Grote populariteit
De pianola evolueerde snel. Het voorzetmechanisme werd al snel geïntegreerd in het instrument. En ook de kwaliteit nam steeds verder toe. Zo zag bijvoorbeeld in 1904 het reproductiemechanisme het levenslicht. Het livespel van een pianist kon zo direct op de papierrol vastgelegd worden, compleet met dynamiek en pedaalgebruik. Hoe Scott Joplin in 1916 klonk, ver voor de CD-kwaliteit, kunnen we daardoor nu nog steeds ‘hifi’ beluisteren. Ook andere grote componisten en pianovirtuozen zijn op die manier voor het nageslacht bewaard gebleven. Denk bijvoorbeeld aan Edward Grieg, Claude Debussy, Athur Rubinstein.
Uiteraard kende de pianola in openbare gelegenheden als restaurants en cafés een grote populariteit. Maar ook in de privésfeer kwam je dit instrument vaak tegen. Zo had in 1923 één op de drie Amerikaanse gezinnen zo’n mechanische piano. De opkomst van de radio en grammofoon omstreeks 1930 gaf de nekslag aan de pianola. Het instrument verdween uit het dagelijks leven naar het museum.
Zo goed als ‘live’
Museum Kempenland ruimt tussen 28 september en 10 november een deel van haar ruimte in voor een tentoonstelling over dit instrument: De Pianola, muziek van de papierrol voor en door iedereen. Deze expositie staat in het kader van de Tromp Biënnale over klavieren. Bezoekers krijgen onder andere een zogenaamde 88-toons Philipps-pianola te zien. Op dit instrument zullen op zondagmiddag 6 en 20 oktober demonstraties gegeven worden. Een destijds beroemde Nederlandse pianolist als Julius Röntgen zal dan zo goed als ‘live’ klinken. Ook staan enkele voorlopers van de pianola tentoongesteld. Aangevuld met uiteenlopende zaken als beeldmateriaal, muziek en verschillende type pianolarollen.
Van 28 september tot en met 10 november, in Museum Kempenland, dinsdag t/m zondag 13.00 - 17.00 uur.