Tom van ‘t Hek speelt gloedvolle uitwedstrijd

door Huibert Spoorenberg

Mensen die goed kunnen sporten studeren meestal ook goed. Mensen die zeggen dat ze stoppen met sporten omdat ze moeten studeren, waren meestal toch al niet de beste sporters en meestal raakt die studie van ze dan ook nog in het slop. Tom van ‘t Hek, huisarts en tevens hockeycoach, gaf dit jaar het traditionele intro-college van Studium Generale: over de parallellen tussen studie en sport, teambuilding en de zin van het ontwikkelen van activiteiten naast je studie.

Het oreren zit de Van ‘t Hekjes duidelijk in het bloed. En net als zijn broer Youp heeft ook Tom een nogal uitgesproken mening over van alles en nog wat. Zo ziet hij de combinatie huisarts/hockeycoach in het geheel niet als strijdig: ‘Hoe meer medici er werkzaam zijn in de sport, hoe meer blessures zich er in voordoen, dat is gewoon een feit. Toen er nog geen heel team van artsen deel uitmaakte van elke sportvereniging kwamen er lang niet zoveel blessures voor als nu. Mensen gaan vooral naar hun dokter als ze zich zorgen maken en niet helemaal functioneren zoals ze willen.’
Na zijn middelbare school ging Tom van ‘t Hek geneeskunde studeren. Maar de sport bleef trekken en hij combineerde zijn studie met zijn grote liefde: hockey op topniveau. Na zijn studie werd hij huisarts tot hij twee jaar geleden werd gevraagd om bondscoach te worden van het Nederlands dameshockeyteam, dat afgelopen zomer onder zijn bezielende leiding op de Olympische Spelen in Atlanta een bronzen plak veroverde. Ook is hij iedere zondagavond te horen in het radioprogramma ’t Hek van de dam, waarin hij op niet mis te verstane wijze zijn mening ventileert. En dat deed hij vorige week woensdag ook in een welgevulde zaal; een uitwedstrijd, zoals hij het zelf noemde.

Zelf denken
Studeren is het verwerven en toepassen van kennis, zo begon Van ‘t Hek zijn betoog. Maar helaas zijn studenten te vaak geneigd de kennis die hen wordt overgedragen kritiekloos aan te nemen, want ‘de dingen zijn nu eenmaal zo’.
Van ‘t Hek: ‘In sportteams zie je dat ook gebeuren. Training is nuttig, maar er moet wel zelf bij worden nagedacht. Het nemen van verantwoordelijkheid is zeer belangrijk, je moet altijd in alles wat je doet iets van jezelf leggen. Het Aad de Mos-model van ‘uitvoeren wat je doorkrijgt’ gaat nu zelfs in Duitsland al niet meer goed. De eerste training die ik mijn hockeydames gaf was gewoon knudde: ik liet ze een oefening doen, maar had de ballen aan de verkeerde kant van de pilonnen neergelegd. Ze deden zonder tegensputteren wat ik ze opdroeg, maar ze brachten er helemaal niets van terecht. Na een tijdje zei ik: eh, ik had eigenlijk gedacht hier het Nederlands damesteam te treffen, maarre... Wat ook belangrijk is, is groepsgedrag. De manier waarop je met elkaar omgaat, elkaars gedrag corrigeert en hoe je met elkaar nederlagen, maar ook successen accepteert. Daar is teambuilding voor nodig; Louis van Gaal heeft dat woord ooit geïntroduceerd. Vroeger noemde men dat gewoon gezelligheid. Maar het is een lastige taak voor de coach, hij is immers de verantwoordelijke voor de groep. Tegenwoordig zie je het ook steeds meer in bedrijven. Dus mochten jullie ooit een baan krijgen, dan krijg je er zeker mee te maken. Dan dan ga je met z’n allen een weekend naar de Ardennen en dan is daar zo’n man met een flip-over en dan worden op vrijdagavond ‘doelen geformuleerd’. De volgende dag ga je bomen omzagen en dan komt de directeur er achter dat hij dat in z’n eentje niet kan en dan gaat hij hulp halen. De samenwerking binnen het bedrijf is dan weer gestimuleerd.’

Emoties
Volgens de voormalige tophockey-er moet het ook weer niet te ver gaan: ‘Ik vind die Nederlandse softbaldames die een psycholoog hadden ingehuurd, die allemaal een tatoeage hebben laten aanbrengen en die een nacht in tentjes rond het thuishonk hebben ge-slapen, eerlijk gezegd een tikkeltje merkwaardig. Het had ook weinig resultaat. Mijn advies aan hen is: gooi eens wat vaker zo’n balletje op en sla er tegen.’
Van ‘t Hek vindt het hebben van doelen ook in de sport zeker belangrijk. Maar volgens hem moet je daarbij wel reëel blijven en inzien wat je kunt halen. Hij vertelde altijd erg te moeten lachen om het augustusnummer van Voetbal International, waarin 15 eredivisieclubs voorspellen bij de grote drie te gaan horen en alle eerste divisieclubs het komende seizoen denken te gaan promoveren. De coaches van die clubs worden volgens hem ook meestal te zeer door emoties voortgedre-ven. Voor Van ‘t Hek is een goede coach iemand die rustig aan de kant zit en bekijkt waar het mis gaat en wat daar aan gedaan kan worden. Op de universiteit is dat zijns inziens ook de beste instelling. ‘Als je gaat studeren en je mag ineens zelf bepalen wat je doet, doet de helft aanvankelijk niks. Dat is bij alles zo. Je moet de mensen wel de tijd geven, al is dat tegenwoordig niet meer het geval. Als ze het eenmaal leuk vinden, gaan ze er zelfs nog wel iets meer voor doen. Het moet ook niet te gek worden natuurlijk: meer weten van minder leidt niet tot een verbreding van je horizon. Het doen van meerdere activiteiten in het leven is een zeer gezonde basis; het vormt je algemeen en wellicht loop je tegen dingen aan die je niet bij jezelf of bij anderen verwacht. Zelf heeft de combinatie studie/topsport me zeer verrijkt, het reizen en zo. Bonden zouden tegenwoordig wel geld opzij moeten leggen om mensen hun opleiding goed te kunnen laten doorlopen. Het is absurd als ze na hun sportcarrière wereldkampioen klaverjassen moeten worden.’

Vorige week woensdag hield Tom van ‘t Hek het traditionele intro-college bij Studium Generale. Foto: Bram Saeys