Schuimbekken
‘Mag ik een klinker kopen?’, vraagt Sjoukje uit Akkrum timide. ‘Nee, stomme koe!’, klinkt het antwoord in Huize de Schuims-marcheerders. ‘Jezus, dat mens is blind, het staat er toch gewoon’, moppert Kees. ‘Ja goddomme, het moet natuurreservaat zijn en dan wil ze natuurlijk ook nog een e hebben, het amoebebrein!’
Sander, Kees en Tanja zaten aan de koffie met koekjes en hadden nog geen zin in de afwas. Tanja tikte de as van haar sigaret in haar yoghurtbakje van de mensa. ‘Doe mij nog eens een Brouwmeestertje Sander.’ De aangesprokene ramde met zijn hak op de koelkast. Het deurtje zwaaide open en hij begon te graaien tussen de inhoud. ‘Effe kijken, mayonaise, worst, oude kaas en dan bedoel ik ook hèle oude. Shit, er ligt nog maar één flesje in.’ Sander pakte zijn aansteker en plopte de kroonkurk de lucht in. Hij nam een grote slok en gaf het flesje door aan zijn huisgenote. Terwijl Tanja haar bier aanpakte, liet Sander vanuit het diepste van zijn maag een harde, roffelende boer ontsnappen. De duimen van Kees en Sander vlogen in een reflex naar hun voorhoofden. Tanja keek even verdwaasd en kreeg meteen twee klappen op haar kop. ‘Shit, ik ben alweer de laatste.’ ‘Ja, je moet een beetje opletten, huisfeut’, zei Kees. ‘Maar wat moeten wij nou drinken Sander?’ ‘Geeft niks’, zei Sander, ‘zoals de geile Zuidafrikaan tegen het hoertje zei: alles sal regt kom. Ik heb nog een flesje sterk bewaard.’
Sander stond op en begon een gevaarlijke tocht over vuile kleren, boeken en afwas naar het andere einde van zijn kamer. Hij begon te wroeten in een bergje lege flessen die daar nog van de Intro lagen. ‘Tsjakka, ik wist het wel. Een nog bijna volle fles Goldstrike.’ ‘Wat is dat nou weer voor spul?’, vroeg Tanja. ‘Ja gaaf, Goldstrike’, brulde Kees. ‘Let maar eens goed op Tanja, dan zullen de echte kerels je eens even demonstreren hoe je dat goedje moet hakken.’ Sander die wist dat de wedstrijdroeier niet zo heel goed tegen de drank kon, begon te lac-hen. ‘Laat mij maar eerst Keesje.’ Sander schroefde de dop van de fles en goot een flinke slok naar binnen. Hij veegde zijn lippen af en aan zijn bolle wangen was te zien dat hij de drank nog niet doorgeslikt had. ‘Mumhumme’, murmelde hij, terwijl hij op de aansteker van Tanja wees. Met een verbaasde blik overhandigde de eerstejaars het voorwerp. Sander gooide zijn hoofd in zijn nek, deed zijn mond open en hield een vlammetje erbij. De Goldstrike brandde eventjes in zijn mond, waarna hij het goedje snel doorslikte. ‘Nou ik, nou ik’, riep Kees. Ook bij Kees kwam even later duidelijk een blauw vlammetje uit zijn mond. Nadat hij geslikt had, begon Kees onbedaarlijk te hoesten. Tanja lachte, maar haar lachen verging snel toen Kees haar de fles overhandigde. Pas na flink aanmoedigen van haar huisgenoten goot ze een beetje van het spul in haar mond. Ze hield haar aansteker erbij, maar proestte de drank meteen uit. ‘Gatverdamme, nou heb ik die troep helemaal over mijn nieuwe bloes. Shit!’ De beide ouderejaars vonden het prachtig en lachten zich een breuk. Sander en Kees vonden dat ze het Tanja nog één keer voor moesten doen. Of misschien was twee keer beter, of voor de zekerheid toch maar drie keer, of misschien vier of...
Toen het drietal ging slapen waren de jongens dan ook een stuk zatter dan Tanja. De volgende morgen was ze dus al lang op toen Kees in zijn badjas naar beneden kwam lopen. ‘Goeiemorrege, Keessie!’ ‘Moeiemworge’, mompelde Kees. ‘Wat zei je?’, vroeg Tanja, terwijl ze van de Volkskrant opkeek. ‘Jezus, wat heb jij met je gezicht gedaan? Het is helemaal paars.’ ‘Ja, leuk hoow, ik heb me bek vewbwand...’

Rati

Schuimbekken is een wekelijks terugkerend feuilleton over een groep studenten, die als vaste uitvalsbasis voor hun activiteiten het café De Schuimkraag hebben.