Kort geding
Dit voorstel werd eind 1994 besproken met een groot aantal vertegenwoordigers van kennisinsti-tuten uit Europa en de Verenigde Staten. ‘Tijdens deze bijeenkomst’, aldus Van der Laan, ‘bleek dat men het er snel over eens was dat een dergelijk instituut inderdaad in Nederland zou moeten komen. Dat is toch een flinke opsteker voor het stochastisch onderzoek in Nederland.’
Vervolgens rees de vraag: waar in Nederland? De TUE, niet in het minst het college van bestuur, heeft zich altijd hard gemaakt voor vestiging van EURANDOM in Eindhoven, aldus Van der Laan. Overigens is niet alleen de TUE altijd geporteerd geweest voor vestiging van het instituut in Eindhoven. Ook de provincies Noord-Brabant en Limburg lieten zich niet onbetuigd. En het bedrijfsleven (zoals Shell, Unilever, Philips, Océ, Akzo, Raychem, Rabobank, ABN-AMRO, ING, Mars, KLM en Mercedes Benz) heeft meer dan gemiddelde interesse getoond in een nog in Eindhoven op te richten instituut.
Van der Laan is overigens zeer ingenomen met het feit dat een vooraanstaande wetenschapper, te weten prof. Peter J. Bickel van de universiteit van Californië in Berkeley, zich bereid heeft verklaard om voorzitter te worden van de raad van adviseurs voor EURANDOM, met de restrictie dat het instituut in Eindhoven moet komen. Naast Amsterdam en Leiden hadden ook de andere twee TU’s zich kandidaat gesteld als vestigingsplaats. CvB-voorzitter Veltman van de Universiteit Twente is volgens UT-Nieuws ‘gebelgd’ over het advies van NWO, omdat de UT zonder argumentatie van de lijst zou zijn afgevoerd. De UT heeft een ‘protestbrief’ naar NWO gestuurd en studeert op de mogelijkheid om een kort geding aan te spannen.
Concurrentiepositie
Er is een heel areaal aan kennisdomeinen waarin de toekomstige medewerkers actief kunnen zijn. In het voorstel waarin de TUE pleit voor vestiging in Eindhoven, worden als mogelijke gebieden genoemd: ruimtelijke statistiek en milieukundig onderzoek. Hierbij kan men denken aan het schatten en opsporen van de minerale reserves op aarde en het meten en modelleren van vervuiling.
Verder kan er bij EURANDOM gewerkt worden aan statistische methoden voor kwaliteits- en produktiviteitsbeheersing. Dat is belangrijk voor bedrijven die hun produktie en de kwaliteit willen verhogen. Bedrijven die hierin slagen, krijgen daardoor een betere concurrentiepositie op de internationale markt. Van der Laan wijst er op dat dit past in het beleid van Economische Zaken.
Flexibele produktie-, communicatie- en distributiesystemen is een derde gebied dat zich leent voor stochastische wiskunde. Ook zijn computersimulatie en resampling-technieken belangrijke werkgebieden voor EURANDOM. Het rapport van de TUE noemt verder dynamische systemen, ruimtelijke stochastische modellen en DNA-onderzoek als mogelijke werkterreinen.
Watersnood
Naar het idee van Van der Laan zullen niet alle gebieden meteen tot volle ontwikkeling komen als het instituut eenmaal gesticht is. Van der Laan: ‘EURANDOM moet flexibel zijn en grootschalig werken. Naar mijn idee begin je dan met maximaal drie gebieden die je gaat uitbouwen. Computersimulatie en kwaliteitszorg gooien dan in ieder geval hoge ogen. Het onderzoek naar rare events zal, ongetwijfeld spraakmakend, deel uitmaken van het onderzoeksgebied. Hoe kun je bijvoorbeeld voorkomen dat er weer zo’n ramp geschiedt als de watersnood van 1953? Is er een stochastisch wiskundig model te ontwerpen dat een beurscrisis kan beschrijven en analyseren?’
Wanneer EURANDOM tot volle wasdom is gekomen, zal het ongeveer zestig medewerkers tellen. Plusminus vijftien medewerkers zullen dan behoren tot de vaste staf; de overige veertig tot vijfenveertig mensen zullen als onderzoekers tijdelijk gelieerd zijn aan het instituut. Veel van deze onderzoekers zullen uit het buitenland komen. Het rapport van de TUE wijst er ook nog op dat er in Eindhoven een Fellowtel komt, dat ook tijdelijk huisvesting zal bieden aan medewerkers van EURANDOM.
Geld is er inmiddels ook al: NWO heeft vorig jaar besloten één miljoen gulden te reserveren als startsubsidie. De TUE is zelf van plan vijf miljoen gulden in het instituut te stoppen. Mogelijk komt er via het Stimulus-programma ook nog één miljoen gulden beschikbaar voor het instituut. De gemeente Eindhoven en de provincie Noord-Brabant zullen waarschijnlijk driehonderdduizend gulden bijdragen. Verder komt er zo’n drie miljoen gulden beschikbaar via het bedrijfsleven en nog één miljoen gulden van hard- en softwareleveranciers. In totaal is er dan meer dan tien miljoen gulden beschikbaar om het instituut tot wasdom te laten
komen.