Dienst Overige Zaken

Luister en huiver

Ergens in de buurt van Tilburg ligt een halve kilometer vierbaans snelweg verloren in het landschap. Een stevig viaduct, maar zonder op- en afritten, maakt het beeld compleet. Plannen is moeilijk. Ooit hebben ingenieurs daar met trots een tekening gepresenteerd. Kijk eens hoe fraai ons kunstwerk (lees: beton) is ingepast in het landschap. Op de tekening zien we kleine, schetsmatig getekende autootjes. Kijk maar goed, het gaat helemaal niet om het beton, het gaat hier om mensen, althans, mensen in auto’s.
In 1968 hebben architecten soortgelijke tekeningen gemaakt van een gebouw dat auditorium zou gaan heten. Ook zij wilden graag duidelijk maken dat de vele richels en randen aan de buitenzijde van het gebouw niet alleen maar beton waren (lees: architectuur), maar vooral ook gebruiksruimte voor mensen. Dus tekenden zij op de promenade die de vele in- en uitgangen van het gebouw verbond een vrolijke schare slenterende studenten, studenten met boterhamzakjes, krantlezende studenten, docenten die in de zon de proefwerken zaten na te kijken (het was immers nog geen universiteit waar ze voor bouwden, maar een hogeschool). Gezellig toch, zo’n promenade!
Jammer genoeg hadden de echte bouwplannen alleen betrekking op beton en staal, op het glas en alles wat daar bij hoort. Tijdens de bouw dacht niemand meer na over die drentelende studenten. En toen het gebouw af was kwam ook niemand op het idee om de studenten die altijd maar ongezond in het auditorium zaten, naar buiten te drijven om de promenades te bevolken, zoals de architect het bedoeld had.
Had het anders gekund? Iedereen weet dat studenten eigenwijs en onverstandig zijn (net als hun docenten), dat zij zich niet naar buiten laten sturen als zij binnen willen zijn, en niet naar binnen als zij buiten willen zijn. De promenades van het auditorium bleven er dus verloren bij liggen. Wat de architect gewild had was gewoon onmogelijk. Wie zei daar ‘onmogelijk’? Niets is onmogelijk. Dit jaar hebben een paar medewerkers van de TUE de koppen bij elkaar gestoken en een plan gesmeed dat de omlopen van het auditorium toch nog in hun ooit bedoelde luister zal herstellen.
Hoe willen ze dit bereiken? Niet door de studenten te dwingen (te primitief), niet door ze met gratis consumpties te verleiden (te duur) en ook niet door dagelijks een Tatjana buiten te laten paraderen (te ‘goedkoop’). Het plan is anders -subtieler- en er op gericht om bij de studenten de juiste snaar te raken, hen aan te spreken op diepe, onuitgesproken verlangens. Het plan beoogt te bereiken dat studenten, en anderen, die nu nog hun pauzes in het auditorium doorbrengen, als vanzelf denken: kom, ik ga eens even lekker naar buiten. De techniek die zal worden ingezet (want natuurlijk is het techniek!), is duur. We praten over bedragen met vele nullen. Maar gelukkig zijn de kosten al grotendeels gemaakt. De technical base is als het ware al geïnstalleerd. De kwaliteit van het plan waar ik over spreek, zit dan ook in de toepassing van bestaande technologie voor geheel nieuwe doelen, kortom, een staaltje van synergie.
De techniek is: het orgel van het auditorium. De toepassing is: orgelconcerten in de dagelijkse lunchpauze. Ik zie het voor mij. Een partita van Bach zet in. De wachtenden voor het buffet grijpen onwillekeurig naar hun hoofd, alsof er met scherp geschoten wordt. Een enkeling vertoont de Pavlov-reactie van een katholieke opvoeding, vouwt de handen deemoedig tot gebed en rent dan met een rood hoofd van schaamte naar buiten. De groepjes die wat verderop aan tafels zitten te toepen, horen niets -zoals altijd- maar ervaren wel een vreemde trilling in het maag-darm-kanaal. Tijd om naar de wc te gaan? Nee, dat is het toch niet. ‘Jongens, wat denk je, zullen we het volgende spelletje buiten spelen? Langzaam stroomt de hal leeg. Het wordt zowaar gezellig op het TUE-terrein, en zonder dat er een masterplan aan te pas hoeft te komen!
U twijfelt, lezer, of het mij ernst is? U twijfelt of het geluid van een orgel wekelijk zoveel macht over mensen heeft? De eerste proefnemingen zijn gedaan, met gunstig resultaat. Bij de opening van het academisch jaar joegen orgelklanken de voltallige verzameling hoogleraren probleemloos de zaal uit. Om de totale doelgroep te bereiken is niet veel méér nodig. De bedenkers van het orgelplan laten, schijnt het, wat geavanceerde elektronica installeren, die de macht van dit instrument zal vergroten. Een druk op de knop en we hebben de akoestiek van een gotische kathedraal. Een druk op de knop en het geluid lijkt van een draaiorgel te komen. Een druk op de knop en..................
Bent u daar nog, lezer? Ik dacht het al, iedereen is weggelopen.

Maarten Pieterson

In de rubriek ‘Dienst Overige Zaken’ schrijven prof.dr.ir. J.D. Janssen, prof.dr. P.J. Lemstra, prof.dr.ir. H.E.H. Meijer, dr. J.W. Nienhuys, drs. M. Pieterson, prof.dr. F.W. Sluijter, drs. A.J. Vervoorn en dr.ir. E.G.F. van Winkel.