het op het eerste gezicht het best: het ruikt goed en het weet het oog ook te bekoren. Er is volop met kleur gewerkt; een bedje van gele rijst met daarin contrasterende accenten van rode paprika, donkergroene courgette, gele maïs en lichtgroene erwten. Het Chinese broertje ziet wat grauwer. Taugé overheerst, de maïs en erwten weten de grijzigheid niet te doorbreken. Bovendien zweeft er nog iets doorheen wat erg veel wegheeft van gebakken aardappeltjes. Bestudering van de verpakking leert dat dit waarschijnlijk de sojascheuten moeten voorstellen.
Een hapje proeven kan de eerste indruk van het testteam niet meer veranderen. ‘Kruidig’ India verslaat met gemak het ‘smakeloze’ en zelfs ‘niet te eten’ China. De fabrikant schat zijn klanten overigens op bijzonder kleine eters in. Een zakje van 400 gram levert een schamele 296 respectievelijk 284 kcal op. Een gemiddelde eter wil daarentegen zo’n 800 kcal achter zijn kiezen doen verdwijnen, laat staan een hongerige student. Erg ironisch komt dan ook de schreeuwende tekst op de verpakking over: ‘Nieuw, grotere portie’. Het testteam wil graag weten hoeveel van het bord bedekt raakte met de vorige variant.

Zoetzuur
De volgende gang bestaat uit een Franse vleesschotel. Achteraf gezien een hoogtepunt van de test. Een koekenpan op matig vuur doet er 8 minuten over om deze ‘vriesverse’ (!?) schotel (plus 7 eetlepels water) te verwarmen. 350 gram aan rundvlees, champignons, stukjes aardappel, zilveruitjes en de onvermijdelijke erwten leveren een mooi plaatje op. Mooier nog dan de foto op de verpakking, oordeelt het allesziende testteam. Geur: goed. Smaak: nog beter! Eén tester sluit zich hier niet bij aan: ‘Ik houd niet van zoet eten’. De zoetzure Franse vleesschotel kan hem daarom niet bekoren. Het testteam introduceert een nieuw criterium: de ‘vullingsgraad’, oftewel ‘hoe lang duurt het weer voordat je honger krijgt’. Gezien de kleine hoeveelheid aardappelen heeft het team zijn bedenkingen. ‘Een zak chips later op de avond is nog wel nodig’, luidt het deskundige oordeel. De koks snellen zich weer naar de keuken voor de volgende gang: Kip Hawai. De buitenkant meldt: ‘Nieuwe bereidingswijze’. Als het pak open is blijkt waarom: je hebt twee pannen nodig! Een om het zakje rijst klaar te maken: 10 minuten in ruim kokend water. En een koekenpan voor de saus: 8 minuten. Dit keer moet er 125 ml water aan toegevoegd worden (hoeveel is dat in eetlepels?). Het testteam kan niet tot consensus komen. Naast het onvermijdelijke ‘ik hou niet van zoet eten’ waren de meningen verdeeld. De helft vond het vies, ‘echt vies’. De rest zag zijn verwachtingen uitkomen. ‘Bij kip Hawai denk ik aan dit.’ De 300 gram prut-rijst-combinatie levert de eter 531 kcal op. Iglo meldt raadselachtig dat dit geldt ‘vóór bereiding’.

Weeë brij
Dan is het de beurt aan een klassieker: de chili. Het testteam kan zich niet voorstellen waarom iemand uitgerekend deze smaak koopt. Dit gerecht geniet in het algemeen de twijfelachtige reputatie als zijnde ‘het snelste op tafel te krijgen’. Het enige argument zou een betere smaak zijn. De studentenkeuken heeft immers de pittige Mexicaanse schotel met hulp van bami-pakketten, vruchtensalade en half-om-half-gehakt tot een weeë brij gedegradeerd. Maar dit argument gaat hier niet op. De Iglo-vriesverse-chili con carne kan het team niet bekoren.
De bami goreng krijgt weinig klachten, maar dat kan ook nauwelijks. Het gerecht biedt niet meer dan het beweert: opgewarmde bami zonder saus. Een echt menu is het dan ook niet. De koks laten weten dat dit gerecht makkelijk aanbrandt. De bereidingsaanwij-zing: ‘doe dit zonder enige toevoegingen in de pan’ mag wat hen betreft veranderd worden in iets dat meer waarheidsgetrouw is.
Op dit punt bereikt het zeskoppige testteam het zes-gerechten punt. Ieders buikje zou rond moeten zijn, echter de leden van het testteam hebben allemaal nog honger. Dit blijkt ook algemeen op te gaan. Een kant-en-klaar-menu helpt tegen de trek, niet tegen de honger.

Witte brokken
Iglo’s thuismenu heeft ook de iets luxere, maar ook iets duurdere pot op de kaart staan. Het testteam vond in de diepvries de ‘jachtschotel rode kool met appeltjes’ en het ‘varkenslapje met spinazie’. De gerechten liggen op een witte, in compartimenten verdeelde plastic schaal. Deze moet in de oven geschoven worden. Snel gaat het dan niet, na voorverwarming duurt het maar liefst drie kwartier voordat het gerecht consumeerbaar is. Hoewel consumeerbaar... Deze varianten bleken het absolute dieptepunt van de avond.
De aanblik van het varkenslapje met bladspinazie doet het testteam terugdeinzen. ‘Spinazie à la Dommel’. ‘De aardappelen zijn niet echt maar uit aardappelmeel geboetseerde witte brokken. Het vlees smaakt naar weke prut.’ Het testteam prikt lusteloos met een vork in de ingrediënten. Over de hoeveelheid bestaat consensus: ‘genoeg, als je tenminste alles opeet’. Maar daaraan bestaat twijfel. De koks mogen deze schaal bijna onaangeroerd weer mee terug nemen. Het volgende gerecht ondergaat hetzelfde lot: ‘jachtschotel met rode kool met appeltjes’. Op de foto ziet het vlees er smakelijk uit: ruime dobbelstenen met wat uienreepjes. De werkelijkheid slaat alles. ‘Een vieze gore brij. Een uienprut met een witte glans.’ Het vlees uit zich als minuscule korreltjes. Het testteam kent grote weerstand om de tanden ergens in te zetten. Uiteindelijk blijkt de rode kool nog niet eens zo heel vies, maar de puree valt ook in ongenade. ‘Koks! Afvoeren die hap!’

Mutatie
Als voorlaatste staat de Vis Florentine op tafel, bereidingstijd 45 minuten. De ervaringen met de vorige ovenschotels doen het testteam het ergste vrezen. ‘Het ruikt wel naar vis.’ Voorzichtig nipt men aan het zeedier (soort: Alaska Pollack) opgediend met spinazie en kaassaus. Om vervolgens verrast op te kijken. ‘Hé, dit is wel lekker.’ De machtige kaassaus doet ook twijfels over de vullingsgraad verdwijnen. ‘Ik neem nog een beetje.’ Deze schotel gaat helemaal op.
De rijsttafel voor twee personen: het sluitstuk van de avond. Hebro (‘Heerlijk zo!’) legt een quasi Chinees ogende doos in het vriesvak. Op de foto ziet het er goed uit, maar zoals eerder gebleken, kan dat verraderlijk zijn. De doos bevat nasi, saté, babi pangang en tjap-tjoy. Het geheel kan in 25 minuten au bain-marie warm gemaakt worden. Hebro meldt op de doos de tegenstrijdige berichten: ‘Nieuw’ en ‘Volgens origineel recept’. Het testteam neigt naar het laatste. De saté smaakt namelijk net zoals andere goedkope-opwarm-saté-uit-het-vriesvak. Ook de nasi heeft net zo’n zure nasmaak als collega kant-en-klaar-producten. De babi pangang levert een verrassing op. De vleesreepjes op de foto hebben een mutatie ondergaan: in het echt zijn het balletjes geworden, met een laagje deeg eromheen. Als je niet beter wist, zou je denken dat het koe-loe-yuk was. De rode saus beviel wel, op een uitzondering: ‘ik hou namelijk niet van zoet’. Het testteam deinsde terug voor de tjap tjoy. 25 minuten au bain-marie leverde namelijk een wanstaltige, snotterige drab op. Een enkeling viste nog naar een stukje kip of vlees, maar moest teleurgesteld de zoektocht opgeven.

Een avondje ‘diepvries’ leverde de volgende conclusies op: ‘Je bent naïef als je denkt dat je voor dit geld iets behoorlijks krijgt’ en ‘Hoe duurder hoe beroerder’. Alleenkokers krijgen de tip: ‘Ga liever naar de mensa’. Wie toch wat wil ontdooien: Positieve uitzonderingen waren de Vis Florentine en de Franse vleesschotel.

In de rubriek ‘Testlab’ zullen allerhande artikelen en diensten met een kritische doch rechtvaardige blik bekeken worden. Een wisselend panel zal regelmatig verslag doen van haar bevindingen. Over de uitslag kan gecorrespondeerd worden.