Tien vragen over de nieuwe universitaire bestuursstructuur

door Hanne Obbink HOP

Gekozen raden verliezen invloed, benoemde bestuurders krijgen meer te zeggen. Daar komt, héél kort samengevat, de nieuwe wet op de universitaire bestuursstructuur op neer. Die wet, de MUB, wordt deze week door de Tweede Kamer behandeld. Wat staat er in en wat verandert er?

1. Wie wordt er in de MUB de baas aan de universiteit?
Het college van bestuur, een clubje van drie professionele managers. Nu nog hebben dat college en de universiteitsraad het sámen voor het zeggen. Maar de universiteitsraad mag in de MUB niet meer meebesturen.

2. Wat kan de universiteitsraad nog doen?
De universiteitsraad-nieuwe-stijl wordt medezeggenschapsraad. Dat betekent dat de raad wel voorstellen mag doen en adviezen geven, maar het college van bestuur niet kan dwingen daarnaar te handelen.

3. Welke plaats heeft de ondernemingsraad in de wet?
Een universiteit (of eigenlijk: college van bestuur) kàn ervoor kiezen de universiteitsraad te vervangen door een ondernemingsraad voor het personeel. In dat geval moet er een afzonderlijke raad voor studenten komen.

4. Wat gaat de raad van toezicht precies doen?
Die gaat namens de minister van Onderwijs over de schouder van het college van bestuur meekijken. Dat kost hen, schat Ritzen, een dag in de week.

5. Wat gaat er veranderen op faculteitsniveau?
Hetzelfde als aan de top van de universiteit: de faculteitsraad mag niet meer meebesturen en kan vervangen worden door een facultaire ondernemingsraad. Alle macht komt in handen van de decaan (of het faculteitsbestuur).

6. Gaat de ‘gewone’ student of docent iets merken van die veranderingen?
Voorstanders zeggen dat de universiteit nu ‘slagvaardig’ kan worden bestuurd, omdat de managers niet voor de voeten gelopen worden door universiteits- en faculteitsraad. Tegenstanders zijn bang dat de managers zich te weinig zullen aantrekken van wat betrokkenen (studenten en personeel) ervan vinden; dat zal tot slecht beleid leiden.

7. Verandert er iets aan de rol van opleidingscommissies?
Nee. Er wordt wel gezegd dat de MUB studenten invloed geeft op het niveau dat er voor hen het meest toe doet, de opleiding, maar dat is niets nieuws. Ook nu al geven opleidingscommissies de decaan advies, en ook nu al bestaat die commissie voor de helft uit studenten. Dat blijft zo.

8. Wat houdt de afschaffing van de vakgroepen in?
Dat zal per faculteit verschillen. De vakgroep kan niet langer bevoegdheden ontlenen aan de wet, maar dat betekent niet per se dat ze verdwijnt. Dat hangt af van wat de decaan daarover vastlegt in het faculteitsreglement.

9. Gaan studenten in hun onderwijs iets merken van deze veranderingen?
Dat is moeilijk te zeggen. Nu zijn het vaak de verschillende vakgroepen die bepalen hoe ze hun eigen onderwijs invullen. In de MUB is één instantie verantwoordelijk voor het onderwijs: het opleidingsbestuur. Studenten weten dan in ieder geval waar ze moeten zijn met hun wensen en klachten. Maar ze hebben niet meer de macht om -via de faculteitsraad- hun wensen te verwezenlijken.

10. Wat verandert er op het gebied van het onderzoek?
Officieel krijgt de decaan het voor het zeggen als het om onderzoek gaat. Die kan onderzoekscholen een zelfstandige positie geven, met een eigen bestuur en budget. Maar die situatie bestaat op veel plaatsen al. En het schrappen van de vakgroep uit de wet hoeft ook voor het onderzoek weinig te betekenen.