Hoop op een nieuwe toekomst

door Huibert Spoorenberg

Als kind heb je veel mogelijkheden, maar die ontwikkelen zich niet vanzelf. In een ernstig verstoorde samenleving, zoals die bijvoorbeeld de afgelopen jaren in voormalig Joegoslavië heerste, kan de persoonlijkheid van een kind zo ernstig gedeformeerd raken dat het therapie behoeft. De droevige gebeurtenissen in voormalig Joegoslavië leidden vorige week donderdag wel tot een stimulerende gedachtenuitwisseling. Ter gelegenheid van de Universitaire Vredesdag organiseerde de bestuurscommissie Vredescentrum TUE de discussiebijeenkomst Kinderen van voormalig Joegoslavië. Biljana Beljan, een Bosnische vluchtelinge die in Nederland verblijft, vertelde er haar relaas.

Biljana Beljan is Servische van komaf. Ze woonde met haar man, een Bosniër, in Prijedor, een kleine industriestad niet ver van Banja Luka. Na de verovering van die stad door de Serviërs in 1992 is ze met haar man en dochtertje naar Nederland gevlucht. Oorspronkelijk wilde ze absoluut niet meer terugkeren naar haar geboorteland. Ze wilde wel erg graag haar familie zien, maar het risico was te groot. Je wist gewoon niet meer wie vriend en wie vijand was, vertelt ze. Maar ook nu de oorlog officieel voorbij is wil ze er nooit meer gaan wonen. Ze denkt ook niet dat de recentelijk gehouden verkiezingen een verbetering van de situatie opleveren. De kans dat de oorlog weer oplaait is niet ondenkbaar. Zelf heeft ze niet eens gestemd. Maar het ergste vindt ze dat haar kinderen alle verschrikkingen hebben moeten zien. Veel van hun vriendjes gingen weg en ze wisten niet waarom of waarheen.

Behoeften
Voorafgaand aan de discussiebij-eenkomst hielden drie deskundigen inleidingen waarin zij de problematiek schetsten en mogelijke oplossingen aandroegen. Naar schatting zijn wereldwijd zo’n tien miljoen kinderen getraumatiseerd als gevolg van een oorlogssituatie. Kinderen hebben weliswaar een sterke mentale veerkracht, maar een al te intensieve ervaring met oorlogsgeweld heeft voor iedereen een deformerend effect op de persoonlijkheid. Veel kinderen uit Sarajevo zeggen sinds de oorlog last te hebben van chronische buikpijn en een kwart vindt het leven niet meer de moeite waard. Velen van hen vertonen bovendien het onver-mogen om van zichzelf te houden of om anderen te geven. Om op te groeien tot een volwaardige, evenwichtige volwassene heeft ieder kind een aantal fundamentele behoeften. Dat zijn lichamelijke behoeften, zoals voedsel en verzorging, maar ook andere, die zich laten samenvatten met de begrip-pen veiligheid, vertrouwen, erkenning en vrijheid. Als het daaraan ontbreekt, zal zich ongetwijfeld een trauma ontwikkelen. Normaal gesproken is hulp in dat geval te bieden door het normale kinderleven te herstellen, zonder bedreiging van het bestaan. De opvoeders vervullen daarbij een zeer belangrijke rol: zij moeten de verantwoordelijkheid nemen. Er moet aandacht zijn voor het rouw-proces; verdriet, verlies en schaamte dienen te worden verwerkt. Belangrijk is daarbij dat de kinderen zich kunnen uiten. Dat kan op verschillende manieren gebeuren: niet alleen door taal, maar ook door spel en expressie, zoals zingen, tekenen of muziek maken. Als dat niet mogelijk is dan ontwikkelen ze vaak een trauma voor hun hele leven.

Zelfrespect
De sprekers noemden een aantal beleidsmaatregelen om die vicieuze cirkel te doorbreken: onder andere het opzetten van therapeu-tische projecten waarin men leert eerlijk te communiceren. Verder moet geweld weer abnormaal worden. Veel kinderen hebben een vergiftigd wereldbeeld als gevolg van propaganda, vooral via de tv. Jongeren zijn daar nog ontvankelijker voor dan ouderen. Het zou goed zijn als er een aantal jaren controle was op de media in voormalig Joegoslavië. Men moet ook precies weet krijgen van wat er gebeurd is. Er moet nieuw zelfrespect worden opgebouwd, bijvoorbeeld door een positieve bijdrage te leveren aan de opbouw van het eigen land. Daarvoor is het nodig het besef te accepteren dat je met z’n allen verder moet. De vijand van gisteren is immers de partner van morgen.
Tot je achttiende ben je kind en zijn mensen bereid je als slachtoffer te zien; na die leeftijd ben je dader, was één van de stellingen die tijdens de discussieronde werd geponeerd. Immers, een volwassene is in principe zelf verantwoordelijk voor zijn doen en laten. Een reactie daarop was dat jonge mensen vaak de ergste dingen doen; wat kinderen van 15, 16 jaar in Ruanda hebben aangericht is vrijwel niet te vergeven. Daarop werd gezegd dat ook kinderen die geweld bedrijven slachtoffer zijn, hoewel dit niet altijd vanzelfsprekend is. Dikwijls zijn ze meegetrokken in een orgie van geweld.

Littekens
Vaak zijn trouwens juist volwassenen als slachtoffer te kenmerken. Een voorbeeld: er zijn meer Viet-namveteranen die zelfmoord hebben gepleegd dan dat er tijdens die oorlog VS-soldaten gesneuveld zijn. Dat had overigens veel te maken met de houding van het Amerikaanse volk. De militairen uit de Golfoorlog hebben het wat dat betreft gemakkelijk gehad.
Vluchtelingen hoeven ook niet altijd slachtoffer te zijn, soms starten ze in een ander land of gebied nieuwe milities op. Je moet alles altijd in z’n context zien. Van alle vluchtelingen in de wereld zijn tachtig procent vrouwen en kinderen. En mensen die lang in een vluchtelingenkamp hebben gezeten krijgen vaak ook te maken met een vervormd zelfbeeld.
Hoe het ook zij, opgroeien in Joegoslavië zal nog heel lang betekenen: opgroeien met vele wonden. Maar wonden kunnen helen, als ze maar goed verzorgd worden. Er zullen littekens blijven, maar pijn kan slijten, door zelf positief aan de slag te gaan. De conclusie van het symposium was dan ook: We worden pas weer mens als we er met elkaar iets van maken.